WANDELTOCHT DOOR ONS VERLEDEN

Nederland, Krommenie

Zondagmiddag, twee uur, komen jullie dan? Appt mijn broer. Prima, tot dan, antwoord ik, we zijn er, gezellig. Eigenlijk doorbreekt het onze wandelroutine, een verjaardagsvisite op zondagmiddag, maar bedenken we, creatieve geesten die wij zijn, dan wordt de woonboot in Westzaan gewoon onze tussenstop. Gaan we heen door de polder. Kunnen we bij broerlief lekker een bak koffie drinken, taartje erbij, gezellig kletsen en dan na een uurtje of wat klimmen we weer in de benen en wandelen we door het dorp weer terug.

En zo doen we het ook. Het is schitterend winterweer als we vertrekken en gelukkig, dat blijft het de hele dag. De hemel is knalblauw met fraaie, witte wattenwolken. Rond half een verlaten we huize Al - Den Daas in Krommenie. We wandelen door nieuwbouwwijk Saendelft en belanden op een uitermate fraai wandelpad. Voor mij een verrassing, voor Ruut niet want die heeft in de zomer en nazomer een paar keer dit hele stuk al eens gelopen naar zijn werk. Bijna 2 uur heen, bijna 2 uur terug. De bikkel. Voordeel is dat hij dus precies weet hoe we moeten wandelen, geen getuur naar het schermpje van onze phones dit keer.
Het fraaie wandelpad aan Zuidkant van Saendelft brengt ons naar de Nauernasche Vaart, een breed water dat alle Zaankanters wel kennen. De Vaart begint bij het Noord Hollands Kanaal en eindigt bij het Uitgeestermeer. Het is een drukbevaren water, zeker in de zomer, dan is het een komen en gaan van pleziervaartuigen. Maar er varen ook veel schepen die materialen en grondstoffen vervoeren voor de bedrijven langs het water. Nu, in de winter, is het erg stil op De Vaart. Geen bootje te zien, ondanks het mooie weer.
We slaan onder het viaduct van de Coentunnelweg af naar rechts en komen halverwege de Vaartdijk uit. Bewonderen het contragewicht onder de brug, nooit bij stilgestaan dat de brug hier regelmatig open staat en dat dat grote, zilverkleurige ronde ding hangend onder de buik van de weg, daar zo'n belangrijke rol in speelt. En door gaan we, richting de Watertoren, markant ijkpunt in het landschap van Assendelft en Westzaan. Ook hier is het stilletjes, de vele bedrijven die gehuisvest in dit opgehipte gebouw, zijn dicht zo op de zondag. Ook de horecagelegenheid, helemaal bovenin is gesloten. De hekken om het gebouw zijn dicht, helaas, ik had hier graag even gaan zitten op het trappetje. Ook om mijn hoge nood een beetje te dimmen, als ik zit voel ik het niet zo. Ja, het is weer zo ver. Vlak voor vertrek heb ik twee grote bakken koffie met warme melk gedronken. De blaas loopt nu zo'n beetje over.
Ik verman me, zoals dat heet. Niks mannelijks aan, altijd maar die hoge nood wegdenken, ik vermoed dat heel veel vrouwen er tijdens het wandelen last van hebben. Zeker vrouwen van een zekere leeftijd, zoals ik.
We lopen de ophaalbrug over en steken de auto-weg over, belanden bij wat ik omschrijf als het 'geheime poortje'. Je moet het maar weten dat dat daar zit, Ruut weet het omdat hij hier dus vaker heeft gewandeld. Het poortje bestaat uit een gat in de heg en als je dat door bent, kom je in een nieuwbouwwijk uit de jaren tachtig, negentig. Fijne, grote huizen zijn het over het algemeen en de bewoners hebben hier een schitterend uitzicht op De Vaart. Gelukkig wacht ons daar - heel uitnodigend - een bankje. Even zitten, even een krentenbolletje peuzelen en een slokje water drinken. Niet te lang, want ondanks het mooie weer, is het best fris. Het waait nogal.
Kom, Ilse, we moeten weer door hoor, we gaan nu het fietspad op door De Reef. Opgetogen wandel ik achter Ruut aan, opgetogen omdat we hier eigenlijk een soort van ons verleden in gaan wandelen. Als jonge twintigers woonden we langs dit fietspad, een eind verderop weliswaar, in Nauerna, maar dit paadje is er dus nog steeds. Ik zal er wat gewandeld hebben met Jip, onze hond, die toen nog heel jong was, en stout en regelmatig het veld inrende, achter de schapen aan. Vreselijk, trouwens, als hij dat deed, voor de schapen natuurlijk die bang waren, maar ook voor ons omdat - als je hond zoiets doet - de boer het volste recht heeft je hond dood te schieten. Gelukkig is het altijd goed gegaan alhoewel we wel de boer van een paar huizen verderop een keer op bezoek kregen. Die was behoorlijk boos op ons en waarschuwde ons stevig. We hebben ervan geleerd, voortaan bleef Jip aan de lijn.
