Sacrale wandeling naar het Putje van Heiloo

Nederland, Heiloo

Alweer even geleden, toch, dat ik hier een wandelverslag schreef? Dat komt doordat we niet wandelden en dat komt toch weer een beetje door het minder aangename weer van drie weken geleden en daarna door een supergezellig optreden met mijn band voor Gluren bij de Buren in Overveen bij de IJsendoorntjes in hun fraaie jaren dertig woning en vorige week had ik weer iets leuks, namelijk een arabische kookworkshop met mijn moeder Vera en met Liek, mijn schoonzusje (nog een verlaat verjaarscadeau voor mijn moeder die vorig jaar 80 werd). Alleen maar leuke dingen, toch, behalve dan die ene zondag snertweer, maar die hebben we heus goed besteed, don't worry.

Deze zondag, 19 februari 2023, hadden we al als ' wandel-date met zijn viertjes ' in de agenda gezet toen we in januari met Loes en Toon, schoonzus en zwager, door het wonderschone Twiske liepen. Encore, encore, vonden we, volgende maand weer zo'n fijne wandeldag!
Met deze twee wandelliefhebbers is het altijd goed toeven en we maken dan eigenlijk van de hele dag wel een feestje. Zo ook deze keer. De zaterdag ervoor maakte Ruut al ter voorbereiding een heerlijke Ossobuco, in de nieuwe Crockpot dit keer. Man, wat een heerlijke geuren hingen er in ons huis, zaterdag en wat was het moeilijk om niet alvast een beetje te nemen. Nee, we waren streng naar onszelf en ik maakte een wat meer degelijk hapje: gehaktballen - maar wel van de echte slager - en een ovengerecht met brocolli en roomsaus en kaas enzo, ook niet te versmaden btw. De Ossobuco zetten we na het afkoelen keurig in de ijskast, alwaar alle andere drankjes en hapjes meteen een vlaag van die geur meekregen. Luxeprobleempje, er zijn erger dingen.

Zondag echter, de negentiende februari, staan Loes en Toon geheel volgens afspraak om half elf sharp voor de deur. Klaar voor een mooie wandeling in Heiloo, die ik dit keer had uitgezocht en voor mijn doen goed had voorbereid. Dat wil zeggen dat ik om vijf voor half elf nog even snel uitdraaitjes maakte van de eerder doorge-appte wandelroute, ja, ik ken mijzelf - altijd last minute - maar ook omdat ik niet altijd maar vertrouw op de werking van de wandel-apps onderweg. Hoe vaak die er op het startpunt ineens geen zin meer hadden (wat door mij komt, ik weet het, ik doe dan dingen niet goed, vergeet te upgraden enzo): dus ik dacht, uitdraaien die hap, gewoon ouderwetsche papierwinkel mee onderweg.
'De wandeling heet de Neggenroute, is twaalf-en-een-halve kilometer lang en start bij het treinstation', lees ik op de korte beschrijving van WandelnetwerkNoordHolland. Gaat voor 80% over onverharde paden. 'Mooi', denk ik, 'daar houden wij wel van, niet te netjes.' Ik draai en passant ook een krantenartikeltje uit van De Telegraaf, een bijlage bij beschrijving, dat artikel, waarin de journalist de wandeling vol enthousiasme beschrijft maar wel waarschuwt voor de drukte onderweg. Het Heiloo-er bos schijnt vooral in de herfst zo ongelooflijk mooi te zijn, dat men van heinde en verre hier komt wandelen. En anders de Heiloo-enaars zelf wel. 'Mmm, dat is even wat minder, zoveel mede-wandelaars', bedenk ik me, maar ik vertrouw erop dat het vandaag mee gaat vallen: grauw weer tenslotte, een doodgewone februari achtige dag, okay, het is zondag weliswaar, maar alles is nog kaal en een beetje zompig. 'Dat gaat vast goed komen.' Ik trek de papieren uit de printer en spurt de trap af.

Beneden wachten Loes en Toon en Ruut mij op, op de bank gezeten. We drinken namelijk eerst nog koffie en het grote kletsen begint dan al. Op de een of andere manier zijn we daarin aan elkaar gewaagd: lekker ouwenelen. Er valt heel wat bij te praten, waardoor we misschien wat laat vertrekken, pas om kwart over elf, dus we arriveren bij startpunt station Heiloo tegen kwart voor twaalf.

