de Blote Voeten Wandeling

Nederland, Castricum aan Zee

Onze laatste vakantiedag vandaag, ik heb twee weken genoten van het zalig niks-doen. De man had vrij vanaf afgelopen donderdag, die had een lang weekend met mij mee genoten van het zalig niks-doen. Ondanks het wat onbestendige weer, maakten we van elke dag een feestje. Die feestjes vonden opvallend vaak plaats op het strand, in liggende houding, met onze halfblote oude-mensen-lijfjes amechtig uitgestrekt naar de zon.

Vanochtend zitten we nog even te dubben wat te doen. De man voelt zich geroepen om de badkamer schoon te maken. Zijn corvee-klus. Ik kan niet geloven dat hij dit werkelijk meent en vraag hem of hij helemaal betoeterd is. 'Onze laatste vakantiedag samen ga je toch niet besteden aan het schoonmaken van de badkamer? Die besteed je toch aan iets leuks doen samen met je meissie? Kom op, we gaan erop uit hoor. Lekker wandelen.' 'Laten we naar Callantsoog gaan', oppert hij en we springen op van onze keukenstoelen, pakken onze tassen in maar twijfelen nog wel even over onze outfit. De man is al bezig zijn wandelschoenen aan te trekken, maar ik weerhoud hem daarvan. 'We gaan toch geen kilometers lopen vandaag, joh, het is al een uur, voordat we in Callantsoog zijn is het tegen twee uur. Dan kun je geen 20 kilometer meer wegtippelen. Laten we gewoon lekker over het strand gaan wandelen.' Hij dringt nog even aan, vindt dat ik ook mijn wandelboots aan moet trekken, dat dat gaaf zal staan onder mijn kekke rokje. 'Echt niet, da's toch geen potje. Ik ga op mijn sneakers en die doe ik lekker uit op het strand. Ga ik blootsvoets. ' De man verruilt zijn boots voor twee frêle slippertjes. We vertrekken.

Eerst nog even tanken en als we wegrijden bij het benzinestation is ons plan alweer gewijzigd. We gaan naar Hargen aan Zee. 'Nee', zeggen we na een kleine kilometer rijden, 'we gaan naar Castricum aan Zee. Een strandwandeling is een strandwandeling tenslotte en waarvoor zouden we daarvoor zover weg gaan. Met een kwartiertje zijn we in Castricum.' En zo geschiedt. We zijn al voor half twee in Castricum aan Zee, parkeren de koets op het grote bijna lege parkeerterrein en betreden al snel het strand. Het is verdomd lekker weer, beter dan in Krommenie, daar was het bewolkt, hier schijnt de zon en het is lekker warm. De schoenen gaan uit en we beginnen te wandelen. Heerlijk. Het is volledig eb, wat betekent dat er lekker veel hard zand is. Dat loopt goed. In een pittig tempo gaan we richting Egmond aan Zee. Na een paar kilometertjes hebben we het strand voor ons alleen. Hier komt geen kip meer, behoudens een paar hanggliders die soepeltjes manoeuvreren op de thermiek boven de duinen. Het licht is werkelijk waar schitterend mooi, het lijkt net of we in zo'n schilderij van Katwijk van een eeuwtje of wat geleden lopen. Met van dat oud-Hollandse licht!

Er liggen echt idioot veel kwallen, heel veel kleintjes ook en heel veel schelpen waaronder talloze scheermesjes. Hele bedden met klein, bijna wit krullerig wier, dat oogt als koraal. Nooit eerder zo gezien. Ook wel van die vieze stookolie-rommel, da's toch altijd wel kwalijk, want de meeuwen die hier in allerlei soorten en maten rondscharrelen langs de waterlijn, lopen er dwars doorheen.

Onderweg begin ik mijn voetjes wel een beetje te voelen. Het lijkt wel alsof ze een beetje opgezet raken, ik merk dat ik wat compenseer om de pijntjes te ontlopen. Vooral mijn linkervoet laat van zich voelen. Maar als je heel lang loopt, lijkt het alsof het allemaal een beetje verdoofd raakt. De pijntjes ebben weer weg.

Na ruim een uur wandelen doemt Egmond aan Zee op. De aloude skyline lijkt zich zo te zien uitgebreid te hebben met een reuzenrad. Omdat ik niet zo goed zie in de verte, verifieer ik bij de man. 'Zie ik daar nu een reuzenrad?' Ja, dat klopt dus. Zo'n vijfhonderdmeter voor de eerste strandopgang van Egmond aan Zee wordt het al behoorlijk druk met badgasten. Ondanks dat het geen uitgesproken strandweer is, is iedereen van die echte stranddingen aan het doen zoals daar zijn: met het hele gezin op een groot badlaken zitten, moeder deelt drinken uit, de kinderen kiften met elkaar en vader sommeert ze om daarmee op te houden; hondjes rennen achter balletjes aan; kinderen bouwen zandkastelen en graven kanaaltjes voor als straks het water weer opkomt; een skiër probeert te skiën maar het lukt hem niet; er wordt gebadmintond en gevoetbald; bootjes worden uit het water gehaald en naar het strandhuisje gebracht etc. etc. Je komt ogen te kort in elk geval.

We gaan naar de grootste strandopgang van Egmond aan Zee, gaan in de buurt van dat grote reuzenrad zitten op enorm grote banken. 'I Love Egmond', staat er op een groot doek midden in het rad. Er zitten niet veel mensen in, de meeste bakjes zijn leeg. Misschien komt het wel omdat het vandaag niet zulk helder weer is; wat valt er te zien als je helemaal bovenin zit? Vast niet veel. Na het nuttigen van de geijkte krentenbol en appel, maken we een wandeling door Egmond aan Zee. Als vanouds is meer dan de helft van het volk dat door de super-gezellige hoofdstraat loopt, Duitser. Da's voor de ondernemers hier vast heel fijn, want die geven wel uit. 'Het lijkt net of het hier altijd hetzelfde blijft', zeggen we tegen elkaar. Sommige boetiekjes en winkeltjes zitten hier echt al tientallen jaren, net als de ijsboertjes en eetcafeetjes. Als we het dorp weer uit lopen gaan we nog even langs de Jan van Speyk toren, de prachtige, grote vuurtoren die min of meer midden in het dorp staat. Een fotogenieke vuurtoren is het, ik ben niet de enige die 'm van alle kanten kiekt (terwijl de man lijdzaam zit te wachten tot ik eindelijk eens klaar ben).

Als ik dan eindelijk klaar ben, moet ik weer eens piesen. We nemen maar even een kop thee op een terras zodat ik zonder gene gebruik kan maken van het toilet. Daarna hervatten we de terugweg. Het is al rond vijf uur 's middags. We lopen tegen de stroom badgasten in die en masse het strand verlaten. Wat is dat nu? Op het strand merken we pas echt waarom: het weer is omgeslagen. Het is een stuk frisser geworden en de lucht is donkergrijs. Er dreigt regen. Iedereen maakt haast om te vertrekken, het is helemaal een beetje paniek in de tent. Babietjes huilen, moeders trekken nerveus snel, snel kleertjes aan bij de kinderen, hondjes blaffen zenuwachtig. In no time stroomt het strand leeg. En wij, wij lopen juist het strand op, de donkere lucht tegemoet.