Het pad door De Reef is nog steeds wonderschoon. Je kunt er echt alleen fietsen of wandelen. Vooral de eerste paar kilometers kijk ik mijn ogen uit; rechts De Vaart die flonkert in de zon, links het laaggelegen polderlandschap, maar geen ingekaderde landjes, maar mooie, wilde overstroomde riet-eilandjes en stukken grasland. Het oogt als een Oud-Hollands schilderij. Het wekt bij ons alle twee dan ook fotografeer-lust op.
Als we het buurtschap Nauerna naderen, wordt het grasland links van ons netter, kilometerslange lappen weiland, tot aan het dorp Westzaan. Nauerna zelf lijkt nog niks veranderd, zeggen we tegen elkaar, maar als we er eenmaal zijn, zien we dat ons oude huisje, een verbouwde schuur bij mensen achter, verdwenen is. De familie die er destijds woonde, woont er heel duidelijk niet meer. Of het moet een nazaat zijn die van orde en netheid houdt. Volgens Ruut woont er nu iemand die bij de gemeente Amsterdam werkt, hij heeft er wel eens een werk-auto op het terrein zien staan. We kunnen de tuin ook niet in, als we dat al zouden willen, er staat een hoog hek omheen dat is afgesloten. Goh, zuchten we, wat hebben we hier toen mooi gewoond. Omringd door weiland, de koeien stonden soms met hun snuiten tegen het raam aan naar binnen te kijken. We hadden een klein tuintje, met een kippenhok waar we onze kippetjes in hadden gezet. Helaas heeft de hond van de buurman bijna al onze kippen in een dolle jonge honden-bui doodgebeten. Vreselijk, wat een drama was dat. Al mijn kippetje dood in het hok. Slechts enkelen hadden het overleefd waaronder Sara-kip, een Assendelvertje, waarover later meer.
Ook Janneke, ons geitje, woonde hier. Ze was er niet gelukkig, het was er te krap, in ons tuintje. En als we haar aan de dijk zetten, draaide ze zichzelf helemaal vast aan haar ketting. We konden haar niet meer los laten lopen, wat in ons vorige huisje wel kon. Met pijn in onze jonge hartjes hebben we Janneke aan onze vorige buren in Beverwijk gegeven. Zo werd onze veestapel steeds kleiner. Wel hadden we hier nog een katje, Siepie, een grijs gemêleerd schatje. Die hebben we, toen we hier weer vertrokken, aan de buurman gegeven die zo boos op ons was geweest vanwege onze loslopende hond. De boosheid was ook maar eenmalig, we hadden met hem en zijn gezin juist een heel goede band. Siepie heeft zich geen beter nieuw huis kunnen wensen. Altijd als we door Nauerna reden, en de boerderij zagen, hadden we het wel even over dat poezenbeestje.
Nauerna is overigens wel uitgebreid met een heuse molen, Molen De Pauw. Die staat aan de overkant van ons oude - niet meer bestaande - huisje en ziet er zeer fraai uit. De molen staat er nu ruim 1, misschien alweer twee jaar. Past hier ook helemaal, in dit bijzondere buurtschap. Ilse, die brug daar, die is heel oud. Ik geloof uit de zestiende of zeventiende eeuw, had Ruut al eerder gezegd. We bekijken 'm eens van dicht bij, het is de brug onder de weg langs de sluis en de brug. 1651 staat erop. Mensenlief, dat betekent dus dat Nauerna er toen al was en al zo'n brug hier al nodig was.
Onder de indruk wandelen we verder, slaan links af, de kluft af naar het weggetje dat onder de Westzanerdijk loopt. Ook dit gebied is enorm veranderd. Vroeger, zeg zo'n veertig jaar geleden, was het hier leeg en open. Allemaal grasland vol met koeien en paardjes. Er is nog wel veel grasland, maar dat oogt niet meer alsof het gebruikt wordt voor vee. Het oogt nu meer als zo'n desolaat landschap wat je all over de wereld ziet rond havengebieden. Een kilometer of wat van ons vandaan staat het nu ook vol met loodsen voor de haven die er gekomen is en heel veel andere bedrijfsgebouwen. Er slingeren wegen door het grasland, een nieuwerwetse witte brug die ik altijd een Sevilliaanse brug noem omdat je er daar eentje in het heel groot hebt, zo'n hangbrug met grote gebogen witte stalen buizen en stalen draden. Voor zover ik weet komt de architect van zulke bruggen uit Sevilla en als we er een in ons Hollandse landschap zien, is hij de ontwerper, of het architectenbureau dat daar zetelt aan de Guadalquivir.
Als we een kilometertje of wat het paadje onder de dijk hebben bewandeld, fiets ons een heer tegemoet met een grote, gebreide muts op zijn hoofd. He, Cor! roep ik enthousiast. Het is echt Cor. Hij stop direct, draait zich om en wandelt naar ons toe. Ilse! Ruut! Dat ik jullie hier nu tegenkom. Dit is een historisch moment, roept hij. Allerdrie super enthousiast staan we daar en halen herinneringen op. Over onze tijd bij de PTT. Juist in de tijd dat ik hier woonde, was ik postbode. Cor was dat ook en is dat altijd gebleven. We praten over onze collega's van toen. En over onze kippetjes, want ik kreeg van Cor Wouter-kip die altijd zo lief om mijn schouder ging zitten. En toen Ruut en ik Nauerna verlieten omdat we gingen reizen met zijn tweetjes, helemaal naar naar Spanje en Portugal, lopend vanaf Frankrijk, met rugzak & tent, toen moesten we onze lieve kippetjes - die paar die we nog overhadden, weer kwijt. Een paar gingen er naar mijn schoonouders, Sara-kip ging naar Cor. Wouter en wat andere kippenvrouwtjes plus de haan kwamen in Assendelft te wonen, bij schoonpapa en - mama.