Het parkeren bij het station is appeltje - eitje, gratis ook nog eens, alhoewel het heel dicht bij het station maar voor 2 uur mag. We rijden daarom een klein stukje door en vinden een fijne parkeerplaats bij het winkelcentrum, vlakbij. Ik fungeer vandaag als navigator en ik had me voorgenomen nu eens niet dromerig achteraan te lopen en alleen maar te kletsen en fotootjes te maken, neen, ik neem het voortouw. Wat met Loes en Toon erbij best lastig is, want zij zijn veel meer regelaars dan ik dat ben, maar het gaat me heel aardig af. Als we de spoorlijn over zijn gestoken, belanden we op de Westerweg en daar moeten we richting Nijenburg. Als er bij een driesprong, na 5 minuten lopen, al een langdurige en uitgebreide discussie dreigt over 'links, nee rechts, terug, nee doorgaan etc.' , haal ik toch maar even good old Google Maps erbij en sommeer bij de snackbar over te steken en dan rechtsaf te gaan. Wat de juiste weg blijkt.
Altijd bijzonder hoe de eerste honderd meter van een wandeling het moeilijkst navigeren lijkt. Misschien ben je dan nog wat onzeker of je het allemaal wel goed doet en draal je te lang??

We wandelen lang een prachtige straat vol fijne, grote huizen maar ook her en der een meer 'gewoon' huis met mooie goed onderhouden tuinen. We vermoeden dat deze huizen een Godsvermogen waard zijn. Klein of groot, niks gaat hier volgens ons onder de miljoen de deur uit.
Als we deze straat door zijn, verlaten we de bebouwde kom, alhoewel vlakbij - in ons zichtveld - nog huizen in beeld blijven, blijkbaar blijven we voorlopig nog wel in en rond het dorp lopen. We komen in een stuk bos en dan wederom weer bij de spoorlijn, moeten die oversteken. Cool om daar een foto van de te maken, van de rails, die kilometers rechtuit gaat, zowel achter ons als voor ons. Daarna nog meer bos en fijne slingerende paadjes. En dan komen we bij het volgende ijkpunt: Nijenburg.
De bewegwijzering van WandelNetwerkNoordHolland is trouwens uit de kunst, ik heb mijn hele papierwinkeltje en app niet nodig. Het wijst zich met recht vanzelf; wij moeten de hele route door de paarse pijltjes volgen en bij elke afslag wordt dat heel duidelijk aangegeven.
Nijenburg blijkt een prachtige, oude hoeve die iets van het pad af ligt. Terwijl ik deze beauty van een farm op de foto zet, nemen de anderen plaats op een bankje: tijd voor een bammetje, we zijn alweer een uurtje verder en de magen beginnen te knorren. We zitten daar heerlijk en ja, ondanks het grauwe weer en de nattigheid (we hebben zelfs voor alle zekerheid een paraplu mee) is het best druk met wandelaars, maar op de een of andere manier voelt het hier niet vervelend. We zeggen elkaar onder het wandelen allemaal netjes gedag en gaan elk ons weegs. Zoals het hoort, toch? Op het bankje gezeten app ik nog even met zoon en schoondochter in Hongkong waar het gelukkig weer goed mee gaat. Schoondochterlief is weer thuis na en korte ziekenhuisopname; ze moet nu vooral bijslapen en medicijnen slikken. Ruut en ik zijn weer helemaal gerustgesteld. En wat zijn we blij - nu helemaal na deze opname - dat we volgende week naar ze toe gaan, na elkaar ruim drie jaar niet irl te hebben gezien.

