Deze morgen begon heerlijk, we rekten ons overdwars uit in het grote, kort maar wel heel brede bed. De wind was al een stuk minder, het was nog voor achten en de missie van voor het ontbijt was… hardlopen met Evy. En het ging goed! De temperatuur was dan ook goddelijk, een koel briesje, zon net op dus nog niet krachtig, en dan die omgeving… over een gravelpad door de wijnvelden. Ehhh, druiven dus. Ik ging als een speer en Evy (de hardloopcoach in de gelijknamige app) was echt heel fier op ons (ze is Belgisch). De laatste minuut wist ik Sjaak er nog uit te lopen (Fyke niet, maar dat is een understatement). Daarna flink bezweet een frisse douche zou je denken. Mais non, wij wisselden het trappelpakje voor een badpakje en we gingen ter afsluiting nog even zwemmen in een volledig leeg zwembad. Oke hahaha grapjassen, er zat water in. Maar geen menschen. We bonden Fyke met haar lijn vast aan de buitenkant van het hek, zo was ze erbij maar toch buiten het zwembad. Dit was even gek voor madam, en zeker de luidruchtige plons die Sjaak maakte. Ze stond strak in de hulphondstand, whatskeburt, waar is baas, hij verdrinkt en ik kan niet redden… maar gelukkig was Sjaak alweer boven water toen ze overwoog om om hulp te blaffen. Deed ze dus niet, Baas boven water, alles klaar. Ze ging alert naast haar kleed liggen. Ernaast. Typisch Fyke.
Daarna dus wel lekker gedoucht, ontbijtje, alles in de slowly-slowly stand. Tutteldetuttel, prima. We hebben de camper weer ingepakt en zijn op weg gegaan. Vandaag stond Pont du Gard op het programma. Ook zo’n plek waar ik als kleine meid met mijn voetjes door de rivier waadde. Het was wel 30 kilometer rijden naar de camping die Sjaak had uitgezocht, vlakbij de Pont. Onderweg was er nog een meertje, en ik dacht dat het wel een leuk idee was als we met de camper naar het meer zouden rijden, daar lekker koffie, broodje, stoeltjes uitklappen, boekieboekielezen en het hondje dolgelukkig. Dus ik gaf een zwier aan het stuur en we kwamen aan op een kiezelweggetje, heel smal allemaal, beetje bochtig en niet zo goed onderhouden. Veel potholes. Alle glazen gingen weer om in de kastjes, daar gaan we wat op verzinnen. Na een kwartier schommelen kwamen we bij het meer. De oprit had een slagboom, je kon er net met een bestelbusje onderdoor, maar niet met de camper. We parkeerden in de berm (het leek wel alsof de camper omviel zo scheef, en ik dacht: hoe kom ik hier nu weer weg….), en we namen even poolshoogte of het de moeite zou zijn om met de stoeltjes en de spullen te gaan slepen. Overal vissers langs de kant, die misprijzend naar Fyke keken. Ze verstoorde duidelijk de boel. Non, dit gingen we niet doen. Op naar de camping.
We staan op Camping La Sousta. Had Sjaak gemarkeerd als goed beoordeelde camping. Hij had niet gezien dat het een grote camping was. En groot betekent in dit toeristengebied ook “well organized”. Er rijden native Engels sprekende jongemannen in polokarretjes rond, die jou je plek wijzen en en passant ook dirigeren hoe je erin moet draaien. We staan tussen de pijnbomen, die ruisen in de mistral. De geur van hars en een vloer van dorre naalden op het stof. Eerst maar lunch, we hebben nog wat brood, paté, kaas en fromage en voor ieder nog een glas witte wijn. Voor het eerst van mijn leven doen wij 3 dagen met witte wijn. Ik noteer!
Daarna een kleine siësta, het is warm en een kort schoonheidsslaapje doet goed. We lopen om een uur of vier naar de Pont du Gard, het is precies zoals ik me herinner. Fyke is wat onwennig op de keien en in het water, er staat een stroom. Er komen heel wat kano’s voorbij die allemaal vastlopen omdat het te ondiep is. Fyke kijkt er nieuwsgierig naar, maar neemt gelukkig geen hulphondenactie. We lopen over de Pont naar de andere kant, het zonlicht schijnt rood op de stenen, de lucht is helblauw, de temperaturen zijn heerlijk. We kunnen hier wel eeuwig zitten, maar er wordt een droneshow gehouden vanavond en het terrein moet leeg. Gaat allemaal heel gemoedelijk. We komen bij de camper, drinken een glas vin en stappen op de fiets naar het dorpje Remoulins, op zoek naar een restaurant. Het was lang zoeken daar en we kibbelden over wel of niet een pizza (nee) of eten bij TL-licht (nee). Dus fietsen we weer terug en bij een hotel met een veranda waar mensen zaten te eten (toetje inmiddels) vroegen we of we mochten eten. Bien sûr Monsieur et Madame. De Chien was ook welkom. Heel fijn. En dan blijkt dat we heerlijk eten krijgen: een panna cotta van aubergine met saus van poivrons, daarna inktivis op een bed van groentetagliatelle en als toetje (1 voor 2) een snickers. Homemade, zaaaalig.
We reden in het donker naar huis, superspannend allemaal met een hond zonder lichtsnoer om dr nek, en overal paaltjes. Maar we kwamen bij de camping. Daar zit dan zo’n English native speaker in een klapstoel en die laat je pas binnen als je je armbandje toont. Een armbandje dat je bij de camping hoort… en ik denk aan mijn woorden van een paar dagen terug, ik heb stiekem gedacht aan een all inclusive resort met een muur… Ik moet beter op mijn woorden passen, be careful what you wish for.
Voor het slapen gaan nog een afzakkertje in de camper, want het is inmiddels net te frisjes om buiten te zitten.
Geschreven door Sjaak-en-karool.keep.U.posted