Vandaag is ochie-dag en we halen bij de bakker een lekker vers brood. De pizzapunten die we over hebben van gisteren brengen we naar de hond bij de aanlegkade. Hij is mager en heeft een groot gezwel onder aan zijn buik hangen. Ik scheur de pizza in kleine stukjes voor hem en gelukkig vindt hij het lekker.
We lopen nu naar KAAY NERON helemaal aan de andere kant van het dorp. Daar lopen we iets door, waar de weg over de rivier gaat. Het water heeft een stilstaande poel gevormd met een vermicelli-achtig wier erin. Ik zie een kikker, maar hij izet mij ook en springt gelijk weg om zich te verstoppen.
Het stuk brood dat ik over heb geef ik aan een mager, bruin paard dat achter de kerk staat. Even later zien we nog een ander mager paard, een wit, maar die moet nog even wachten tot we weer brood verzameld hebben.
Als we verder lopen zien we planten van een meter of drie, vier hoog. Het zijn een beetje verdorde stengels, maar bovenin zit een mooie, gele bloem en… het lijken wel okra-bonen. Wanneer we het opzoeken op internet blijkt het inderdaad om okra te gaan. Het zijn éénjarige planten en de okra’s worden geplukt wanneer ze nog niet rijp zijn. Net zoals bij aubergines. Waarschijnlijk krijg je anders één grote zaadbal. We proberen dichterbij te komen, maar dan moeten we omlopen en via de ingang naar binnen. Er is iemand in de tuin bezig (die ons niet ziet) en er loopt een hondje. Ik aai het hondje, maar durf toch niet verder te lopen en man te storen die druk bezig is met het oogsten van witte kolen.
Bij de kerk kijken we even bij de dienst die aan de gang is. Het gaat hier wel anders dan in Nederland. Mensen lopen gewoon tijdens de dienst in en uit. Soms hoor je een telefoon overgaan of mensen met elkaar praten. Het is hier niet zo zwaar beladen als bij ons. De kerk zit vol kinderen in witte blouses en donkerblauwe broeken of rokjes. De papas die hier de dienst leidt is lang niet zo indrukwekkend als die keer in Vizitsa. Deze lijkt helemaal niet op Demis Roussos, hij heeft meer iets van Paulus de Boskabouter. Zijn stem is ook niet warm en donker, maar nassaal alsof zijn neus dicht zit. We lopen dus maar verder en strijken neer op het terras van onze koffietent, waar het lekker druk is. We zitten hier eerste rang, want als de kinderen opstellen voor de optocht doen ze dat naast ons terras. De onderwijzeres leidt de optocht, ze heeft een rood, plastic fluitje in haar mond en blaast op de maat: rechts, rechts, rechts-links-rechts. De oudste kinderen lopen voorop en achteraan komen de kleintjes, die het leukst zijn. Ze zijn heel fanatiek en lopen trots te stappen, niet in de maat misschien maar wel vol passie terwijl de rond kijken of ze opa, oma of hun ouders zien.
Na de parade houden we een siesta op ons terras met een boekje, vandaag is het een relax-dag, want morgen begint alweer het eind van onze vakantie met de terugweg via Katerini (één nachtje) en Perea (één nachtje).
Tegen de tijd dat we trek krijgen besluiten we een keer te eten bij Ie Rodia. De meeste tafels zijn bezet of gereserveerd, maar wij vinden nog een vrije tafel aan de zijkant van het terras. Al snel is er een ober bij ons die vertelt wat ze hebben, want de kaart is niet meer zo actueel. We krijgen een kan water en glazen en daarna vertrekt hij weer. We overleggen even, maar weten niet meer zo goed wat hij precies heeft gezegd. Nu wordt het lastig om één van de heren zover te krijgen dat ze onze bestelling willen opnemen. Uiteindelijk lukt het en bestellen we een vis en iets te drinken. Nu duurt het weer heel erg lang, maar we hebben vakantie hou ik mezelf voor. Eindelijk komt onze vis er aan en ook de wijn en het brood. Nu kunnen we beginnen. De vis is heerlijk hoor, maar het duurt hier allemaal wel heel erg lang. Het afrekenen lukt ook niet, dus loopt Jan maar naar binnen, dat gaat sneller.
Het brood heb ik meegenomen voor een heel erg mager paard dat we vanmorgen hebben gezien. Om bij het paard te komen moet ik over een houten plank over een greppel lopen. Het paard staat helemaal achter op het land en ik weet niet precies hoe lang zijn touw is en hoe vriendelijk het paard is. Ik ben dus wat voorzichtig tot ik weet wat de reikwijdte is van het paard. Wanneer ik mijn brood aan hem gevoerd heb komt er een hondje aan dat erg blaft. Het is hetzelfde hondje dat ik vanmorgen heb gezien bij de groentetuin. De man blijkt ook dezelfde als vanmorgen. Hij vertelt dat het zijn paard is en ik geef toe dat ik hem brood heb gevoerd, omdat hij zo mager is. Hij zegt nu dat hij dit paard pas twee maanden heeft. Het paard was sterk verwaarloosd en is inmiddels al weer aardig op krachten gekomen. ‘Twee maanden geleden stond het onkruid op dit veld nog een meter hoog’, gaat hij verder, ‘en moet je nu zien!’ Hij is duidelijk trots. Daarna vertelt hij dat hij de eigenaar is van die biologische groentetuin en dat hij iedere zaterdagochtend op de biologische markt in Volos staat. Het was gezellig om even met hem te praten en gelukkig spreekt hij goed Engels.
We relaxen nog even op ons terras en ik verdiep me weer in mijn Agatha Christi. Voor het echt donker wordt weet ik wie de dader is, met dank aan de pientere Miss Marple.
We doen nog een inspectie-ronde over de boulevard en zien dat het inderdaad veel drukker is dan normaal, maar bij Kostas is het behoorlijk stil op het terras. Wanneer we het hele rondje gemaakt hebben is het wel tijd om te eten en nemen we bij Pagasitikos plaats, een beetje vooraan zodat we alles goed kunnen zien.
Aris beveelt de koolbladeren gevuld met gehakt aan en de dikke bonen. Dat lijkt ons prima om mee te beginnen. Wanneer na een tijdje het eten wat gezakt is, nemen we nog een bordje spaghetti met kipfilet en metaxasaus. Yorgos zegt ons nog eens extra gedag, omdat hij weet dat dit onze laatste avond is. Later op de avond komt Jannis (de kapitein) ons ook even extra goed gedag zeggen.
Er zijn vandaag bijna geen honden en katten te zien, maar die zitten waarschijnlijk bij het restaurant hiernaast, dat erg druk is. Blondie laat nog wel even zijn gezicht zien en geeft Jan een dikke knuffel. Even later komt Carla ons gedag zeggen, omdat ze weet dat we weggaan. Ze blijft even staan praten en ik zeg dat ze er wel bij mag komen zitten. Dat doe ik anders nooit, maar Carla komt hier al 33 jaar en weet ontzettend veel. Ze weet ons ook te vertellen dat Sakis overleden is dit jaar augustus. Sakis leek een behoorlijke schuinsmarcheerder die volop van het leven genoot door veel te drinken en te roken en vooral door heel veel te praten met iedereen. Hij was met vervroegd pensioen en een stuk jonger dan wij (schatten wij zo in 😊). Verder is het een heel gezellig gesprek en Panos komt vragen of we morgenochtend om half elf nog even langs komen voor een kop koffie, Aris is er dan ook. Dat beloven we.
Geschreven door Hazenreizen