Vandaag moeten we vroeg opstaan, 6 uur, want we hebben een lange reisdag voor de boeg. Het ontbijt gaat weer lekker chaotisch, maar smaakt weer prima...lekker stokbrood met vache qui rite, typisch Malagassisch 😉
Ik zit helemaal achter in de bus, heel krap, dus dat is wat minder op zo’n lange reisdag, maar het is niet anders. Half acht gaan we op pad. Het is ongeveer 18 graden s morgens en bewolkt. Later op de dag wordt het weer mooi weer met de zon en een wolkje.
S morgens vroeg zien we de kinderen naar school lopen langs de weg. Je ziet sowieso weinig auto’s, mensen lopen voornamelijk. Soms fietsen ze op gammele fietsjes, of hebben ze ossen met een kar erachter. Er rijden vooral vrachtwagens of busjes op de weg. Je gaat hier echt terug in de tijd!
Het landschap is nog steeds bergachtig, met veel groen en rijstvelden. Mensen zijn de rijst aan het oogsten. Je ziet ook mensen met hout rondlopen, dat wordt gebruikt om te koken.
Het eerste stuk van onze trip vandaag is dezelfde route weer terug naar Tana, via de RN2. Na Tana gaan we richting het zuiden via de RN7.
Onderweg stoppen we regelmatig om de benen te strekken. Er zitten kinderen bij een kraampje met bananen. We maken wat foto’s van het uitzicht en proberen met de kinderen te praten, maar ze spreken geen Frans. Ik heb aan Manu, onze chauffeur, gevraagd of hij mij een paar Malagassische woorden kan leren...dat is moeilijk! Ik heb nog best gevoel voor taal, maar dit lijkt nergens op. Hoe heet je bijvoorbeeld, ik schrijf het fonetisch op: isa noe anaranaoe 😳
De volgende stop is bij een wasstraat...nee, het is niet wat jullie denken! Het is een rivier waar de vrouwen, mannen en kinderen de was aan het doen zijn. De kleding leggen ze op de rots aan de waterkant, water en zeep eroverheen en schrobben maar. Hele bergen, niet normaal. Op de rotswand ff verderop ligt de was te drogen. Waslijnen kennen ze hier ook niet! Het hangt op het randje van het rijstveld, in de bosjes, tegen een rotswand, of over een hekje. We proberen wat contact te maken met de mensen. De kinderen zijn heel enthousiast en willen graag op de foto. Die laten wij dan zien, en dan moeten ze ontzettend lachen. Toen we terugliepen, zag ik een sleuf in het bruggetje over het hoofd. Dus opeens zit ik tot aan mijn knie in het gat, met mijn voet in het sopwater...handige Harry! Mijn enkel en knie zijn aardig geschuurd, sok kapot, maar verder valt het gelukkig mee. Evelien doet er wat ontsmettende zalf en grote pleisters op, zodat er geen vuil bij kan komen.
Bij de supermarkt haalt Evelien proviand voor de picknick. Dan zijn we alweer bijna bij de RN7. De weg naar het zuiden.
Het uitzicht onderweg is weer fenomenaal en verveeld geen seconde. We rijden nog door de rode bergen, begroeid met stukjes gras, bosjes en bomen. Daartussen staan kleine houten, stenen of adobe huisjes met rijstvelden er omheen. Maar ook worden op sommige plekken stenen gemaakt. Affiches kennen ze hier ook nog niet, reclame wordt vakkundig op de muren van huizen geschilderd.
We lunchen op een mooie plek, aan de rand van een meer, tussen de naaldbomen.
Evelien verteld nog wat over de rijst. Heel interessant! De Malagassiërs eten zo’n beetje de meeste rijst van de wereld (120 kg pp). Hoe gaat dat dan, rijst verbouwen?
De mannen beginnen met het omploegen van het land. Dat doen ze met een schop of als ze een zeboe hebben, laten ze die ploegen. De vrouwen laten thuis de zaadjes groeien. Vervolgens maken de mannen gaatjes in de grond, waar de vrouwen de rijst plantjes in planten. In mei wordt de rijst door de vrouwen gekapt. Zij nemen het mee naar huis, leggen het netjes neer en lopen eroverheen, zodat de korrels eruit gaan. Maar dan moet het vliesje moet er nog af. De rijst doen ze in een grote pot, en stampen het daarna met een stamper. Dan leggen ze dat op de grond, waardoor het vliesje wordt weggewaaid door de wind. Er is een groot probleem: er wordt veel gekapt voor rijstterassen. Er is 90/95% van het bos weggekapt om te wonen, rijstterrassen te maken of om hout te kappen om eten te koken (slash and burn). Rijst beslaat 30% van het nationaal product, kun je nagaan hoe belangrijk het is!
We stoppen weer, nu in een stadje dat bekend staat om het aluminium. We gaan kijken bij een smelterij. Het is bizar! Er staan een aantal langwerpige stenen vuurkorfen, waar het aluminium op wordt gesmolten. Binnen wordt het in een mal gegoten en worden er pannen gemaakt. De mannen die er werken, hebben geen enkele bescherming. Ze lopen in een (korte) broek met t-shirts en flipflops of zelfs met blote voeten. Er spelen kinderen, vlakbij het vuur. Daar zullen vast wel eens ongelukken gebeuren.
Rond 7 uur zijn we in Residence Madalief. Dat is het hotel wat door Remi van de stichting Madalief wordt gerund. Deze stichting heeft ook een aantal weeshuizen en scholen. Verder verzorgen ze op een hoop scholen een maaltijd, zodat de kinderen sowieso een maaltijd binnen hebben. School kost sinds 2009 geld, daarvoor konden de kinderen gratis naar school. Het kost nu nog steeds niet veel, € 10 per jaar ofzo, maar dat is voor sommige ouders te veel. Dus daar proberen ze ook in te ondersteunen.
Ik heb trouwens een prachtige kamer, met beneden een 2 persoons bed, een zitje, buro met stoel, badkamer...en boven nog een bed!
We krijgen een heerlijke Malagassische maaltijd voorgeschoteld. Eerst een prei mosterd soep, vervolgens 2 soorten stoofvlees (zeboe en varken), geraspte wortel, tomatensalsa en rijst. Toe is er vers fruit.
Geschreven door De.wereld.verkennen.met.Rachel