Dag 13

Spanje, Benagéber

Van Benagéber naar Albarracin. 198 km.
We hadden het bovenraampje gisteren open gelaten omdat het niet zo koud leek te worden, maar halverwege de nacht heeft Joop hem toch maar dicht gedaan. De nacht was kouder dan we hadden verwacht.
We moesten vandaag boodschappen doen, want de koelkast was bijna helemaal leeg. Ik had geen kwark meer, geen toetjes, geen brood en geen eten voor vandaag. Als dit niet lukte moesten we op een houtje bijten. Om 09.30 uur togen we eerst naar het winkeltje voor brood. Eerste tegenvaller, winkel dicht. Geen brood. Maandag!!
Terug naar waar we vandaan gekomen zijn, het stuwmeer van Benagéber. In de diepte lag het te blinken in de zon, maar voor foto’s stonden er te veel bomen in de weg aan deze noordkant. Op de heenweg leek mij de weg vanaf de stuw behoorlijk lang, deze keer viel het mij erg mee, toch nog 5 km. Na de dam weer omhoog, de zuidkant. Deze is veel kaler en ook hoger. Wat een schitterend gezicht. Men is met de aanleg van het stuwmeer begonnen in 1932 en in 1952 was het klaar. Wat een gigantisch werk moet dat zijn geweest. Het meer wordt gevoed door o.a. de Rio Turia, die we van hieruit volgen tot aan Teruel.
In Titaguas heb ik gelukkig brood kunnen kopen, dat was alvast binnen. Op weg naar Teruel met een prachtige weg binnendoor. Over de hoogvlakte, een bochtige weg met diepe kloven, dalen en weer stijgen. Waar ook maar een stukje land bewerkt kon worden staan amandelbomen, fruitbomen en hier en daar walnotenbomen. Af en toe wordt er een stukje land bewerkt waarop graan wordt verbouwd. Als er nog mensen wonen hebben ze een eigen tuintje, maar oh wat was het arm en verlaten. Voor de toerist erg mooi maar om hier te leven erg eenzaam. Ik kan me voorstellen dat jongelui wegtrekken uit dit vergeten gebied omdat er hier bijna geen bestaan is op te bouwen. Na Aras de Olmos reden we het departement Castilla-la-Mancha provincie Cuenca binnen en dan veranderen ook meteen de wegnummers Dat gebeurt trouwens bij elke verandering van provincie.
We namen niet, zoals de navi aangaf, de tussenweg naar de grote weg N330 richting Teruel, maar bleven nog even de Rio Turia volgen die op zijn beurt het stuwmeer bij Benagéber voedde. Bij Ademuz moesten we wel naar de N330. Het eerste stuk reed erg snel, maar daarna kronkelde de weg weer als vanouds. En weer passeerden we een ander departement. Aragón met provincie Teruel.
We kwamen om een voor Spaanse begrippen onchristelijke tijd aan in Teruel, 13.00 uur, alles dicht en geen grote winkel te bekennen. We zijn dwars door het centrum van Teruel gereden en er helemaal omheen in de hoop dat, maar geen winkel te bekennen, óf wij kunnen niet zoeken. Laten we het daar maar op houden.
Bij Albarracin had ik een camperplaats gevonden, maar die was een aantal km buiten het stadje, dus voordat we daar ons kampement zouden opslaan moesten we eerst boodschappen doen. In vredesnaam maar bij een plaatselijk supertje. Ik heb de ingrediënten voor spaghetti kunnen gescoren en dan nu op zoek naar de cp. De camping die hier gevestigd is kenden we al van 2 vorige keren, deze cp nog niet. Prima camping trouwens met prima sanitair.
Zo’n 5 km buiten Albarracin, helemaal boven op een heuvel met uitzicht op de muur van de stad in de verte, ligt de cp. Rondom kale bergen en een beste kloof grenst aan de cp. Bucks moest van Joop meteen maar aan de lijn, want als hij achter de vogeltjes aan zou springen kukelde hij zo het ravijn in. Eerst eten, daarna uitrusten en misschien wel een dutje doen.
Het waaide behoorlijk, maar we wisten niet van welke kant de wind kwam. Als je naar de lucht keek was het noorden wind, maar door de kloof draaide de wind telkens. Het was goed zo, beetje scheef, maar vooruit.
Wij waren er redelijk op tijd en hadden een pracht plekje, maar na ons druppelde de één na de ander binnen en stonden we opeens met wel 20 campertjes. Allemaal kleintjes, de één nog mooier uitgedost dan de ander. Bijna ook allemaal jongelui, heel internationaal. Ook een aantal auto’s die later weer weg reden. Dit moest toch haast wel een bekend maar vooral sportief gebied zijn. Wandelen, mountainbiken, klimmen.
Nadat Joop van de eerste schik om het ravijn bekomen was had Bucks de tijd van zijn leven. Honden genoeg om mee te spelen.
Een bezoek aan het stadje Albarracin is zeker de moeite waard. Er is een boven en een ondergedeelte. Het bovengedeelte is het meest interresant. Je mag er niet met de auto inrijden, dus de benenwagen. Naar boven is een hele klim, maar zeker de moeite waard.

Parking Polideportivo Albarracin mix P
N40.40807. W1.42674 ( fout staat verkeerd in de NKC gids)
N40.40024. W1.42431 ( juist)



Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.