Noordelijke vuurtoren en distilleerderijen

Verenigd Koninkrijk, Bowmore

Na alweer een stevig brits ontbijt met bacon and eggs enzo gaan we op pad voor een wandeling in het noorden van het eiland. Hier waren we alleen nog maar geweest om van de ferry af te komen en naar Bowmore te rijden. Voor ons het laatste onbekende gebied dus. We parkeren de auto aan het einde van de weg die naar het noordoosten leidt en beginnen aan onze wandeling waarvan we dachten dat hij zo ongeveer 12 km zou zijn. We werden al gewaarschuwd dat het geen gewone wandelweg was en dat er nergens iets aangegeven stond. We moesten maar vertrouwen op ons richtinggevoel en de palen met de elektriciteitsdraden. Die zullen er wel zijn om stroom naar de vuurtoren te brengen.
Om in de goede richting te beginnen hebben we al twee pogingen nodig, een vriendelijke local vertelt ons waar het goede pad begint en « off we go ». We lopen een stukje uit de kust maar kunnen zowat de hele trip het water zien en daarachter ligt Jura liggen, een geweldig groot eiland ten noordoosten van Islay. Als we eenmaal in de goede richting gaan zien we na enige tijd de elektriciteitsdraden aan de palen en als we omkijken krijgen we een goede blik op de distilleerderij van Bunnahabhain. Daar gaan we naartoe als we terug zijn.
Het gebied waar we doorlopen is zompig vanwege al het water dat vanaf de bergen naar beneden komt, het lijkt op plaatsen een echt moeras. Je moet hier heel goed oppassen waar je je voeten neerzet. De ondergrond is verraderlijk en overal kun je zomaar een stuk in de grond getrokken worden. Er is zijn wat paden die door de bewoner van de vuurtoren getrokken worden als hij met zijn quad naar het dorp gaat. Je zou denken dat de grond hier wat vaster is maar het tegendeel is waar. Het enige dat je eraan hebt is dat je weet waar het in iedere geval niet nog zompiger en gevaarlijker is. Hoge pollen met droog gras geven meestal aan dat je er op kunt staan. Maar je kunt er ook vanaf glijden en dan zak je dieper dan als je er gewoon naast gelopen had. Onderweg moeten we een aantal kloven oversteken waar meer of minder water als een bergriviertje naar beneden komt, zo hier en daar gepaard gaand met mooie watervallen. De grond zelf is turf en het water dus bruin, voor ons als liefhebbers van geturfde whisky verzacht de reuk ervan de pijn. Na dik een uur lopen komt de vuurtoren in zicht, we besluiten het laatste stuk heel kort langs de kust te lopen en gaan langs de paadjes die door schapen en herten in de steile hellingen zijn gemaakt. We komen bij een kleine aanlegplaats en erboven staat dan de vuurtoren. Als we bij het gebouw komen blijkt de bewoner ons al gezien te hebben en hij komt ons tegemoet. Hij vertelt dat hij ons al zag komen langs de klif en dat wij een van de weinigen zijn die deze weg kiezen, ook hij vond het de beste keuze. Hij vertelde over wildlife op deze klif en gaf ons wat tips waar we nog heen konden om de plek te zien waar er laatst een ravennest was. Ook gaf hij ons de tip om op hoogte terug te gaan, een bepaalde berg aan de rechterhand te laten en over hertenpaadjes te lopen. Die zijn aangelopen en op hoogte heb je minder water dus het is niet zo zompig. Bijkomend voordeel is dat we dan ook niet iedere keer op en af hoeven om door de kloven te lopen, we gaan er immers overheen. We volgen zijn tips en het was inderdaad een stuk gemakkelijker lopen, hoewel nog altijd een hele opgave en uiteindelijk komen we toch uit in het lagere gebied met de verraderlijke putten. Een keer ben ik tot aan mijn knie in zo’n put gestapt, kon er gelukkig snel uit en verder maar je bent dan toch weer iets voorzichtiger.