Na de break gaan we weer verder, passeren een heel sjiek appartementencomplex waarover we meteen hardop lopen te mijmeren, zo van: 'Later, als we oud zijn, dan gaan we daarin wonen, bovenin, in het penthouse, moet je kijken wat een prachtig balkon en wat een uitzicht!' Heiloo heeft blijkbaar patent op sjieke appartementencomplexen, we zien er meer onderweg en op grote oude villa's met rieten daken en ook veel mooi onderhouden tuinderswoningen met van die bunders grond eromheen, waar in het voorjaar vast bloemen bloeien en tuinbouw wordt bedreven. 'Wat zal het hier dan mooi zijn, nog mooier dan nu.' Wat we wel wat vinden detoneren, zijn de rare zwarte bouwzeil-afrasteringen om de landjes. 'Dat zou je hier niet verwachten. Apart, toch wel, dat dat overal weer anders is.'

We passeren een oud torentje waarvan ik aanvankelijk denk dat dat nu het beroemde kapelletje is, maar niks blijkt minder waar. Het is weliswaar een fraai bouwsel, maar het wordt gebruikt als PEN-huisje. Grappig, hoe dat werkt: ik ben blijkbaar zo eager om die beroemde kapel te zien - ons volgende ijkpunt in de route - , met die bron met heilig water, dat ik al bij het eerste het beste mooie, bijzondere bouwsel denk, dat dat 't is. We laten het sexy PEN-huisje achter ons en wandelen over een dijkje waarlangs rijen met knotwilgen en wederom prachtige huisjes, gaan na enkele honderden meters het dijkje weer af en komen op een open stuk land met een stoer, lekker zompig wandelpad over knoestig land. We wandelen enige tijd zelfs over een slikkerig smal paadje langs een brede sloot waar gevlochten, gebonden wilgentakken als oever-wering dienen. Het landschap is hier wonderschoon, echt een beetje oer met verwaaide bomen, watertjes en rommelig land vol bonken gras en riet. Helemaal ons ding. Als we dit stuk land over zijn, komen we bij een smal kanaaltje, met een houten hoge brug, maar daar moeten we niet over, helaas (het ziet er aan de overkant zo interessant en mooi uit) maar we gaan richting een smalle geasfalteerde 2-baans autoweg: de Heiloo-er Zeeweg naar blijkt. Al snel laten we die weg weer rechts liggen, en komen uit op een pad dat ons naar - daar is 'ie dan eindelijk - het 'putje van Heiloo' en bijbehorende kapel brengt. Eerst moeten we via een tunneltje het spoor onderdoor en als we weer bovengronds komen, lopen we recht op de entree van dit heilige, roomse complex af.

We zijn verbaasd over hoe omvangrijk het complex is. De kapel is best groot. De gebouwen en overkappingen eromheen ogen haast Aziatisch, dat komt door het kleurgebruik, het houtwerk is ossenrood en donkergroen geverfd. Voor de kapel prijkt daar de beroemde put, maar voordat we die nader inspecteren, betreden we eerst de kapel. Binnen gekomen overvalt ons de serene rust, de stilte. Een aantal bezoekers zit in de bankjes en bidt. We nemen geen plaats, we komen hier tenslotte niet om te bidden, zijn slechts eenvoudige wandelaars, maar geven onze ogen de kost. Daarna gaan we naar de plaats voor de kapel, naar de put waar een deksel op zit en in dat deksel zit een kleiner dekseltje dat even later door een paar dames opgetild wordt. Onder dat kleine dekseltje hangt een touw - zien we - en daar hangt weer een bakje aan. Ze laten het touw eerst even vieren, luisteren of zij water scheppen en ja hoor, het bakje vult zich met water. Dan tillen ze voorzichtig het bakje omhoog en pakken het nog voorzichtiger dan voorzichtig op. Er wordt niks van het heilig water gemorst. Omdat we niet al te nieuwsgierig willen lijken, kijken we niet rechtstreeks naar hun handelingen, maar wel stiekem vanuit onze ooghoeken. Ik zie dat ze water over hun gezichten laten stromen en een van de twee gooit het resterende water over haar benen, zo over haar broek. Dan hangen ze het bakje weer in de put, dekseltje dicht en stilletjes, inzichzelf gekeerd lopen ze weer weg.
Indrukwekkend. Ik krijg er gedachten bij, zoals: 'Ze heeft vast iets aan haar benen'. Vermoedelijk komen de bezoekers van heinde en verre naar de kapel en de put om te bidden en het heilig water haar heilzame werk te laten doen, net als in Lourdes.

