Met heerlijk wandelweer, koud maar met een waterig zonnetje, vertrok ik vandaag in Barbadelo. Eerst moest ik vanaf mijn Albergue door een weiland achter het kerkje met resten van een klooster langs. Het ging vanaf de eerste meter weer flink omhoog door paadjes die overspoeld werden met smeltwater. De sneeuw waar al dat water vandaan kwam kon ik alleen nog maar in de verte zien. In dit landschap wil je wel bijna elke vijf minuten een foto maken en misschien heb ik dat ook wel gedaan, wat ik plaats is in ieder geval maar een fractie van alles.
Opvallend zijn de kleine graanschuurtjes bij de boerderijen, hier bewaren de mensen van alles in. De schuurtjes staan op blokken zo'n anderhalve meter van de grond zodat muizen e.d. er niet in kunnen. Ze zijn zelf ook zowat anderhalve meter hoog en niet breder dan 60 tot 70 cm.
Als ik ergens bovenop ben dan krijg ik een plensbui over me heen, gelukkig kan ik de poncho snel onder een boom omdoen nog voordat de dikke druppels door de boom heen vallen.
Dan plotseling komt de volgende plaats in zicht, Portomarín. Het duurt nog wel een uur voordat ik in de plaats ben. Portomarín lag vroeger in het dal en is verdwenen toen er een stuwmeer aangelegd werd. Men liet niet alles verdwijnen, twee kerken werden steen voor steen afgebroken en op een hoger gelegen gedeelte weer opgebouwd. Hieromheen is de nieuwe stad gebouwd. In het meer zie je zo hier en daar nog restanten van oude huizen. Nu echter niet veel want het water in het stuwmeer staat erg hoog.
In Portomarín eet ik iets en ga dan verder naar Gonzar. Eerst bergaf uit de stad en dan heel steil en lang omhoog.
Na ruim twee uur bereik ik mijn Albergue en kan de was doen en de kwalificatie van de Formule 1 op mijn telefoon zien. Hier is er geen televisie.
Een Fransman maakt wat te eten en deelt dat met een Duitser en mij. Très gentil.
Ik ben vandaag trouwens de steen gepasseerd die 100 km tot aan Santiago aangeeft. Deze steen is helemaal beklad door mensen die denken dat ze altijd een dikke stift bij zich moeten hebben.
Vriendelijke voorbijgangers maken een foto van mij op de unieke plek, voor het fotoboek.
Geschreven door Pjer.oonderwaegs