Kleurenspektakel

Verenigde Staten, Fish Haven

Met haar zo kenmerkende geluid fluit ergens in de verte de trein. Niet eenmaal, maar verschillende keren achter elkaar. Langgerekt. Vanmiddag reden we door en boeiend landschap van Utah lange tijd langs het spoortraject. Ergens was een plaatsje dat een historisch Western-stadje werd genoemd. Beroemd vanwege zijn verleden (al direct bij de ingang de saloon van Pistolen-Pete) en vanwege het spoorwegknooppunt. Geen wonder dat de fluit in die late zomeravond als alle insecten rond het licht dansen en we nog bijkomen van de opnieuw hete dag, zo doordringend klinkt.

In gedachten zie ik de stoomloc sissend zijn weg vervolgen, uit de breed uitlopende schoorsteen met vonkenvanger komt dikke rook. Schor laat hij zijn geluid horen, de cowboys op hun paarden houden even hun tred in. O nee, zo ging het vroeger, hoewel het geluid van de diesellocs weinig verandert schijnt te zijn. Nostalgie naar die tijd van toen is de Amerikanen niet vreemd. Dat zijn twee kenmerken die ons opvallen. Herinnering aan de trek van vroeger, aan het verleden, de verovering van het continent, de uitbreiding, de ruimte en het ongebreidelde gevoel dat alles kan, dat zetelt als eerste diep in het Amerikaanse gevoel. En daarnaast de eerbied voor de natuur.
Niet voor niets rijden we daarom van het ene naar het andere park (voor stedenschoon moet je niet naar de VS gaan). Wie de geschiedenissen leest, de wijze waarop de natuurwonderen ontdekt zijn, de maatregelen die genomen moesten worden om dit te behouden, die komt diep onder de indruk van de wijze waarop ze ook die geschiedenis - met uiteraard een veel langer verleden - willen bewaren en toegankelijk maken. En soms ook de trieste verhalen over de eerste bewoners, de Indianen, die gewoon verdreven werden.

Anderzijds begrijp je dan voor geen meter waarom de Amerikanen zo ver achter lopen op het gebied van het besef van milieuvervuiling en klimaatverandering. Alles kan en alles mag. Elke keer als we boodschappen doen worden drie, vier of vijf van de boodschappen apart verpakt in een plastic zak. Die je niet weigeren mag (“this is law”, zeiden ze ons in Nevada). Gescheiden afval verzamelen? Flessen, blik, papier? Nog nergens tegengekomen. En jawel, vandaag - ruim drie weken op pad - zelfs de eerste windmolens gezien! Wie mij vertellen kan hoe je in NL drie weken rond kan rijden zonden een windmolen te zien die verdient een lintje!

Maar laten we even terugblikken op wat we de laatste dagen zagen. Daar was eerst het Arches National Park, het park met de bogen, zandsteen in de loop der eeuwen zo uitgeschuurd, dat het de merkwaardigste vormen is gaan vertonen. Een ongelooflijk kleurenspel wacht je daar. Elke blik op de bergen is anders. Bruin in zoveel tinten als je nooit bij elkaar gezien hebt. rood evenzo. Paars, blauw, geel, noem maar op. Ogen tekort om dat schouwspel in ogenschouw te nemen. En elke hoek van waaruit je het bekijkt is anders. Het licht dat erop valt, de zon, soms het tegenlicht.

En dan die vormen, massieve rotsen steken boven het oppervlak uit. Eigenlijk is het andersom, de natuur heeft veel weggesleten, materiaal afgevoerd via de Coloradorivier, massieve rotsen zijn blijven staan, verder afgesleten. Ze vormen elk hun eigen figuur. Met enige verbeelding zie je er kastelen, vrouwen, schapen en wat dan ook in. Betoverend werkt dit landschap. Ben ik gewoon op de aarde, met beide benen?

Wij beginnen aan het eind van het park. De busladingen Japanners aan het begin, die lopen we even mis. Daar aan het einde is een “trail” (weer een soort Pieterpad!). Nadrukkelijk wordt gewaarschuwd alleen goed voorbereid op pad te gaan, met voldoende water. In de verzengende hitte levensnoodzakelijk. We lezen in Nederlandse berichten dat het Zuid-Westen van de VS zucht onder een extreme hittegolf met daarbij ook nog bosbranden, die de vorm van vuurtornado’s gaan aannemen. Bij aankomst zagen we al tegen een berghelling grote rookwolken, daar moet vast ook een brand gewoed hebben. Maar die verzengende hitte is inderdaad extreem. Bovendien zitten we in de woestijn. We blijven die dag water drinken. Onvoorstelbare hoeveelheden gaan er doorheen.