We kuieren verder over het terrein. Rond de nabijgelegen kerk loopt een pad waarlangs allemaal kleine kapelletjes staan met in elk kapelletje een bijbelse afbeelding op tegels in verhaalvorm, als een soort stripverhaal dat bij elke volgend kapelletje weer verdergaat, even oneerbiedig gezegd.
Bordjes wijzen bezoekers de weg naar de kapel, de bron, de kerk, de biechtruimte, de toiletten uiteraard en naar een winkeltje waar ook wat gedronken en gegeten kan worden. Daar gaan we natuurlijk graag even naar binnen: thee drinken en zoals het ware senioren betaamt, nemen we er een stuk appeltaart bij, heerlijk, wat is het toch fijn om 60-plusser te zijn en overal koffie of thee met appeltaart te nuttigen. Aan zelfspot geen gebrek. Ook bewonderen we de uitgestalde koopwaar: veel heiligbeeldjes en ook heel veel boeken over het geloof. Ik zeg je eerlijk: echt niet mijn ding, is word er altijd suf en somber van, van die kerkelijke dingetjes. Ik vind het gewoon niet mooi en de inhoud van de boeken staat me tegen, maar goed, ieder zijn meug; ze doen er trouwens bijzonder goede zaakjes, het is druk en er wordt gretig gekocht.
Wel vind ik leuk want interessant om al die heiligen hier uitgestald te zien, te bekijken. Sommigen had ik nog nooit van gehoord zoals de Heilige Rita. En de Heilige Franciscus staat er ook tussen, die van ons pelgrimspad in Italië vorig jaar, de Via Magna Francigena. En ook de Heilige Antonio kijkt ons vanuit de vitrine devoot aan, een kindje op de arm. Omdat Toon eigenlijk Antonio heet, zet ik ook deze heilige knakker op de foto. We zoeken zelfs even op wanneer het ook alweer zijn naamdag is in Spanje, de dag van Antonio. Zo'n dag waardoor je als toerist altijd overvallen wordt want: 'Tjeetje, waarom zijn vandaag nu weer alle winkels en cafeetjes en de banken dicht?!' Nou, dat is dus op 13 juni en dan vieren de Spanjaarden het bestaan van Heilige Antonio.

Na dit hemels intermezzo verlaten we het sacraal complex weer, dit keer via de hoofdingang wat er best wel heel commercieel uitziet, met een streng toegangshek en een grote parkeerplaats voor de deur - vast voor alle touringcars vol gelovigen - en wij gaan weer terug richting dorp. Op naar het eindpunt, wederom NS-station Heiloo.
We lopen nu weer door de bebouwde kom en kijken onze ogen wederom uit op de magistrale, prachtige kanjers van oude huizen, veelal met rieten dak. 'Hier moet toch een hoop geld zitten', concluderen we. 'En da's vast niet alleen verdiend met de tuinbouw en de bloembollen.' We vragen ons af of Heiloo zo rijk is geworden door die heilige bron. Het valt ons ook op dat er echt veel kerken staan in dit dorp. En ik bedenk me dat de naam Heiloo vrij vertaald 'Heilig Water' zou kunnen betekenen.
Onderweg koop ik trouwens nog een paar bosjes tulpen, die staan daar voor weinig geld te koop op een kar langs de weg bij een bollenboer voor de deur. Twee bossen voor slechts drie euro vijftig: ik kies ze in de kleuren kardinaal- en scharlakenrood, voor thuis, straks, waar ik de dag ervoor de uitbloeide tulpen net had weggegooid.

Als we het eindpunt bereiken, best wel moe en parbleu, die twaalf-en-een-halve kilometer blijken volgens de stappentellers toch ineens weer ruim veertien kilometer geworden te zijn - ligt dat nou aan ons dat we altijd meer lopen dan de routebeschrijving aangeeft... - stappen we met onze stramme zestig-plus-pootjes (behalve Loes, die is nog 'ergens in de vijftig') de E-car weer in en zoeven naar huis. Daar wacht ons de overheerlijke Ossobuco gelardeerd met een fijn glas Italiaanse wijn.

Laat ons maar van het leven genieten, daar hebben wij geen heilig water voor nodig.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.