Het is hier een heerlijke rustige plek. Helaas waren we beiden vannacht niet lekker, diarree en overgeven. De eerste keer op deze reis. Dus we doen het vandaag rustig aan met eten en het programma.
Op de route naar de markt in Unkudelli, stoppen we bij de kleurige rijstvelden in de ochtendzon. Een man is met twee ossen de modderige ondergrond aan het egaliseren. De werktuigen die gebruikt worden zijn van hout en van generaties oud. Daarna zien we op een andere plek hoe klei, in mallen wordt gezet, gedroogd en rond een vuur wordt gebakken. Een familiebedrijfje op gepachte grond.
We gaan hoger de bergen in. Langs de weg groeit zwarte peper aan planten die rond een dikke boom cirkelen. Daaronder groeit koffie. Dan ligt er tussen de bergen een stuwmeer, voor het opwekken van elektriciteit. We rijden 50 km door naar Unkudelli.
Er zijn daar twee markten. De eerste van de Bonda's. Vrouwen en mannen dragen koperen en aluminium halsbanden en veel glazen kettingen in allerlei kleuren om hun hals en op hun hoofd. De oorringen zijn ook in alle maten. Het zijn kleine mensen die hoog in de bergen wonen en vele kilometers hebben afgelegd om op de weekmarkt te komen. Ze verkopen hun eigen gemaakte sieraden en zijn vooral gericht op de toeristen, dus ook op ons. Zomaar een foto maken gaat niet en kost wat geld (ca. 50 rupees=60 eurocent). Ze doen zelf ook inkopen op de markt. Ook verkopen ze vandaag groene bessen uit het bos en geschikt om drank van te maken, maar ook een huidzalf.(vitamine E)
Op deze markt worden de gebruikelijke zaken verkocht als groenten, fruit, tabak en natuurlijke medicijnen. Een groepje mannen en vrouwen drinkt met elkaar van de wijnpijp. Op andere markt treffen we een vrouw van de Gadabba stam. Ook zij heeft ver gelopen. Zij spreekt ook Oria, de gemeenschappelijke taal in Orisha, dus de gids maakt een praatje. Ze heeft hele zware halsbanden om en grote oorringen. De halsband gaat niet af met slapen, vandaar dat ze een extra plank van achter hebben, voor het evenwicht.
In de dorpen zien we nog andere stammen zoals de Parojas, de Rana en de Mali. Hun kleding en sieraden wijken niet zoveel af van wat we eerdere dagen bij de Bondhs zagen. Hun huizen zijn heel laag, vaak nog van leem, mooi geschilderd met kleifornuizen tegen de buitenmuur. We zien ook groentevelden met een combinatie van maïs, mosterdzaad en uien. Ze staan er mooi bij. De tumeric is geoogst en ligt te drogen. Rond het middaguur hangt er een slaperige sfeer in het dorp. Koeien en geiten lopen rond, er liggen mensen buiten te slapen en drie tienermeisjes luisteren via hun telefoon naar muziek. Maar ook zien we vrouwen met grote takkenbossen lopen. Terug naar de ecolodge om wat fruit te eten en een middagdutje te doen. Dan nog even een wandeling bij het dorpje in de buurt. Straks een maaltijd en op tijd het bed in. De openluchtkeuken doet zijn best met veel groenten, jackfruit, boontjes, bloemkool, rijst en chapati.
Geschreven door MarenP19.op.reis