In dat kleine uurtje dat we in het dorp waren, is het vloed geworden. Het harde zand waar we op de heenweg zo lekker over liepen, is verdwenen onder het water. We strompelen zo'n beetje door het zachte, mulle zand dat ook nog eens vol ligt met echt heel veel kwallen en kwalletjes en scherpe schelpen. Ik voel ondertussen mijn voetzolen flink branden. Dat gaat niet goed met die voetjes van mij. Om de pijn te verlichten ga ik in het water lopen, maar dat loopt zwaar. En juist in de vloedlijn wemelt het van de kwallen die ik moet ontwijken, want anders heb ik er ook nog een kwallenbeet bij. Wat een gedoe. Ik begin te mopperen. 'Misschien moet je toch je schoenen maar aandoen', oppert de man. En dat doe ik dan maar. Heel gentle biedt hij mij zijn T-shirt aan, staat daar in zijn blote bast, zodat ik mijn voetjes goed schoon kan poetsen alvorens mijn sneakers aan te trekken. Dat kost best nog wel moeite omdat mijn voeten zo stroef zijn door de kou en het vocht. Maar goed, het lukt en opgelucht loop ik naast de man verder.

Dan begint het te regenen. We zijn inmiddels zo'n beetje de enigen nog op het strand. Er is geen kip meer, behoudens de twee hanggliders die nog steeds speels als vogels spelen met de thermiek. Wij ondertussen raken al snel helemaal doorweekt en we worden moe door dat gezeul door dat zware losse zand. 'Oeps, waar zijn we mee bezig', denk ik bij tijd en wijle. Soms mopper ik een beetje tegen de man die voor mij uit loopt en veel te snel gaat. Hij loopt nog steeds op blote voeten en kan door het water lopen. Ik ben genoodzaakt door het droge, mulle zand te lopen. Ik raak geregeld op achter. 'Je gaat te hard voor mij, hoor', zeg ik dan zielig en dan gaat hij braaf achter mij lopen zodat ik het tempo kan bepalen. Maar ja, dan zie ik weer iets dat ik moet fotograferen of filmen en dan haalt hij me weer in. Zo gaat het een kleine acht a negen kilometer door en dan... ja dan.. eindelijk, zien we de strandtenten van Castricum aan Zee weer opdoemen. Eerst die van Bad Noord, een hippe strandtent die aan de strandopgang naar de camping van Bakkum ligt. Die camping die voornamelijk wordt bevolkt door hippe Amsterdammers die daar allemaal hippe caravannetjes hebben staan. En dan, ja dan, eindelijk komen de strandtenten van Castricum aan Zee weer in zicht. Deining, Zoomers. De lucht klaar op dat moment ook weer op. De eerste avondlijke bezoekers betreden het strand. Terwijl zij richting de zee lopen, klimmen wij steunend en kreunend weer omhoog. We zijn echt doodmoe, helemaal koud door de natte kleren, mijn phone is zelfs vochtig geworden, mijn lederen wandelhoed hangt slap op mijn kop, onze ogen liggen diep in de kassen, onze huid is helemaal een beetje grauw van vermoeidheid. Oei, even een strandwandelingetje maken, zoals we dat begin van de middag tegen elkaar zeiden, dat is toch wel weer een fikse lange afstandswandeling geworden, compleet met ontvelde voeten (bij mij dan) en met flink vermoeide stramme lijven.

We pakken de stappentellers erbij. We hebben bijna 20 kilometer gelopen, wat al best veel was voor een strandwandelingetje, 'maar', zegen we tegen elkaar, 'die laatste tien kilometer die moet je eigenlijk dubbel tellen, die waren zo loodzwaar. Da's toch best weer even een prestatie en heel goed voor onze conditie-opbouw.' Daarna zeggen we niet veel meer, we lopen nog een stuk naar het parkeerterrein, stappen moeizaam in en rijden weg. Volkomen uitgeteld zitten we in de auto terug naar huis alwaar we a.s.a.p. onze vieze natte kleren uit trekken en onder de hete douche gaan staan.

Deze wandeling zouden we eerst de Jan van Speykwandeling noemen, naar de naam van de vuurtoren van Egmond aan Zee. Maar het feit dat we op blote voeten liepen, ik althans de helft maar de man de hele wandeling, twintig kilometer lang, maakt zoveel indruk op onszelf, dat we deze wandeling naderhand toch maar de Blote Voeten Wandeling hebben genoemd.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.