Het ontbijt bij mensen thuis is meestal wat uitgebreider dan baguette met confituur, er is kaas, youghurt en rozijnenbrood. Mijn voet is nog steeds niet echt ok, ik vraag Catherine of ik een extra nacht kan blijven, maar dat gaat niet omdat ze vanavond weg moet. Anne-Marie is als eerste weg en snel erna vertrek ik ook. Ik bel Pierre, hij is al om 6 uur vertrokken deze morgen en is al bijna in de stad. Ik ga naar het office de tourisme en zoek een klein steegje, ruelle des Arceaux, waar nog 6 middeleeuwse gangen op de 1e verdieping de winkels aan de ene kant verbinden met de woning en magazijnen aan de andere kant van de straat. Er komt een fietser het kleine steegje in. Hij komt naar me toe en zegt ‘Vera?’ Eh. Ja..(de man komt me niet bekend voor) …vertel ? Het is Jan, uit Nederland. Samen met zijn vrouw Ine, bicygrino naar Santiago. Ze lazen mijn tekst in de pelgrims halte bij de kerk in Bostens. Ze nodigen me uit om een koffie te drinken op het plein. Zij wonen in Arendonk over de grens. We babbelen over de tocht, zij gaan naar Orthez vandaag, ik vertel over Pierre, die overal stopt om te tekenen en waar ik nu op wacht. Jan krijgt telefoon om te vertellen dat er een zonsverduistering is deze middag. We nemen afscheid en misschien tot ziens. Ik loop over het plein. Hier in Mont-de-Marsan nemen ze ‘Octobre rose’ (actie tegen borstkanker) wel heel letterlijk, de eenden op de rivier zijn roze en zelfs het water van de fontein. Dan komen Jan en Ine weer aangefietst, ‘Pierre is bij de Sainte-Madeleine ‘ zegt Jan in het voorbijrijden. Ze hadden hem natuurlijk herkend omdat hij stond te tekenen. Ik vind hem snel, hij was ook verwonderd dat hij herkend werd. 😀 We gaan de kerk binnen, die haar pracht binnen veel beter toont dan buiten. Via de donjon in het oude stadsdeel en de overdekte markt komen bij een restaurantje waar we eten. De zonsverduistering zit verborgen achter de wolken, het begint zelfs een beetje te druppelen. Geen zonsverduistering voor ons vandaag. Om half 1 stappen we terug op. Bij de brug staat Pierre al weer stil en begint nog maar eens aan een tekening. Ik neem een foto ( gaat sneller 😉) en vertrek, het is nog 19 km te gaan. Via een drukke weg gaat het de stad uit. Bij een groot tuincentrum wip ik even binnen om een toilet te zoeken. (en gevonden) Ik kom buiten en het druppelt weer, gelukkig kan ik opnieuw aan de echte bui ontsnappen. Bij de rotonde ga ik weg van de grote baan en onmiddellijk kom ik op een rustige landweg die overgaat in een bospad door een nog jonge aanplant. In Benquet is de kerk dicht, er zijn snoeiwerken bezig. Er staat een infopaneel met een schema van de 105 km pelgrimsweg door Les Landes. Niet veel verder kom ik bij de kapel van St-Christau. De klok luiden doe ik niet, hoewel de koorden heel uitnodigend zijn. Ik neem de pen om in het livre d’or te schrijven, er staat een groet in voor Pierre en mij van Jan en Ine. (Zo fijn) De weg vervolgt over kleine wegen en hoewel het vlak is komt de pijn in mijn voet opnieuw opzetten. Ik wandel echt op mijn gemak om het ergste te voorkomen. Het schiet echter niet op, over het bospad gaat het moeizaam, er is nergens een bank of een boomstam om op te zitten te bespeuren. Het is al bijna half 7 als ik in Ste-Eulalie bij de kerk kom. Het is er al heel donker binnen. Ik ga toch even zitten. Mijn kar staat buiten zodat Pierre kan zien waar ik ben. Ik moet verder, bij de Halte jacquaire Jacobins kon je niet reserveren, ik hoop dat iemand open doet, ik denk wel dat Anne-Marie er ook is. De weg gaat over de dijk langs de L’Adour, het wordt al flink donker en ik zet mijn lampjes op de kar en op mijn wandelstok, want ik kom terug op de baan naar Saint-Sever. Er volgt nog een laatste klim en dan kom ik voorbij de mooi verlichte kerk. Aandacht voor al het andere moois heb ik niet meer, ik wil aankomen. Het is bijna 8 u als ik in de donkere straat (zelfs te donker om een foto te maken) bij het klooster aankom. Terwijl ik de hospitalier bel hoort Anne-Marie me en doet alvast open. Vijf minuten later is ook Pierre eindelijk daar. Veel zin om te koken heb ik niet, ik heb nog een klein brikpak soep en zo een kant en klaar pasta ding. Pierre kookt wat rijst. Ik kluts de hele boel onder mekaar en vind het al goed. Zin om me te douchen heb ik ook al niet en het is koud in de badkamer, ik verzorg mijn voet en ga slapen, morgen zien we wel weer.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht