Stuifduinertocht; 23 x klimmen door het mulle zand

Nederland, Schoorl

Twee weekenden geleden hakten we de knoop door: we boekten 2 tickets voor naar Palermo. 7 maart gaan we. De eerste paar dagen verblijven we in een aller-charmanst appartement in de binnenstad, gewoon, om te wennen aan Sicilië, aan het 'in het buitenland zijn' want och wee, wat is het lang geleden dat we hebben naar een ander land hebben gereisd. De laatste keer was naar Hongkong, naar zoonlief en schoondochterlief. Daarna, in januari 2020, ging eerst China op slot, na afloop van de viering van het Chinese Nieuwjaar, dus ook Hongkong, de kinders in de sneltrein uit Peking - ze waren er op familiebezoek geweest - konden nog maar net aan in Hongkong geraken en toen ging Bam alles dicht daar in Azië. Ze waren er danig van onder de indruk en appten met ons en waarschuwden ons voor dat akelige virus. Wij hier in Nederland begrepen niet wat daar nu precies voor ernstigs gebeurde en vroegen onbekommerd aan de zoon waarom ze zich zo druk maakten om 'een stevig griepje'. Onze kinders waren toen al in quarantaine - merkten dat wij 't niet snapten en hadden het daar maar mee te doen - daar zaten ze dag en nacht in een werkelijk waar piepklein flatje, maandenlang, saampjes, en werkten vanuit huis. Boodschappen deden ze eens per week, gekleed in een soort maanpak met driedubbeldikke mondkapjes. Pas in maart drong het hier in Nederland door, ervoeren wij de impact en de ernst en nou ja... de rest hoeven we niet meer te beschrijven hier.
Sindsdien zijn wij, Ruut en ik, niet meer naar het buitenland geweest en bestaat het contact met de kinders in Hongkong uitsluitend uit wat ik nog steeds Skypen noem, maar eigenlijk is het beeldbellen. Phone tegen de bloemenvaas, inbellen, kop thee erbij en kletsen maar. Bijna dagelijks appen we met elkaar; eigenlijk hebben we zo meer contact dan wanneer we een paar kilometer van elkaar zouden wonen, lijkt het wel, maar toch, liever krijg ik ze gezellig op bezoek en zie ik ze i.r.l.

De angst voor het virus leeft nog steeds bij ons en na lockdown nummer zoveel, eind vorig jaar, zonk ons de moed wel een beetje in de schoenen. 'Zou onze wandelretraite nog wel doorgaan', vroegen we ons af. Alweer was alles op slot en ondanks vaccinaties & boosters raakten er genoeg naasten & collega's toch besmet en werden zelfs behoorlijk ziek.
Nederland kleurt nog steeds rood en dat geeft het gevoel dat men in het buitenland niet erg op onze komst zit te wachten. Kortom, ons enthousiasme voor onze wandelretraite van maart tot juni dit jaar begon deerlijk te tanen. En te tanen. Dan weer zeiden: 'Nou, we kappen het maar af, jammer dan, misschien later'. Maar dan baalden we weer zo, want ja, Ruut had al die drie maanden sabbatical geregeld en ik had al gezegd dat mijn opdracht niet meer verlengd kon worden na 1 maart. En iedereen was ook zo enthousiast over onze plannen, vond en vindt het fantastisch en tja... toen hadden we er laatst toch weer echt superveel zin in en toen zeiden we: 'Morgenochtend, bij een kop koffie, gaan we zitten, we schrijven alles op wat er moet gebeuren voor de retraite en we beginnen met regelen.'

En zo geschiedde. Tickets geregeld, appartement in Palermo geregeld, wandelgidsen gekocht voor de pelgrimspaden op Sicilië, voor de 100 Muraches wandeling op Sardinië. En alvast bedacht dat we van Algero oversteken met de boot, in mei, naar Spanje. Wat we daar gaan doen, waar we gaan wandelen, dat weten we nog niet precies. Dat bedenken we onderweg wel.
Nog een rugzak gekocht voor mij, kledingvoorraad aangevuld met nog wat shirts en sokken. En dan nu weer trainen. Want in december deden we - behoudens een korte wandeling hier en daar in de buurt - niet veel aan beweging.
Al een paar keer had ik de afgelopen weken op zaterdag een wandeling door-ge-appt aan Ruut maar die reageerde steeds maar niet zo niet eager. Maar gisteren appte ik de boswachterswandeling Stuifduinentocht door, 17 kilometer, van Schoorl naar Hargen en weer terug door het bos naar Schoorl, goed te doen, dacht ik zo, en qua afstand en dichtbij huis en zie daar, hij had er weer zin in. Hoera!!

