Vandaag vertrekken we naar de laatste bestemming, en hopelijk het hoogtepunt van, deze reis: Tokyo. Helaas betekent dat ook dat het einde langzaamaan in zicht begint te komen, een feit waar iedereen zo min mogelijk bij stil wil staan.
Na een snel ontbijt gaat de groep weer richting het station. De eigenaar neemt, net als op de heenweg, onze koffers mee per auto. Aangezien het een wandeling van een half uur is, zijn we daar wel blij mee.
We houden het tempo er redelijk stevig in, omdat de planning deze ochtend ongebruikelijk strak is. Gelukkig hoeven we ons totaal geen zorgen te maken als we ruim tien minuten voordat de trein vertrekt aankomen.
We pakken als eerste de boemeltrein naar Nagano, een ritje van ongeveer een half uur, voordat we de Shinkansen richting Tokyo instappen. Hoewel het nog steeds gaaf is om met de supersnelle trein te rijden, is deze rit een stuk minder indrukwekkend. Veel lange tunnels en medepassagiers (zowel Nederlands als Japans) die de rolluiken stevig gesloten houden, zorgen ervoor dat er niet veel te zien is.
Na anderhalf uur stopt de trein in het hart van de stad. Onze reis is dan nog niet ten einde. Met behulp van nog twee treinen komen we aan bij ons hotel van de nacht: een Capsule Hotel bij het Tokyo Dome. We gooien de koffers af en gaan gauw lunchen voor Shun ons meeneemt op de middagtrip door de gigantische stad. Samen met Ruud, Roeland, Kerim, Kjell, Sandra, Birgit en Rick duik ik de metropool in.
Onze eerste halte is de Shibuya Crossing: Een enorm druk kruispunt waarbij het ook toegestaan is om schuin over te steken. De sfeer hier is vergelijkbaar met het Times Square in New York. Grote mensenmassa’s, felle neon- en LED-borden en luide muziek van de reclames die overal te zien zijn.
Ook is het aangelegen station van Shibuya, waar we aankomen, het decor geweest van een zeer bekend en treurig verhaal: Dat van Haichi, de hond die jaren voor de deuren van het station heeft gewacht op een baasje dat nooit meer terug van werk zou komen. We kunnen het dan ook niet nalaten om foto’s van het standbeeld, dat uiteraard tegenover het station staat, te maken.
Vanaf Shibuya lopen we naar Harajuku. Deze wijk staat vooral bekend om de winkeltjes waar je de opvallende kleren kan kopen die je vaak bij Japanners ziet. Deze zogeheten Lolita stijl is begonnen als manier voor jong-volwassenen om zich af te zetten tegen de werkcultuur van het land (nog even langer kind zijn), en is inmiddels een ‘gewoner’ onderdeel van de cultuur geworden.
We slenteren door het nauwe en overvolle winkelstraatje heen en proberen wat rond te kijken. Dit gaat vrij moeilijk omdat het bijna onmogelijk is om stil te staan. Ook rent de rest van de groep sneller door, waardoor iedereen tien minuten te vroeg alweer bij het verzamelpunt staat.
Als iedereen uitgekeken is (er blijken weinig mensen in Lolita stijl kleding te lopen), pakken we opnieuw de trein. Volgende halte: Akihabara. Akihabara, soms afgekort Akiba, is de electronicawijk van de stad en een hoogtepunt voor de wat meer nerdy types, zoals ik.
Ook Akihabara is voorzien van de nodige lichtborden met reclames en logo’s. De gevels die niet volhangen met schermen zijn in felle kleuren of plaatjes van anime-karakters beschilderd. Het is moeilijk om op de weg te letten als je hier rondkijkt.
Ik vraag Shun om wat advies voor een souvenir dat ik wil kopen voor één van de thuisblijvers. De winkel die hij me aanraadt blijkt geen succes, maar ik slaag uiteindelijk toch in één van de retro gaming-winkels iets verderop.
We hebben niet genoeg aan de afgesproken tijd met Shun, dus we sturen een appje dat hij door kan zonder Sandra en mij. Het blijkt dat wij niet de enigen zijn, en ook onze gids zelf is gespot in een stripwinkel vlak voor de afgesproken tijd. We blijven drie kwartier langer in de wijk struinen, ons vergapend aan de vele beeldjes van allerlei soorten tekenfilmfiguren, lokaal en westers. Er worden ook nog wat andere souvenirs gekocht, voordat we terugkeren naar het hotel om in te checken en onze koffers weg te slepen.
Eenmaal daar aangekomen, blijkt het halletje op mijn verdieping vol te staan met mangaboekjes. Helaas zijn deze allemaal in het Japans, al vind ik series waarvan ik de anime-versie al op Netflix heb gezien. Als ik me na een paar minuten weer los te weken van de boekenkast, bekijk ik mijn piepkleine kamer, waar m’n koffer nauwelijks liggend in past.
Later op de avond, nadat we ons volgepropt hebben met Ramen, vertrekken Sandra en ik naar Senso-ji, een boeddhistische tempel verderop in de stad. Eigenlijk staat deze voor morgenochtend op de planning, maar volgens de Lonely Planet is de tempel ‘s avonds meer indrukwekkend om te zien. Bijkomend voordeel is dat het er ook minder druk is.
Via de winkelstraat lopen we naar de tempel. De meesten zijn al dicht, maar toch weet ik nog een ander souvenir voor de thuisblijvers te scoren. Inmiddels heb ik voor iedereen een cadeautje gescoord. We lopen over het terrein heen, de verschillende beelden en gebouwen bewonderend.
Via tussenstops bij de Starbucks, waar ik de bekende mok scoor, en het hotel waar we de souvenirs droppen, eindigen we samen met Roeland, Rick, Ruud en Kerim in de bar, waar we nog een paar drankjes doen voordat ik in mijn capsule kruip om te slapen.
Morgen gaan we naar het laatste hotel toe, waar we de laatste twee nachten zullen doorbrengen. Omdat we een deel van het programma van morgen al hebben afgewerkt, is het nog even uitvogelen wat we gaan doen. Gelukkig lijkt dat geen groot probleem in een stad met meer inwoners dan heel Nederland.
Geschreven door Mikezuidhoek