We lopen naar de autoverhuur om onze Nissan Micra op te halen. De hond is enthousiast en de poes ook, ze doen een wedstrijdje ‘aandacht vragen’. De eigenaar is nergens te zien, dus we lopen een rondje door de zaak en gaan dan bij de ingang op een stoeltje zitten. Er loopt een meneer naar binnen en even later weer naar buiten. Hij vraagt ons waar de eigenaar is, maar wij hebben geen idee. No problem, zegt hij, hij is er over vijf minuutjes. Prima, wij wachten nog wel even.
Inderdaad, hij komt even later aangereden en vraagt dan aan ons of we de auto even met de scooter kunnen ophalen.
Tegenover hotel Konstantinos, weet je wel?
Jan antwoordt dat hij dat niet weet, maar dat lijkt geen probleem. Hij wijst naar links, zorgt dat de scooter klaar staat en gaat weer verder. We stappen op de scooter en rijden in de aangewezen richting, een beetje vertwijfeld of we het wel kunnen vinden.
Hij zei het op een toon of we het niet konden missen, zeg ik ter geruststelling.
Vlak daarna zien we rechts van de weg een groot hotel met grote, opvallende letters: Konstantinos. Inderdaad: niet te missen. We wisselen de scooter om voor de auto en gaan op pad naar Olympos.
Het is ruim anderhalf uur rijden en als we halverwege even willen stoppen in de enige plaats die we tegen komen, blijkt de weg daar geblokkeerd door werkzaamheden aan de elektriciteitsdraden. Dan maar doorrijden tot Olympos.
Het vervelende gevoel in mijn nek en schouders van vanmorgen wordt steeds erger en binnen korte tijd zie ik bijna scheel van de hoofdpijn. Van de lange rit in de auto wordt het niet beter en mijn humeur heeft daar behoorlijk onder te lijden. In Olympos nemen we plaats op het overdekte terras van Taverne Olympos, voor een kop koffie met iets lekkers.
We hebben niets bij de koffie.
Helemaal niets!?, reageer ik opstandig.
De loukomades zijn we nog aan het maken, dat duurt ongeveer 20 minuten.
Eigenlijk wil ik weglopen, maar Jan stelt voor gewoon koffie te drinken en dan later nog iets te zoeken. Ik kan inmiddels wel janken van de pijn en besluit aan het meisje te vragen of ze misschien pijnstillers heeft. Ze is heel behulpzaam en geeft me iets dat ik niet ken. Het interesseert me niet meer wat het is, als zij zegt dat het helpt dan slik ik het gewoon door. Twee tabletten? Prima.
De koffie laat behoorlijk op zich wachten en ik zit als een zombie aan tafel, gelukkig zijn er verder geen gasten. Een minuut of tien later voel ik de hoofdpijn wegtrekken en na de koffie ben ik weer zo goed als nieuw. Ik bedank de meisjes nog eens extra en dat kunnen we Olympos verkennen.
We nemen eerst een kijkje in de grote kerk, die werkelijk schitterend is. Veel mooier dan ik had verwacht. Het heeft een heel oud gedeelte en een nieuwere aan. Het oude gedeelte bevat mooie fresco's en prachtig houtsnijwerk.
We dwalen wat door het dorp en dan lopen we naar de souvenirwinkel aan het begin van de winkelstraat. Vorige keer kreeg ik daar het ‘boze oog’ toen we wat kleine aardenwerk schaaltjes hadden gekocht. Nu zijn we op zoek naar iets anders voor onder de veranda. We kiezen een hanger met het boze oog en nog een klein boos oogje voor aan mijn sleutelbos. De oude mevrouw laat me een hoofddoek zien en in een opwelling zeg ik:
Ja, die wil ik wel eens op.
Ik moet plaats nemen op een rieten stoel en zij installeert kunstig de hoofddoek om mijn hoofd, zodat mijn losse haar niet meer steeds om mijn gezicht waait. Fantastisch! Ze geeft me een spiegel en zegt dat ik zo op Sofia Loren lijk, haha. Was het maar zo’n feest.
Wanneer we afrekenen krijgt ik een theedoek cadeau van Karpathos, Jan krijgt ook nog een komboloi mee en als we weglopen doet hij nog snel een klein portemonneetje in mijn tas.
We besluiten even iets te eten voordat we aan onze onderneming gaan beginnen: de cache Vrougounda. Omdat de meisjes (Anna en Marina) ons zo vriendelijke hebben geholpen vanmorgen, gaan we daar zitten. Ze hebben een soort proeverij van meerdere gerechten, dus die nemen we. Het bestaat uit Briam, Mousaka, een gevuld minipaprikaatje, makarounes, een soort vlees, dolmades en rijst met chorta. Geweldig lekker!
Na het eten kunnen we weer op pad. We rijden eerst naar Aghios Konstantinos, niet het hotel maar een kapelletje dit keer. Daar vinden we de eerste cache van vandaag: View to Olympos. We hebben een pen bij ons, dus kunnen we zelfs echt onze naam in het logboek schrijven.
Dit ging wel heel makkelijk, eens kijken of de tweede cache ook zo snel gaat.
We rijden nu naar Avlona en parkeren de auto voorbij het ‘dorp’ op een stukje braakliggend terrein. Vanaf daar lopen we nog iets verder door om vervolgens linksaf het wandelpad naar Vourgounda Bay te nemen. Eerst is het een keurig paadje dat afwisselend zand en kiezels heeft, daarna wordt het een soort trap naar beneden bestaande uit rotsblokken. Telkens wanneer we denken dat we er bijna moeten zijn, komt er wel weer een nieuwe heuvel. We zijn inmiddels ingehaald door drie Grieken zie we even verderop met een ezel zien knuffelen. Wanneer ze doorlopen loopt de ezel gezellig mee. We vinden het heel grappig om te zien, maar als de man even blijft staan en we hem inhalen, loopt de ezel met ons mee. Hij is heel erg lief en wil steeds geaaid worden. Wanneer we een mevrouw tegenkomen, blijft hij bij haar staan. Ik zeg nog snel dat hij lief is en dan lopen we door.
Sjoe … go away! Go!
Ik loop door alsof ik niets hoor en dan roept de mevrouw naar mij dat hij niet doorloopt.
Nee, hij wil dat je hem aait!, roep ik.
Ze doet het en tevreden loop ik door.
Een paar minuten later hoor ik voetstappen achter me, of liever gezegd pootstappen. Mijn grote vriend is inmiddels weer achter ons aangekomen. Wanneer ik opzij stap om hem langs te laten blijft hij strak naast me staan met een blik die zegt: Wat zullen we nu gaan doen? Hij wijkt niet meer van mijn zijde en het heeft iets weg van Zwaan-kleef-aan.
Een eind verder halen we de meneer van de eerste keer weer in en de ezel wisselt weer van partner.
We komen allerlei mooie rotsen, ruïnes en grotten tegen, maar niet datgene waar we voor komen. De cache heeft het namelijk over een kerk in een grot met een marmeren font.
Eindelijk, helemaal op het uiterste puntje van Karpathos komen we op de plaats van bestemming. We hebben nu zo’n 3,5 kilometer gelopen, maar het voelt wel heel anders dan die wandeling in Kootwijk.
Het kerkje in de grot is heel bijzonder, want je daalt eerst met een trap af in de grot. Het is een ruime grot met banken en een altaar. Heel speciaal.
Eenmaal weer bovengronds drinken we even wat water, rusten een beetje uit en maken ons klaar voor de terugweg die hoofdzakelijk bergopwaarts gaat. Wat is dat? Mijn grote vriend is op eigen gelegenheid verder gelopen en komt hier het pad op. Ik loop naar hem toe en vul een trogje met water (uit de kraan). Hij drinkt het snel leeg en ik vul het nog eens en nog eens. Dan laat ik hem achter bij de andere bezoekers.
(O, ja het kan zijn dat hij een zij is. Ze is wel erg dik, dus misschien drachtig?)
We vangen de terugtocht aan en niet veel later zit ik al op het verkeerde pad en moet ik een stukje terug om weer bij Jan te komen. Jan wordt inmiddels ingehaald door een echtpaar dat de pensioengerechtigde leeftijd al lang geleden bereikt lijkt te hebben. We stappen aardig door, maar dichterbij komen we niet. Sterker nog, opa en oma lopen aardig uit. Ze stoppen geen moment maar gaan gestaag door. Ik zoek af en toe nog een excuus om even op adem te komen, foto maken, water drinken of iets dergelijks.
Wanneer we weer op het pad zijn beland dat wisselend zand en grind is, krijg ik nieuwe energie. Fier loop ik over het pad en wanneer ik de vijgenboom zie waar we in het begin zijn afgeslagen ben ik reuze blij: nu zijn we bijna bij de auto.
We gaan eerst in de taverne even verderop iets eten en drinken, want we hebben nog een autorit van anderhalf uur te goed. Opa en oma zitten er ook en komen uit Nederland. Ze blijken 84 jaar te zijn en zijn vanmorgen uit Diafanni vertrokken (te voet dus), vanuit daar in noordelijke richting evenwijdig aan de kust gelopen, toen doorgestoken naar Avlona, daarna de wandeling gedaan die wij ook hebben gedaan en lopen straks ook weer door naar Diafanni. Dat betekent dat ze nog ruim een uur moeten lopen, want dat is nog eens 3,5 kilometer. Ik vraag hem hoe ze dat doen.
Gewoon gezond leven. Veel bewegen, fietsen en wandelen, gezond eten en geluk hebben.
Fantastisch wanneer je met 84 nog zulke wandelingen kunt maken en dan ook nog samen met je partner.
Terwijl we zitten te wachten komt er een auto aanrijden met een bekend gezicht erin, het is Anna (van de taverne in Olympos). Ze is blij verrast ons hier te zien, want deze taverne is van haar ouders.
We krijgen een Avlona Salat met sla, kool, tomaten, komkommer, kappertjes, Karpathaanse olijfjes en nog veel meer. Bovenop ligt een stuk fetakaas waar de eigenaar een gezichtje op gemaakt heeft met olijven en paprika. Wanneer we de salade voor driekwart op hebben (het is echt een hele schaal vol) komt er een bord met eten naar buiten. Het blijkt dat de Briam bijna op was, dus heeft ze het aangevuld met Imam, heerlijk!
We rijden de hele weg weer terug en zijn net voor het donker weer in Pigadia.
Ondanks onze late lunch of misschien wel dinch, krijgen we toch weer trek. We gaan lekker naar Antama, want dat is hier om de hoek. Dit keer bestel ik eindelijk de Souted Chicken, die ik al de hele vakantie een keer wil proberen. De kip is lekker zacht en mals en de paprika, champignons en andere groente zijn beetgaar, heerlijk! Jan neemt weer een visje.
Aposoli vertelt dat de poes die hier rondloopt dezelfde is als de kitten van drie jaar geleden. Toen zat hij altijd in de boom en mepte iedereen weg die probeerde omhoog te klimmen. De restanten van de vis zijn voor de poes, maar pas als iedereen klaar is met eten. Het bord wordt keurig bewaard en even later zien we hoe Yorgos de vis op een matje bij de trap schuift.
Hij weet dat, zegt hij lachend. Ik voer hem altijd op die plek aan het eind van de avond.
We krijgen nog een afzakkertje van het huis en dan lekker naar bed.
Geschreven door Hazenreizen