Vanochtend na het ontwaken en ontbijt, dus de schoenen, broeken, jassen, shirts weer aan, petjes op en gaan met die banaan. Eerst een fraaie rit - dit keer in mijn corona-karretje zodat de accu weer opgeladen zou blijven - naar Schoorl. As usual waren daar echt alle parkeerplaatsen bij het bos vol. Geergerd - Ruut haat dat daar zo'n beetje, dat parkeren - of niet parkeren zo u wilt - bij Schoorl, scheurde hij weg van het bosrand. Ik onderwijl zocht via Maps naar een nabijgelegen parkeerplaats en die bleek 1,4 kilometertjes verderop te zijn, bij theater De Blinkerd. Daar hadden we echt een zee van ruimte. We stalden mijn auto aldaar en wandelden naar het beginpunt, het bezoekerscentrum in de duinen van Schoorl. Daar was het behoorlijk druk, veel, heel veel gezinnetjes met veel, heel veel kleine kindjes en hondjes. We baanden ons een weg door de drommen rondrennende peutertjes en honden en vonden al snel de paaltjes met de pijltjes die alle wandelingen vanuit hier aanduiden. Wij moesten de witte pijltjes hebben, die zouden ons begeleiden langs de Stuifduinentocht.

Maar eerst drinken we lekker een coffee to go buiten, gezeten op de bank aan de rand van het bos, samen met nog aardig wat andere wandelaars. Na de laatste slok koffie, echt een aanrader, de koffie daar, bijzonder goed - wandelen we de eerste meters van de tocht. Meteen klimmen is het, naar het bovengelegen pad. We komen direct in het bos en daar is het de eerste kilometers best nog druk met andere wandelaars, veel zondagswandelaars en behoorlijk wat van die bikers die groepsgewijs de bossen en duinen van Schoorl onveilig maken; ze crossen daar heel stoer over allerlei speciaal voor hen aangelegde fietspaden, veelal zanderige paden maar soms ook vlonderpaadjes.

Na zo'n drie kwartier wordt het ineens stil om ons heen. De afstand die we lopen is nu zo'n vier kilometer dan dat is voor de zondagswandelaar net even te ver. Lekker, die stilte. Het bos is niet alleen stil door het ontbreken van mensen maar ook omdat er echt geen zuchtje wind staat. De bewolking is laaghangend, maar niet dik. Grijswitte wolkendekens zijn het waar je her en der de blauwe lucht doorheen ziet schemeren die op de een of andere manier lila lijkt.

We wandelen stevig door, in het begin gaat het moeizaam, bij mij althans, ik voel dat de conditie verslechterd is door al het thuiszitten, maar dan ineens begint het kacheltje in de beentjes te gloeien en gaat het weer als vanouds. We hebben mooi eenzelfde tempo en al pratend en mijmerend lopen we daar door dat wonderschone bos. Vol hoge statige sparrenbomen staat het er en als we de rand bereiken, gaan we even zitten op een bank bij een picknicktafel en we verschalken ons eerste - jawel, daar is hij weer - krentenbolletje. Drinken water uit de Doppers. Het voelt weer zo vertrouwd.

We pauzeren niet al te lang want we koelen snel af. Onze warme winterjassen houden de kou niet tegen. We wandelen door en komen bij de duinen, de stuifduinen dus. Af en toe lopen we gelijk op met andere groepjes die deze wandeling doen; veelal wat oudere medemensen, net als wij. Blijkbaar is dat wandelen van dit soort tochten populair onder onze populatie, onze generatiegenoten.

Een van de eerste dingen die we moeten doen nu we in het duingebied zijn, is een hoog duin opklimmen. Met een trap, gelukkig, maar toch, het is stijl en door het vele zand tussen de treden, behoorlijk zwaar. Boven wacht ons de beloning, een machtig mooi uitzicht. Wat we dan nog niet weten dat we tijdens deze wandeling talloze hoge duinen mogen beklimmen en ja, altijd met dat machtig mooie uitzicht als beloning, maar mensen, wat is het zwaar. Tot en met de laatste kilometer worden we getrakteerd op deze verrassingen. Voor wie 'm ook gaat lopen is het goed te weten dat het wel wat van je vergt, wandelen door het rulle zand maar vooral heel veel klimmen door het rulle zand. Ik klaag niet snel maar aan het eind van de wandeling, die ook meer dan 17 kilometer bedraagt, mind you, ik schat 'm op 19 kilometer, was ik behoorlijk kapotmoe. Maar dan dacht ik aan de wandelretraite en aan de pelgrimsroute waar je niet anders doet dan dan weer klimmen en dan weer een beetje dalen en dan weer hoger klimmen. 'We gaan hier vanaf nu steeds trainen', spreken we af. 'Wekelijks, want hier is het niet vlak maar glooiend. Hier lijkt het al een beetje op de bergen.'

