Vandaag is een reisdag. We reizen van Yogyakarta naar een dorpje in de bergen in de buurt van de Bromo vulkaan, die we morgenvroeg gaan bezoeken. Eerst treinen we 5 uur van Yogyakarta naar Mojokerto en dan nog drie uur met de auto. Onderweg eten we weer in een lokaal restaurantje waar de lokalen alleen maar eten komen halen zodat ze dat straks als de Imam het toelaat kunnen opeten. Het tijdstip dat er ‘s avonds gegeten mag worden wordt via de luidsprekers van iedere moskee LUID EN DUIDELIJK omgeroepen. Ook wordt er ‘s nachts om twee uur omgeroepen en dat is om de vrouwen te wekken die dan eten voor de mannen kunnen gaan bereiden zodat ze voor zonsopkomst gegeten hebben.
Het landschap hier is veranderd van heuvelachtig naar vlak. Nu kunnen we echt heel ver over de velden kijken. Op deze belden wordt niet alleen rijst verbouwd maar ook maïs, suikerriet en zelfs kool. Natuurlijk zijn er ook stukjes waar boontjes en kruiden (vooral pepers) verbouwd worden en tussen de velden de overal aanwezige bananenbomen.
Dat geeft me even de ruimte om over de mensen te vertellen. Als we iemand tegenkomen dan zijn de vrouwen vooral vriendelijk, de mannen wachten altijd even af of wij iets zeggen en dan reageren ze ook maar zelden spontaan. Ze hebben geleerd gekregen om hun emoties niet te tonen en daar hoort een uitgestreken gezicht bij. Als we contact hebben gemaakt dan komen ze los. De kinderen roepen overal al vanaf een afstand en zwaaien naar ons.
De levensstijl is die van pelan-pelan wat langzaam betekent, als ze dit langzamer uitspreken dan bedoelen ze dat het nog langzamer moet. Niemand jaagt zich hier, ook niet in het verkeer hoewel je dat op het eerste gezicht niet zou zeggen als je ziet hoe dit kris-kras door elkaar gaat. Nee, men probeert zich wel overal tussendoor te wurmen maar als men ziet dat iemand ertussen wil dan wordt die ruimte ook gegeven. Het getoeter dat je iedere keer hoort is meer een waarschuwing in de trant van “let op ik kom er aan”. We zijlaan de hectiek in het verkeer gewend geraakt en schrikken niet eens meer als er bij een inhaalactie van onze chauffeur een grote vrachtwagen recht op ons af komt. Omdat die ook ziet dat er iemand op zijn rijbaan zit gaat hij aan de kant en desnoods langzamer rijden zonder ook maar een vingertje omhoog te steken. Dit gaat bij ons in het verkeer wel anders voor minder. Doordat men zich hier niet aan officiële verkeersregels houdt geeft dat de ruimte om zich sneller te verplaatsen ook al betekent het dat dit soms vier vijf dik gaat. Bij ons is alles zo geregeld dat we van andere deelnemers aannemen dat ze zich aan de regels houden en dat maakt ons verkeer langzaam en zijn we snel geïrriteerd als iemand zich anders gedraagt.
Omdat het lijkt dat hier in Indonesië iedereen maar wat doet is het ook nodig dat er zowat bij iedere kruising of uitrit iemand staat om het overige verkeer tegen te houden en te zorgen dat je er tussen kunt of kunt oversteken. De mensen die dat doen krijgen van de bestuurders af en toe iets toegestopt en dat is hun enige inkomen. We zien onze chauffeur op de meest gekke plaatsen het raampje openen om iemand een beetje geld te geven.
Ik had gedacht dat ik vandaag niet veel te schrijven had maar er is zoveel te vertellen over wat we meemaken dat ik het niet klaarkrijg om dit in een paar zinnetjes neer te zetten in de Blog. In mijn dagboek dat ik bijhoud gaat het er nog ruiger aan toe, daar schrijf ik gemiddeld zo’n 8 à 9 kantjes vol, en met plezier. Zo kan ik iedere avond de dag herbeleven en nagenieten.
Als ik dit schrijf zit ik met een vest aan want we zitten in de buurt van de Bromo en op hoogte, het is hier zo’n 10 graden en dat is toch wel meer dan 20 graden verschil met het begin van de dag. Ben benieuwd morgenvroeg, brrrrr...
Nu naar bed, morgenvroeg om 3 uur op. Bij jullie is het nu middag dus: Selamat sore.
Geschreven door Pjer.oonderwaegs