We beginnen de wandeling met een rugtas met waterflesjes. Eerst nog een begaanbaar pad waar het zelfs druk is, tot aan de eerste bogen. We horen alle talen van de wereld, vooral Japans. Later wordt het rustiger, dan wordt het zelf puur zand. Onze benen worden zwaarder en zwaarder. We voelen ons als Indianen die vroeger hier geleefd hebben. Die niet de beschikking hadden over alle middelen die wij hebben. Zij gingen waarschijnlijk ook niet midden op de dag een dergelijke wandeling maken. Ergens in de schaduw van een paar donkerbruine rotsen ga ik alleen verder, voor Ada wordt het even teveel. Ik zwoeg verder, ploeter door zand en later over stenen, dan wordt het steiler. De jongere generatie gaat nog door maar ik besef dat ik niet meer tot die generatie behoor en merk dat ik ga wankelen. Ook omdat het over rotsen vrij steil onhoog gaat. Dus doe ik er verstandig aan terug te keren. Maar wel met het gevoel doorgezet te hebben tot het einde. Hoewel ik dan helaas een aantal bogen moet missen.

Jawel, via Internet kun je de plaatjes bekijken, maar echt, dat stelt niets voor. Dat doet u straks ook met mijn foto’s. O leuk, mooi, prachtige kleuren. Maar als u er niet was weet u er niets van. Dan voelt u niet die hitte, hebt niet dat ontdekkende gevoel na de laatste bocht ineens voor iets schitterends te staan, verlangt niet naar dat ene slokje om uw keel opnieuw vochtig te laten worden, en ziet niet al die kleuren eromheen, het felle zonlicht, dat diertje dat wegspringt, die hagedis die verscholen ligt onder dat ene struikje omdat die ook last heeft van de zon. En u hoort niet uw eigen gehijg als u na veel inspanning boven aan gekomen bent. U voelt niet de overwinning dat u iets bereikt hebt. U zoekt niet onderweg even de schaduw van een overhangende rots of van een mager boompje om even uit te blazen. Nee, dat voelt u allemaal niet. Ach, kijk maar gewoon even naar de foto’s.

Wie in Moab is kan daar wel dagen blijven en veel doen. Wij moeten ons beperken, willen ons beperken omdat we veel willen zien. Maar de hitte gaat ook parten spelen. Hoeveel dagen hebben we nu al niet dat het steeds tegen de veertig is of erboven? Al heel wat. De airco krijgt het bijna niet voor elkaar het binnen koel te laten worden, de diepvries moet zich tot het uiterste inspannen en krijgt de ijsblokjes bijna niet meer hard, de uitputting overvalt ons soms, hoewel we ons geweldig rijk weten door het vele wat we hebben mogen zien. We nemen een besluit. Doordat we de route gegaan zijn zoals wij die deden, hebben we enkele andere natuurparken misgelopen, waar bijna iedereen die voor drie weken naar het Zuid-Westen gaat heengaat: Bryce en Zion. Schitterend zijn ze. Als je - wat wij dus deden - alleen al naar de Internetplaatjes kijkt.

Maar als we die alsnog bezoeken willen - wat als een alternatief in ons roadbook stond - dan moeten we eerst weer terug en vervolgens nog steeds in die hitte blijven. Met grote tegenzin nemen we het besluit naar het Noorden te gaan.
Maar eerst bezoeken we nog heel kort het Canyonland. Jawel, weer een park. Weer totaal anders, Een tweetal slingerende rivieren, de Colorado River en de Green River, die ook nog ergens samenkomen. Die ondertussen een merkwaardige canyon hebben uitgesleten. Totaal anders dan we tot nu toe gezien hebben. Dit schouwspel bewonderen we van boven af. Van onderen of vanaf het water moet het ook een wonderlijk schouwspel zijn, maar dit landschap, totaal kaal, als een maanlandschap, heeft zijn eigen bekoring. het kost weer even tijd, maar daar hebben we geen spijt van. En dan op naar boven.

Bij woestijnen hebben we altijd indrukken van Sahara’s en gebieden waar je niet komen kunt of niet leven kunt, maar hier is het een en al woestijn, maar meestal zonder zand. En elke keer weer anders. En dwars er doorheen de wegen waarover we die woestijnen kunnen doorkruisen.Vlaktes, rotsen, bergen, elke keer weer verrassend. Eentonig lijkt het en tegelijk verveelt het nooit. Hier sta je midden in de woeste natuur. Dan besef je weer hoezeer wij als mensen een wereld van gemak en verwendheid om ons heen hebben geschapen. Hier besef je dat het leven van de mens niet zo vanzelfsprekend is. Hoewel er aardig wat verkeer door die woeste gebieden heenrijdt, voel je hoe hard die natuur is en geen mededogen heeft met wat jij wilt.