Vrienden met wandelervaring in de bergen raden ons aan om van die stokken mee te nemen; die helpen je omdat dat wandelen in de bergen een aanslag op met name je knieën is, je steunt jezelf door die stokken, maar het voorkomt ook uitglijden en vallen. Doordat je moe wordt, we merken het vandaag ook, struikel je sneller. Tijdens deze tocht hebben zowel Ruut als ik een paar keer onze tenen gestoten aan wortels van bomen. Elke keer als je je stoot en struikelt ben je weer een tijdje op je que vive. Even en dan verslapt de aandacht weer. Maar toch, liever heb je niet dat je bijna valt, toch? We gaan dus nog van die stokken kopen.

Na het duingebied komen we op het strand van Schoorl en wijzen de witte pijlen richting Hargen. We wandelen een paar kilometer over het harde zand - het is eb - en genieten enorm. Altijd zo heerlijk, hier, op dat brede strand met die golfbrekers vol groen wier en mosselen en die rijen houten palen op een rij ook om de golven te breken. De zee die ruist en bruist. Ondanks dat het windstil is, zijn er aardig grote golven. Machtig mooi is 't!

Na een paar kilometer moeten we opgang op naar Hargen. Op dit punt van de wandeling begin ik te voelen dat ik het wel zwaar vind. Dat klimmen tegen zo'n hoge duin, geen trappetjes, foei, het valt mij niet mee. Vrouwmoedig stap ik in de voetstappen in het zand van Ruut, een slim trucje dat ik vroeger als kind op de atletiekclub heb geleerd als we trainden in de duinen. Als je moe wordt, ga dan in het kielzog van een ander lopen en stap in zijn voetafdrukken. Degene voor je maakt ongemerkt een trappetje voor je. Het scheelt, echt, probeer het maar eens.

Het duingebied hier is is werkelijk waar wonderschoon. Allemaal kleine duintjes die elkaar opvolgen, begroeid met mos, lage grillige struiken en boompjes. Helmgras in grote pluimbossen. Zo lopen we kilometers lang door maar ach wee, af en toe klaag ik wel eventjes hoor, want echt de hele weg moeten we door het mulle zand lopen. Mijn voeten worden hier niet zozeer moe van maar ik krijg het er echt vreselijk warm van. 'Het lijkt net of ik bezig ben met een schaatstocht die te lang duurt, waar ik vol enthousiasme aan begon maar die ik eigenlijk beter niet had kunnen rijden omdat ik eigenlijk niet goed genoeg kan schaatsen. Zo voel ik me,' zeg ik zielig tegen Ruut. Die besluit dat hij de sterktste moet zijn en let goed op dat we wel in hetzelfde tempo blijven lopen. Zo helpt hij me goed. Ware liefde is dit. Niks vervelenders dan als je moe bent en je wandelpartner gaat een heel eind voor je uit lopen. Ik althans zou dat niet fijn vinden.

Neemt niet weg dat ik enorm geniet van de schoonheid om mij heen. We komen uit bij een prachtig duinmeertje, het ligt er vol met dikke drollen van de oerossen die hier vrij rond lopen en hier blijkbaar water drinken - we zien er trouwens geen eentje, waar zijn ze!? - en we gaan zitten op de dikke takken van een boompje. Eten en drinken wat, rusten uit en kijken hoever we nog moeten lopen. Nog een paar kilometer, zie ik. Ook nu koelen we snel af, we kunnen hooguit tien minuten rusten en moeten dan weer gaan bewegen.

Fluks wandelen we door. En door. En door. Die laatste kilometers... er komt ogenschijnlijk geen eind aan. We belanden bij een gebied waar in 2009 alles is verbrand. Een groot bord vertelt daarover. 'Dat het alweer zo lang geleden is', denk ik. 'Het leek veel korter terug.' Maar goed, na de brand herstelde de natuur zich wonderbaarlijk snel. De hagedissen bijvoorbeeld leven hier weer in grote getale.

