Aardig wat uurtjes op de weg om naar de hoofdstad Wellington te komen. We vertrekken rond 8.00 uur en laten dit mooie maar wifiloze gebied achter ons. Best gek hoe verslaafd ik daar kennelijk aan ben. Na een kort stukje rijden stoppen we bij een monument voor een treinongeluk op kerstavond 1953. In de plaatselijke vulkaankrater had zich toen een grote hoeveelheid water opgehoopt. Juist op het moment dat de trein voorbij kwam brak de vulkaan door en stroomde al dat water over de treinrails met 150 doden ten gevolg. Geen vrolijk verhaal kortom.
Ook langs een of ander vliegfeest van de luchtmacht gekomen met een boel volk, een oude Dakota (tenminste dat vermoed ik) en helaas voor ons een omleiding.
We pauzeren in een klein plaatsje bij een Dutch bakery met stroopwafels, poffertjes en de hele santekraan. De Nederlandse eigenaresse had het er maar druk mee. Er was zelfs een Nederlandse molen nagebouwd.
Rond 14.00 uur aangekomen in Wellington. Het hotel ligt midden in het stadscentrum op Cuba street. Onze kamer is minuscuul maar voor 1 nacht is dat geen probleem. Het bevindt zich in een mooi oud gebouw. De sfeer in Wellington is heel anders dan in Auckland. Wat levendiger en alternatiever, soms een beetje ruw. Ook creatiever volgens mij. Veel muziekwinkels enz.
We willen met de kabelbaan naar de Botanical Gardens. We zoeken ons de schompes naar de kabelbaan maar kunnen deze niet vinden. Pas na nodeloos veel kilometers te hebben afgelegd en diverse mensen te hebben gevraagd vinden we het station. Niet goed voor de stemming.....
Eenmaal boven gekomen genieten we van het uitzicht en de versnaperingen in het café. Het zijn prachtige tuinen en we lopen langzaam terug naar beneden. Blond als we zijn wel naar een verkeerde uitgang waardoor we nogmaals een heel stuk omlopen. Toevallig komen we zo wel langs de Beehive, het spuuglelijke parlementsgebouw. Terug naar het hotel en vervolgens op zoek naar een restaurant. Volgens TripAdvisor is een vlakbij gelegen Vietnamees restaurant wel goed dus daar gaan we heen. Nog geen 50 meter lopen dus dat vinden onze voeten prima.
Ook hier zijn we weer blond. Het lijkt alsof de menu's vastgeplakt zitten aan de tafel (hoe kom je erbij!!!). Daarom hebben we niet door dat ze ook aan de achterzijde beschreven zijn. Wij denken dus: "wat een kleine kaart?!". En bestellen een voor- en hoofdgerecht van de voorzijde van de menukaart. De serveerster sputtert nog wat tegen over dat het kleine hapjes zijn maar is door haar erbarmelijke Engels nauwelijks verstaanbaar. Pas nadat we besteld hebben, snappen we het: we hebben alleen voorgerechten besteld. De hoofdgerechten blijken op de andere kant van de kaart te staan. Ik voel me nu wel heel dom. De serveerster twijfelt duidelijk aan onze verstandelijke vermogens maar blijft vriendelijk lachen. Als ze me ook nog vraagt of ik liever een vork heb in plaats van stokjes voel ik me helemaal een debiel. Met het schaamrood op onze kaken verlaten we het pand. Het eten was wel lekker, dus jammer dat het zo weinig was......
De avond is nog jong en we besluiten nog een drankje te doen in een van de vele cafés. Het is een levendige stad met heel veel horeca. In de Irish pub is het qua herrie relatief rustig en nemen we een veel te duur drankje. Het prijsniveau in dit land draagt niet bij aan onze feestvreugde. We zitten braaf te genieten van ons drankje als er een groepje dronken jongeren binnen komt zetten. Een daarvan loopt opeens op het tafeltje naast ons af en pakt een stuk eten van andermans bord en stopt dat zonder blikken of blozen in zijn mond. De betreffende gast is stomverbaasd. De barvrouw ziet het ook en waarschuwt een mannelijke collega. Dat is maar een klein ventje maar hij loopt meteen op de onverlaat af en geeft hem kennelijk te kennen dat hij moet opzouten. Dat doet het gastje braaf, op de voet gevolgd door zijn dronken matties. Nou nou, wat een gedoe. Dat maken we in Wemeldinge niet alle dagen mee.
Nog iets vreemds. Er lopen hier in het hotel allemaal jonge gasten rond met raar haar. Alsof er ratten aan geknaagd hebben. Bij allemaal ontbreken stukken haar. Het zijn er teveel om toeval te kunnen zijn. Als we buiten op straat ook nog grote plukken haar zien liggen, snappen we er helemaal niets meer van. Hopelijk zit morgenochtend ons haar er nog aan.
Geschreven door Irmasreisdagboek