Er is al vroeg gestommel in de gang. Om half 7 gaat het licht aan, de klokken luiden en zachtjes hoor ik kerkgezangen. Ik sta op uit het bed waar ik in april volgens mij ook sliep nr 125. Mijn slaapzak is terug droog, ik ga in de kelder mijn kleren halen die ik er gisteren te drogen hing. Er zitten een paar kleine gaatjes in mijn onderste valies waardoor er water in kan, de meeste kleren zitten nog eens in waterdichte zakjes, alleen mijn slaapzak niet. Eigenlijk moet ik een andere tas kopen, die zijn niet zo heel duur, maar waar zijn ze te vinden hier? Ik zal het er mee moeten doen. Het ontbijt is in het restaurant vlak tegenover de uitgang. Alleen Maria is er, zij start haar Camino hier. Na het ontbijt ga ik terug naar boven om mijn tanden nog te poetsen en zie dat de slaapzaal al leeg is. Beneden gekomen zijn nog een aantal pelgrims zich aan ‘t klaar maken. Mijn schoenen zijn gelukkig terug droog en ik laad mijn kar. Met de regenkledij in de aanslag vertrek ik. Vlak bij ligt een kerkje en op de stoep vind ik een schoen die nog droog is, lang kan die er niet liggen want het heeft al geregend deze morgen. Ik raap hem op en vraag terloops aan de mensen die uit het kerkje komen of die soms van hun is? Inderdaad, een Koreaanse jongen was die al verloren ( nog geen 100 m weg), met een big smile bedankte hij me wel 10 keer. 10 minuten later begint het al te regenen, net als de pelgrims voor me trek ik mijn regenkleding aan en steek mijn gsm in het waterdichte tasje. Gezwind vervolg ik mijn weg, het begint echter alsmaar harder te regenen, de wind rukt de bladeren van de bomen, het is plots herfst. Hier en daar worden de paadjes en vooral de bruggetjes glibberig, foto’s maken zit er niet meer zo in en wanneer Thieu belt vraag ik hem later terug te bellen want ik wil nu niet te ver achter geraken bij een paar pelgrims voor me. In Espinal doe ik toch de moeite om een foto van de kerk te maken en raak al direct een beetje achterop. Ik zie de plek waar ik in april een koffie dronk, maar die er nu nat en verlaten bij ligt. Lap, daar heb je het weer, ik denk dat ik een afslag gemist heb, ik kijk op mijn app en ja ik moet terug. Doordat ik mijn hoed diep over mijn hoofd getrokken heb zag ik de grote gele pijl niet boven op een gevel. Om de hoek wordt ik ingehaald door Maria, even lopen we samen door het bos, bij een helling loopt ze sneller. Het blijft regenen en het ziet er niet naar uit dat het snel zal gedaan zijn. Langzaam begint alles nat te worden, eerst de regenrok, dan de mouwen, mijn rok, mijn vest, het vocht kruipt langzaam omhoog. Alleen mijn hoed houd nog stand. Ik kom bij het riviertje met de stapstenen, waar ik in april opgaf. Er staat nu veel minder water en ik kan er gemakkelijk doorheen. Even verder trek ik mijn doornatte regenrok uit, met een zakdoek wrijf ik mijn benen droog, echt veel helpt het niet, maar ze warmen wel terug op, nu is het questi in beweging te blijven om niet af te koelen. Eindelijk kom ik in Bizkarreta, om de hoek is Bar Juan open. Maria komt er net buiten, ik ga binnen, trek mijn natte cape uit en trek mijn jas binnenstebuiten om te drogen. Ik bestel een café con leche, in mijn beste spaans. De dame is nogal kort af en ik ben blij dat er nog pelgrims binnen komen. Het is een koppel uit Barcelona, de man spreekt wat engels, ik vraag hem of hij wat te eten voor me kan bestellen. Ze hebben tortilla met hesp en ik laat het smaken. Ik laat ook vragen of er ergens overnachting mogelijk is, hier in het dorp is alles dicht, maar over 1 km zou er iets zijn. Ik bel maar krijg geen antwoord. Vol goede moed vertrek ik, de handen zijn weer opgewarmd en het is opgehouden met regenen. Door het zitten op een stoel is echter ook mijn onderbroek nat geworden en in de wind nu voelt het koud. Mijn cape droogt snel en houd de wind tegen, mijn sokken zijn echter ook nat en dat trekt natuurlijk in mijn schoenen. Ik kom op de plaats van het adres, bel aan, er doet iemand open. Oef ik kan er terecht. Er is nog iemand, die net een douche neemt. Ik trek mijn natte kleren uit, maak mijn valies leeg die weeral door nat is. Marie-Clothilde, kortweg Marie volgt de Camino in omgekeerde richting, zij vertrok al in april vanuit Parijs en gaat nu naar Carcassonne waar ze hoopt eind november te geraken. Ook zij was doornat, nadat ik een warme douche genomen heb steken we onze kleren in de wasmachine. Zij gaat op bed liggen en ik schrijf mijn blog, blij dat ik weer droog en warm ben. Thieu is bij ma en we kunnen FaceTimen, het duurt lang voor ma, daarom is het fijn dat ze me kan zien. Liesbeth print mijn blog uit, zodat ze ook kan volgen, ze vertelt dat haar kaft al helemaal vol zit. Vanavond is er een warme maaltijd hier, dus we kunnen relaxen en de was kan boven op zolder om te drogen.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht