Georgetown: foodcaptital of Malaysia
Na weer een lekker uitgebreid ontbijt gingen we met de auto verder op onze rondreis. Onderweg gepraat over dit land. We vinden het opvallend relaxed. De mensen toeteren niet, ze helpen je graag en nemen er de tijd voor. Ze laten je rustig oversteken en hebben geduld. Wat ook heel fijn is, is dat de verkopers niet opdringerig zijn. Ze prijzen hun handel niet luidkeels aan, ze schreeuwen niet, ze laten je rustig het menu bestuderen of de spullen in de winkel bekijken en helpen alleen als je het vraagt. Op straat een enkele keer een straatverkoper, maar ook deze spreekt je netjes aan en als je geen interesse hebt bedanken ze voor de aandacht en laten je verder met rust. Wat ook opvalt - en wij als heel mooi ervaren - is hoe meerdere religies vredig samenleven en elkaar in hun waarde laten. Alle religieuze feestdagen zijn vakantiedagen voor alle inwoners, ze hebben er 52 (!) naast de gewone vakanties. In één straat kunnen gerust de islamitische moskee, hindoeïstische tempel, Chinese taoïstische tempel, boeddhistische tempel en een enkele christelijke kerk vredig naast elkaar staan.
Onze reis leidde ons door de bergen met prachtige uitzichten en later langs rijstvelden en palmboomplantages. We weten van de verhalen hoe schadelijk palmolie is, maar we hebben ook een andere kant gehoord van de Indische chauffeur die we eerder hadden. Hij vertelde dat al het onderwijs en de zorg gratis is, of soms een symbolische 1 RM kost (0,20 cent) kost. Het wordt mede-gefinancierd door de opbrengsten van de palmolie. Hierdoor kunnen zijn kinderen een goede opleiding krijgen. En hoeven ze zich geen zorgen te maken over kosten van zorg. Hij is hier geboren en begrijpt niet waarom er jonge mensen mopperen of vertrekken naar andere landen, aangezien het voor alle inwoners zo goed geregeld is. Wat ook opvalt is hoe veilig we ons voelen. Ik heb geen één keer me onbehagelijk gevoeld. En dat is best uniek.
De reis ging voorspoedig, de wegen zijn hier heel goed. We hebben tijdens de 400 km in totaal 10 RM aan tol betaald. Dat is zo'n 2 euro. En dan zat er ook nog een speciale 12 km lange tolbrug bij. Probeer dat maar eens in Frankrijk! De wegen zijn zeker net zo goed als bij ons. En de parkeerplaatsen schoner dan in Europa. Oh ja, een een volle tank benzine kost hier 18 euro!
Zonder problemen onze hotel bereikt. Het boutique hotel krijgt online geweldige reviews, dus we zijn erg benieuwd. Het staat in een aftands uitziende straat (dat hadden we al met Google Streetview gezien) in het oude hart van Georgetown. Maar éénmaal de deur door waan je je in een relaxoord. Het historische pand is prachtig gerestaureerd. De rust binnen de muren van dit kleine complex staat in contrast tot de chaotische, bruisende stad waar we middenin zitten. Heel bijzonder.
Onze kamer overtreft weer onze verwachtingen. We krijgen uitgebreid informatie over de stad en waar de goede streetfood is. De welkomsthapjes en drankjes op de reeds gekoelde kamer maken dat we ons koninklijk voelen. En weer met die heerlijke vanzelfsprekendheid, niet kruiperige dienstbaarheid waardoor je je opgelaten voelt, maar een warme gastvrijheid. Na het drankje de stad in. Wow! Ik weet niet eens hoe ik deze stad moet beschrijven. Het is een soort georganiseerde chaos waar wij (nog) niet de gebruiksaanwijzing van hebben. Georgetown is vernoemd naar King George van Engeland en dus gesticht door de Engelsen. En dat kun je zien. Het hele centrum is nu Unesco werelderfgoed. Het doet denken aan de beelden die we kennen van Cuba. Veel gebouwen zijn uit de koloniale tijd en geërfd van de Britten. Alles is brocante (lees: vervallen), maar daardoor heel charmant.
We lopen langs alle 'hawkersstalls' (eetkraampjes met streetfood) en restaurantjes en kiezen om bij een Indisch restaurant op het terras te eten. Lekker in de wind (het is hier warm maar er waait een heerlijk windje). Heerlijk gegeten alle vier voor 14 euro (waarvan 2 euro fooi ;-) We twijfelen keer op keer of we het wel goed omrekenen, maar dat blijkt te kloppen.
Bij de moskee zien we borden dat niet-moslims welkom zijn om de moskee te bezoeken. Daar maken we graag gebruik van. Een jonge moslima leidt ons rond en vertelt boeiend over haar geloof. Er liggen doeken en jurken klaar voor alle bezoekers, zodat we de juiste kleding dragen tijdens de rondleiding.
Daarna gaan we naar de clan jettys. Dit zijn Chinese dorpjes op palen op het water. Iedere familie (clan) heeft zijn eigen steiger/pier. De jettys zijn ontstaan toen de eerste migranten zich hier vestigden, maar geen belasting wilden betalen. De oplossing was om op het water te gaan wonen.
We zijn inmiddels een beetje oververhit en gaan terug om te chillen bij het zwembad op de binnenplaats. Wat een fijne plek zo midden in de stad!
's Avond eten we we bij het foodcourt om de hoek. Hier vooral Chinese verkopers. We zitten weer op plastic stoelen omringd door hawkerstalls. We zijn de enige westerse mensen in de chaotische, bruisende omgeving en kijken wat verward naar alle mogelijkheden, waarvan we niet precies weten wat het is. We worden meerdere keren aangesproken door de locals met de vraag of ze kunnen helpen. Heel attent en leuk! En handig, want zo kan Douwe uitvinden wat vegetarisch is. Uiteindelijk kiezen we voor Won Ton Soep met dumplins en genieten we van alles wat er om ons heen gebeurt. Dit is het echte Azië!
Geschreven door Familie-bilder-on-the-go