Na dit stuk hersteld duingebied komen we bij - och hoe heerlijk - weer een 'gewoon' geplaveid wandelpad. Wat loopt dat ineens heerlijk, als over wolkjes. Ik kikker weer op en voel me weer de babber, maar dan ineens, weer een afslag en nee, weer een duin en een zandpad en weer klimmen. Maar dan weer een beter pad, ik kikker weer op en praat honderduit. We horen op dit punt alweer kinderstemmetjes vlakbij, zijn vast niet ver van het bezoekerscentrum. 'Jippie', denk ik, 'ondanks alle schoonheid van dit pad, ik ben nu best wel een beetje blij dat ik er ben'. En dan weer, nee, oh nee, wijst de witte pijl ons weer onverbiddelijk naar... een duin en naar een ... zandpad. 'Nee, neeeee, nu echt de laatste hoor', denk ik. 'Ruut, ik ben echt kapot hoor, pffff, ik sleep me echt een beetje voort.'

De laatste klim is ook meteen de ergste. Als we boven zijn, zijn we - als ik me niet vergis - op gelijke hoogte met het klimduin ietsje verderop. Dat is die 'wereldberoemd in Nederland duin' waar alle gezinnetjes uit Noord Holland wel geweest zijn en nog steeds naar toe gaan. wij deden het met onze kinderen. Mijn vader en moeder met mij en mijn broers en zus en al onze vriendjes en vriendinnetjes die we altijd mee mochten nemen. Als je dan eindelijk die klim naar boven hebt gered, laat je je uitgelaten naar beneden rollenbollen of je rent heeeeel hard (en dan val je geheid) naar beneden. Waar pappa en mamma op je wachten en waar je dan tegen zegt; 'Goed he, nog een keertje, hoor.' En daar ga je weer, naar boven. De vaders en de moeders hebben daar met recht geen kind aan hun kinderen. Die zijn uren aan het klimmen en naar beneden aan het rollenbollen.

Goed, we zijn dus een megahoog duin opgeklommen en moeten vandaar uit een megahoge trap af. Die trap is nagelnieuw en voor kaboutervrouwtjes als ik wat lastig af te lopen. Andere kaboutervrouwtjes zullen dit herkennen: je kunt net geen trede in een keer af, moet steeds van die truttige tussenstapjes maken. Ruut, die geen kabouterman is, stapt gewoon met die lange benen stap stap stap van tree naar tree. Ik daal de trap af als een oude trut. Een meisje achter mij blijft keurig achter me lopen, ze vindt het blijkbaar onbeleefd om me in te halen. 'Meid, haal me maar in hoor', zeg ik en ik schuif naar links. Opgelucht huppelt ze met haar jongemeisjes benen, de hinde, naar beneden.

Maar goed, dit wat de laatste onverhoedse hindernis. We zijn er. Nog een kleine vierhonderd meter moeten we tot we weer bij het bezoekerscentrum zijn. 'Zeg, zullen we hier nog even een lekkere plas doen, want de autorit is best nog lang en... ' Ruut vindt dat een opperbest idee en vindt ook dat we ook nog wel een lekkere bak koffie verdienen, met een koek erbij. En zo gebeurt het ook. We scoren weer twee overheerlijke bakken koffie, doen zo'n koek met stukjes witte chocolade erbij, eentje, die delen we netjes want tja, we mogen niet te dik worden he, zo vlak voor onze wandelretraite en genieten met een hoofdletter G. Doen onze goddelijke plas. En wandelen vervolgens weer terug naar de parkeerplaats in het dorp bij theater De Blinkerd.

Met krakerig benen en zweterige lijven stappen we in mijn lage karretje. 'Zeg, wat is de stand, Ilse? hoeveel stappen hebben we gezet, hoeveel kilometer gelopen?' Ik open Samsung Health en lees met een gewichtige stem het resultaat voor. bijna 30.000 stappen, beste man. Ruim 20, bijna 21 kilometer. En in totaal .... 23 trappen!! We zijn onder de indruk van onszelf. Zo lang niet getraind en dan hups, meteen zo'n megascore!

Moe en gelukkig tuffen we in mijn coronakarretje weer naar huis. Slaan voedsel in maar thuis ga ik toch eerst maar even een half uurtje in een warm bad. Lekker even dobberen. fotootjes bewerken. Dit logjes schrijven. En dan straks met roze wangetjes op tijd naar bed.

Serieuze tip voor andere wandelaars over deze Stuifduinentocht: hij is ongelooflijk mooi maar ook best pittig, en dat komt met name door de vele kilometers die je door het mulle zand loopt en door de talloze klimmetjes de duinen op. In totaal 23 klims. Da's veel, heel veel.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.