Met weemoed nemen we weer afscheid van lieve Cor. Hij gaat nog even een rondje de dijk over, helemaal langs Beverwijk, vertelt hij en dan door de polder weer terug naar zijn huis in Assendelft Noord. Cor is altijd al een fietser geweest. Niet alleen in zijn dagelijks werk van postbode fietste hij wat af, ook in zijn vrije tijd besteeg hij het ijzeren ros, een wielrenfiets welteverstaan, en reed dan heel wat wedstrijden. Binnenzitten is nog steeds niks voor mij, zegt hij en hij fietst weer van ons vandaan.
Wij wandelen door, passeren de werkplek van Ruut, het Justitieel Complex Zaanstad, de happy jail, die er gesloten en bars uitziet, dat grijze betonnen gebouw. Ruut wijst waar zijn werkkamer is, ' met uitzicht op Westzaan, Ilse, supermooi.'
We bereiken de berenboot van mijn broer. Daar is het berengezellig. Hapjes staan al klaar, koffie en taart eveneens. Familie-leden druppelen binnen en het grote gezellige kletsen begint. We hebben heel wat bij te praten, een visite als dit, dat is al zo lang geleden. Wat we nu doen het dan ook niet helemaal conform de laatste corona-regeltjes, maar we hebben er gewoon maar een keertje lak aan. Doorgewarmd, leeggeplast (oh, wat is dat toch zalig als je een paar uur je plas hebt op moeten houden) en met volle buikjes ook, verlaten we na een paar uur de happy family en wandelen weer terug door wonderschoon Westzaan. Daar kijken we onze ogen uit op al die fantastische historische monumentale houten Zaanse huizen. Wat een pracht! Net een openlucht-museum, zeggen we tegen elkaar.
Onderwijl gaat de zon onder, de lucht kleur rozerood. We stappen stevig door omdat we nog tien kilometertjes voor de boeg hebben en we niet al te lang in het donker willen lopen. Toch maak ik af en toe even tijd voor weer zo'n fraai plaatje. Wat wil je, met zo'n roze hemel als achtergrond? Dat laat een fotograag typetjes als ik niet aan haar voorbij gaan.
Het kost ons een uur om Westzaan door te lopen. We zijn bij het Noordeinde en slaan het woonwijkje in waar we voordat we de Reef ingingen, arriveerden na de oversteek bij de Watertoren. We bewonderen de woonwijk. Een mix van huizen, groot, klein, wat ouder, nagelnieuw. En dan dat uitzicht op De Reef!! Bofkonten!
Via het geheime poortje verlaten we dit hemels gebied en belanden weer op De Vaartdijk. Het is inmiddels helemaal donker en da's best even raar, om zo te wandelen. Af en toe passeert ons een auto en dan gaan we maar in de berm lopen. Ik gebruik nu wel mijn stokken actief, raak een beetje moe in de schouders en verrek, het loopt beter als je je zelf ondersteunt met die prikstokken. We berekenen dat we in totaal ruim 20 kilometer hebben gelopen. We zijn moe, allebei. Het voelt een beetje unheimisch ook, zo door het stikdonker te wandelen. We zijn blij als we het spoorlijntje oversteken en weer in Krommenie belanden. Geen wandeling meer over fraaie paadjes door Saendelft, hadden we onderweg al besloten, we houden 'm maar even wat korter, de terugweg. Even praktisch doen.
De laatste kilometertjes laten zich deerlijk voelen. Echt wel moe komen we thuis, lichten aan, kachel aan. Ruut kleedt zich meteen om omdat hij heeft besloten dat we pizza gaan eten, het is al over zeven uur en om nu nog te gaan koken ... Een uitstekend idee, vind ik.

Een half uur later zitten we stilletjes te schransen op de bank. Ruut ontspant zich bij een filmpje, ik bewerk de fotootjes.

En zo was het weer een prachtige wandeldag. Een dwars door ons verleden en onze herinneringen heen.

Geschreven door

Al 2 reacties bij dit reisverslag

Dank voor je mooie verslag, Ilse. Leuk om te lezen dat jullie kippetjes, een geitje, een poes en een hond hadden in jullie verbouwde schuur. Idyllisch wonen lijkt me. En complimenten voor deze 20 km. prestatie met een verjaardagsbezoek en volle blaas... En wat een prachtige foto's!

Margot Giselle 2022-02-01 21:32:37

Jij dank voor je mooie reactie, Margot 😃

SoulVoet 2022-02-02 06:38:16
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.