Als we over de hertenpaadjes lopen zien we plotseling zes herten op zo’n 50 meter van ons vandaan. Als zij ons opmerkingen gaan ze zowat een voor een staan en blijven ons in de gaten houden. Wij lopen rustig verder en de kudde blijft ook op zijn plek. Als we bijna terug zijn zien we op een paar rotsen langs de kust enkele zeerobben liggen. Dit maakt de inspanning meer dan waard en we zijn klaar om naar Bunnahabhain te gaan.
Binnen krijgen we een compliment van de medewerkster, die we al eerder gezien hadden, dat we nu al terug waren. Ik kreeg een lekkere dram 2002 Moine Bourbon cask, Hand-Filled Exclusive Warehouse number 300119. Een bijzondere, niet alleen getuige de naam maar ook qua smaak. Het is de meest peaty whisky die ze maken. Nadat we ook hier ons glas gekocht hebben gaan we verder naar een nieuwe distilleerderij die in 2018 geopend is. Ardnahoe, deze distilleerderij is eigendom van Hunter Laing, mensen die wel eens whisky van onafhankelijke bottelaars kopeen kennen de naam zeker wel. Enkele whisky’s van Hunter Laing zijn de Big Peat en de Scarabus. Om niet meer alleen afhankelijk te zijn van andere distilleerderijen heeft Hunter Lai g bedacht om er zelf een te laten bouwen, natuurlijk speelt de enorme wereldwijde vraag naar whisky hier een grote rol bij. Ook zij willen hiervan meeprofiteren.
De laatste distilleerderij op het eiland die we nog niet bezocht hebben is Caol Ila, een van mijn favoriete. We weten dat deze distilleerderij momenteel gesloten is wegens verbouwing, toch rijden we er even naartoe. Er is inderdaad een grote verbouwing gaande, er wordt een neiuw bezoekerscentrum gebouwd en de parkeerplaats en weg ernaartoe worden ook onder handen genomen. Tot onze spijt kunnen we het terrein dus ook niet op, iets wat we bij al die anderen wel gewoon gedaan hebben.
Op de terugweg komen we langs Loch Finlaggan, een meer tussen de heuvels. In dit meer is een klein eiland waar nu nog de ruïne van een oud kasteel op staat. Dit was het verblijf van de ‘Lords of the Isles’, de vroegere heersers over een groot gedeelte van de eilanden aan de westkant van het Britse vasteland.
Daarna naar ons Lochside Hotel om te douchen en even te relaxen, het was weer een intensieve dag.
Na het diner drinken we een Jura, French Oak. We hebben immers de hele dag tegen het eiland Jura aangekeken en dan hoort een dram van dat eiland er wel bij. Een groepje mensen uit Manchester komt binnen, zij maken een rondrit met de fiets. We komen aan de praat over een groot schilderij dat aan de muur hangt met een tafereel van de aankomst in Bowmore van hooggeplaatsten, waarvoor de hele bevolking uitloopt. De medewerkers van het hotel weten niet wat de gelegenheid was dat dit gemaakt is en de Engelsen gaan dit uitzoeken. Een van de mensen uit Manchester legt ons nog van alles uit over het Engels Draftbeer en waarom dat voor engelsen goed is en niet voor in warme landen. Interessant.
Dan gaan we aan de laatste nacht in Bowmore beginnen, morgen vroeg op, inpakken, ontbijten, tanken en op tijd bij de ferry zijn in Port Ellen.

Slàinthe Mhath, Pjer

Geschreven door

Al 6 reacties bij dit reisverslag

Mooi om te lezen en vel plezier verder

peter 2022-05-23 08:32:53

We hebben genoten van jullie avontuur,goeie reis terug.

Christa 2022-05-23 08:58:37

Echt Fantastisch , je beschrijft het mooi en is zeer prettig te lezen.

edward 2022-05-23 10:03:51

Soms heb ik het gevoel dat ik mee reis, zo geweldig hoe je alles beschrijft, heerlijk om te lezen.

Lenie 2022-05-23 11:46:28

Wat een geweldige plaatjes weer, wij hebben genoten van jullie verslagen. En nu een goede terugreis.

Peter Piatek 2022-05-23 14:20:30

Genieten om jullie zo te volgen, mooie foto’s en inderdaad het gevoel een beetje mee op reis te zijn. Goede reis terug🥃

Ronnie 2022-05-23 17:19:46
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.