Een rustige dag.
10:00, de kapitein van ons cruseschip haalt om persoonlijk op van het hotel. We hebben een trip op de rivier geboekt. De opstapplaats was nog geen 50 meter van het hotel. Watch your ..., Pok, te laat...., head. Op het achterdek was de wc gesitueerd, een houten hut van een bij een meter. Met een grote zwengel werd de motor gestart. Plop, plop, plop. Even later waren we op weg. Het oorverdovende geluid van de scheepsdiesel overstemde de uitleg van onze kapitijn. Bij probeerde ons het een en ander over de omgeving uit te leggen. Vergeefse moeite. We hebben dan ook vooral genoten van het uitzicht. Na een 3 kwartier varen berijkten we de stijger van het potenbakkersdorpje. Joe wanne buj from meeeee. Klonk het al weer snel. Op diverse plekken werd het potjeskleien gedemonstreerd. De draaischijf werd aan gedreven door een ander vrouwtje dan de boetseerster, net als alles hier is de efficiency ver te zoeken. Karin was het al snel zat en gaf de kaptein snel opdracht om weer het ruime sop te kiezen. We passeerde het dorpsplein waar een mooie boom stond. Hier hebben we dan maar een foto van genomen als herinnering aan dit onvergetelijke saaie uitstapje. Na een 30min varen waren we aanbeland bij de stijger van het timmermansdorp. Pok, weer te laat. We werden begroet door een aantal vietnameese vrouwtjes. Joe wanne buj from meeeee. No tank you. Groeten we terug.
In dit dorp werden uit hout allerlij mooie houtsnijwerken geproduceerd, vaak in gelegd met parelmoer. Echt ouderwets vakmanschap. Aan de oevers waren de scheepswerven gesitueerd. Op diverse plekken werden de naden van houten visserschepen dicht gestopt met bamboevezels gedrenkt in olie. Op andere plekken werden nieuwe schepen gebouwd. Hier kwam amper een spijker aan te pas. De verbindingen werden gemaakt met houten pennen. De jongens op de batavia werf in de flevopolder kunnen hier ook hun opleiding doen. Een stuk goedkopere herintrederscursus voor het UWV denk ik dan, en dat door leraren die het vak echt beheersen.
Na het bezoek in dit dorp hebben we ons aflaten zetten in de haven van Hoi An Old Town. Karin heeft haar door zweet doorweekte kleren verruilt door een gloed nieuwe jurk. Na de korte shopping tour wilden wij nog wat gaan eten in het typisch vietnameese restaurant waar we al eerder gegeten hadden. Bij het passeren van de mooie Japanse brug werden we verast door een tropische regenbui. De straten stonden al snel blank. Af en toe kwam en nog een verdwaalde scouter voorbij maar al het volk in de normaal zo drukke straatjes was verdwenen, ook alle winkelwaar werd naar binnen gehaald. Het leek wel uitgestorven. Je zag al snel een andere economie ontstaan, vrouwtjes op fietsen spuurden de straatjes af naar verdwaalde, schuilende toeristen. Umblela, raincoot. Buj from meeeee. Klonk het regelmatig. Tja ieder nadeel heb z'n voordeel. Ook voor de vietnamees. Niet veel later liepen we in ons veel te korte plastic regenjasje tot onze enkels in het water, door de straten die in beken waren veranderd naar ons restaurant. Hier hebben weer heerlijk gegeten. Waarschijnlijk door de bui waren we de enige gasten. Toen de bui was afgelopen kroop de stad als het ware weer uit z'n cocon. Binnen een mum van tijd was alles weer het oude. De vrouwtjes hadden de regenjassen en umblellaas weer veruild voor ander koopwaar. Alleen de "groet" Joe wanne buj from meeeee. Bleef het zelfde. De rest van de avond hebben we in het hotel verbracht, heerlijk met de e-reader en een glas vruchtensap op het dakterras.
Geschreven door ClerxOpReis