Aangezien we goed op de benzinemeter moeten letten moet ik bijtanken. En vanuit Moab weet ik een station - waar we op de heenreis al langskwamen - 30 mijl verderop te staan. maar zodra de benzine in de tank vloeit schrik ik van de prijs. Waar ze normaal ergen tussen de 2.50 en 3,- per gallon is, is het hier 4.95! Het dubbele. Tja, wie in de woestijn wil tanken moet er wat voor over hebben. Dus nemen we een paar liter, genoeg om er doorheen te komen. Na 25 mijl rechts en dan na zestig mijl weer rechtsaf. En wie schetst onze verbazing als die laatste 60 mijl bijna voorbij zijn, we rijden een heuvel over, ervoor heerste nog die eenheid en woestheid, geen verspreide huisjes, zoals we soms elders zagen en dan ineens zien we bomen, groen, huizen, ineens wordt er gewerkt en geleefd, ineens loopt er een riviertje. De woestijn is in een oogwenk achter ons en we delen weer in het normale leven.

Op onze rit naar het Noorden - niet alles in een dag, maar ik ben al een paar dagen achter met schrijven - komen we langs Salt Lake City. We besluiten om toch even de stad in te gaan, eens te zien hoe dit centrum van de Mormonen is. In 1830 begon Joseph Smit deze secte. Met zijn rond de dertig vrouwen (in 2012 gaf men pas toe dat hij inderdaad zoveel vrouwen had) legde hij de grondslag voor het Mormonisme. Later, 1847, trok men naar Utah om daar het centrum op te richten. Een geweldig bouwwerk is de tempel geworden, niet toegankelijk voor bezoekers. In een model van die tempel krijg je een indruk van de inrichting, over acht verdiepingen. Om die tempel heen is een groot complex met een wolkenkrabber al kantoorgebouw ernaast. In SLC is 75% nog Mormoon. Een ander opvallend gebouw is het Capitol waar de regering van Utah zetelt. We mochten er vrij rondlopen, de militairen begroetten ons en maakten een praatje over waar we vandaan kwamen (veel gehoorde vraag trouwens “Where are you from?”). We zagen de zalen waarin de senaat en de afgevaardigden zetelden. Beelden die je wel eens ziet werden ineens werkelijkheid.

Onderweg hebben we uiteraard heel veel moois gezien. Prachtige landschappen waar we doorheen reden. Een meer waar we even stopten, vogels en andere dieren die we zagen, uitzichtpunten waar we stonden en genoten. En zo komen we langzamerhand in een totaal ander gebied. Het landschap wordt meer Zwitsers, bergen zijn groen, hoewel nauwelijks bewoond en bebouwd, geen bergdorpjes en slingerende wegen omhoog. Alleen de doorgaande wegen, die uiteraard ook voortdurend kronkelen, stijgen en dalen. Eigenlijk, zo concluderen we, ligt er ontzettend veel land in de VS waar geen gebruik van gemaakt wordt. Inmiddels zijn we aangekomen bij het Bearlake waar we weer een nacht doorbrengen op weg naar het Grand Teton National Park en Yellowstone. We kijken er naar uit!

Geschreven door

Al 4 reacties bij dit reisverslag

Indrukwekkende foto,s, iets heel moois kun je nu eenmaal niet laten zien maar moet je beleven.Wij houden het voorlopig maar even op ons vaderland, genieten er ook weer van gelukkig. Zijn 3 weken op vakantie en ja.....heel misschien toch dit jaar nog naar malawi........wie weet. Goede reis en doe toch voorzichtig met al die hitte daar!!!!!! je hoort nu eenmaal tot de oudere generatie.liefs van ons

Jan en Truus 2016-06-22 11:30:43

Als ik 3 weken rondjes om de rotonde blijf rijden, dan zie ik geen enkele windmolen. Heb ik nou een lintje verdiend :p? En ik ga er maar van uit dat die woestenijen voor jullie zijn, wat oude Khmer-tempels voor mij zijn ;). Je kan er geen genoeg van krijgen en blijft maar foto's maken, omdat je steeds weer iets mooiers ziet. Groetjes

F. 2016-06-22 19:09:30

Ha Truus, drie weken op vakantie? Nu? Geniet ervan en denk om je leeftijd! Hihi. En Franca, eerst doen voordat je dat lintje krijgt....

mari.ada.op.reis 2016-06-22 23:33:02

Trouwens, dat voorzichtig zijn is echt nodig! Er werd veel gewaarschuwd. Desondanks zijn er twee Duitsers overleden in die gebieden waar wij waren, door de hitte tijdens het wandelen. Uitgedroogd.

mari.ada.op.reis 2016-06-22 23:34:23
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.