We reizen verder richting het zuiden en het vijfde land van onze reis: Maleisië. Het eiland Langkawi is onze eerste bestemming en nog voordat we afgezet zijn bij onze accommodatie zien we aan de kant van de weg iets lekkers en bekends, namelijk een kraampje dat soto ayam (fantastische Indonesische kippensoep) verkoopt. We merken dat we tegen luxeproblemen aanlopen tijdens de reis. Elke avond op zoek gaan naar een tentje om te eten kan vermoeiend zijn en ik mis het om zelf te koken. Maar nu hebben we in ieder geval al een plekje waar we zeker even langs zullen gaan.
Maleisië is een land met diverse culturen en waar veel bevolkingsgroepen samenkomen en het eerste land dat we bezoeken dat voor het grootste gedeelte Islamitisch is. Voor mij betekent dat dat ik me bedekter zal kleden dan in voorgaande landen, al stelden ze het in de Boeddhistische landen ook wel erg op prijs als je niet te bloot over straat ging, en andere omgangsvormen. Omdat het erg warm is, spenderen we onze tijd hier voornamelijk op terrasjes en op het strand en we merken gelijk op hoe vriendelijk iedereen hier is. Thailand wordt het land van de glimlach genoemd, maar we worden hier warmer ontvangen dan daar. Ook valt het op hoe goed iedereen hier Engels spreekt en als we een jongen in een café vragen hoe dat komt, vertelt hij dat iedereen hier zeker zes jaar op school Engels krijgt: ‘English is the future language’. Dat is het zeker.
Streetfood walhalla en straatkunstAan de westkust van Maleisië en onder Langkawi ligt het eiland Penang, met als hoofdstad Georgetown. De stad staat bekend om zijn streetfood en is zelfs uitgeroepen tot beste plek in Zuid-Oost Azië om te eten. Dit komt door de vele immigranten uit alle delen van Azië waardoor hier de Indiase, Chinese, Indonesische, Thaise en Maleisische keuken met elkaar vermengd zijn. Op internet hebben we al wat blogs doorgespit zodat we een beetje weten wat we moeten gaan proeven. De locatie van ons hostel is perfect, precies tussen Little India en Chinatown in en de gezellige kroegjes om de hoek. Als we ‘s avonds de straat op gaan om te eten stuiten we meteen op een kraampje dat later mijn favoriet van de week wordt.
Lok-lok is een tentje met verschillende soorten sateetjes: van kip en gehaktballetjes tot groenten en loempia op een stokje. Daar naast staan verschillende sauzen, waaronder sambalsaus en satésaus. Je kiest je sateetjes, laat ze in een gezamenlijke bak met water koken, giet je saus eroverheen en smullen maar! Ieder stokje heeft zijn eigen kleurtje en elke kleur geeft een prijs aan. Na het eten lever je alle stokjes in bij de man van het kraampje, hij rekent het bedrag uit en je rekent je lok-lok af.Backpacker in opleidingWe zijn net anderhalve dag in Georgetown als we een taxi nemen naar het vliegveld. De komende drie weken reizen we niet meer met zijn tweeën maar krijgen we er een ‘backpacker in opleiding’ bij: Sinjo! De eerste dag samen met hem gaan we naar Penang Hill, de berg op het eiland van waar je uitzicht hebt over heel Georgetown. Er rijdt een treintje naar boven die we willen nemen zodat we daarna naar beneden kunnen lopen. En blijkbaar hadden nog duizend anderen dat idee, want als we daar aankomen staat er een rij waar de Efteling ‘u’ tegen kan zeggen. Anderhalf uur later blijkt het het wachten wel waard, we kijken uit over heel de stad en de zee. En op weg naar beneden komen we nog tientallen apen tegen die het niet erg vinden gefotografeerd te worden. We hebben weer mooie kiekjes geschoten.
De volgende dag springen we op de fiets om de streetart van de stad de bekijken, maar we stoppen als eerst bij het Wonderfood museum. De zon brandt vandaag op onze huid en tijdens de warmste uren van de dag lopen we liever in een ruimte met airconditioning. Het museum laat ons de eetcultuur van Maleisië zien, leuk om wat te leren over wat je eet. Vroeger waren er enkele vrouwen die veel eten kookten en de mannen gingen te voet of op de fiets de straat op om het te verkopen. Lokale vrouwen kregen een goede reputatie om hun kookkunsten en je wist precies bij welke familie je moest zijn voor welk gerecht. In de loop der jaren is de fiets een scooter geworden met een kraampje en bij sommige zelfs een auto, maar het eten verkopen en consumeren op straat is nog steeds onderdeel van de cultuur. Van het museum krijgen we trek, dus we eten een lekker gebakje en fietsen vervolgens verder terwijl de avond over de stad valt. Veel muren in het centrum zijn beschilderd of met staal en verlichting versierd. Dit levert prachtige plaatjes op en geeft Georgetown een fantastische sfeer. Al vinden we dit niet het ‘streetfood walhalla’ zoals beloofd, we genieten nog van de stad en haar cultuur voor we verder reizen naar het oosten.
Aan de oostkust van Maleisië liggen twee eilanden, ‘the Perhentians’, de volgende bestemming van onze reis.
Geschreven door Rugzaktoeristen