Gisteren avond bij het slapengaan was het nog even spannend. We liggen net neer en een doordringende rookgeur vangt onze aandacht. Ik volg mijn welontwikkeld reuk orgaan en stel gelukkig vast dat de rookgeur buiten nog tienmaal intenser is. We staan hier in een soort bos en alles is poerdroog. Echt veel moet er niet gebeuren vooraleer hier alles affikt. Ik controleer onze eigen installatie en ik vind niks verontrustend. De rookgeur wordt steeds erger. Ik vermoed dat een collega kampeerder met grote en vooral late honger nog een barbecuetje opstart. In mijn slaaptenue loop ik even rond en bij een lager liggend niveau is de rook verstikkend. Ik zie echter ondanks het feit dat het behoorlijk donker is niks opflikkeren of branden. Plots hoor ik in de stad enkele ziekenwagens of brandweerwagens wegtoeteren. Dat stelt me enigszins gerust maar de geur wordt er niet minder op. Ook schiet de sirene op het brandweerarsenaal loeiend in gang. Dit is dus duidelijk geen verbeelding, er is iets gaande. Op de camping ben ik blijkbaar de enige die zich zorgen maakt. Alles blijft stil en rustig, iedereen ligt te pitten of is met iets anders bezig.
Na een tiental minuten wordt de lucht wat frisser en besluit ik ook mijn nest in te duiken. Echt gerust ben ik nog niet maar wat kan ik doen? Mijne maat zit recht in bed en heeft met haar snuffer de ganse caravan afgelopen. Ook niks te vinden hier. We doezelen langzaam in dromenland....
Na het ochtendritueel en verorberen van een deftig ontbijtje, de wandelschoenen aangetrokken voor de verkenning van Vila Real, het stadje waar we nu al twee dagen resideren. We lopen de camping uit en starten Google maps op. Je gelooft het nooit maar aan de receptie van de enige (stads)camping in Vila Real is zelfs geen simpel stadsplannetje te krijgen. Zoek het maar uit toerist.... We dalen en stijgen richting binnenstad. Fidel kijkt me aan alsof hij wil zeggen, "t'is niet waar eeh, weer van dat?" Hier en daar passeren we een oude gevel maar het meeste is vrij nieuw. Het verkeer raast alle kanten uit. Alles moet duidelijk beleverd worden in de binnenstad en iedereen heeft het druk. De cafetaria's en restaurantjes maken zich op en zetten stoelen en tafeltjes klaar. Verder struinend komen we op een groot marktplein. Ook hier is het dat we het plaatselijke toerisme bureau vinden waar we binnengaan en om een kaartje vragen van de oude stad. De diep gedecolleteerde dame legt ons in haar beste Engels het één en ander uit en wijst met haar stylo de niet te missen plaatsen aan. Alles musea is gratis, maar als we zeggen dat dat niet geldt voor mensen met een viervoetertje moet ze ons gelijk geven. Ze ratelt maar door en gaat haar lijstje af. Omdat we alsmaar knikken valt ze plots stil en vraagt ze of we haar wel begrijpen...We bevestigen en zeggen dat het ook kan in het Frans of Duits, maar dat Engels onze voorkeur wegdraagt. Ze ratelt verder... We volgen de richtlijnen van de rondborstige dame en stappen het marktplein op. De gevels zijn typisch versierd met veelkleurige faiences en schilderwerk. Het ene al beter onderhouden dan het andere. Aan het einde van het plein komen we aan het barokke stadshuis. We zijn wat verward want volgens het kaartje moet hier het huis staan van ene Diogno Caos. Deze brave man ontdekte in 1482 de monding van de Congo stroom. Hij keerde evenwel nooit meer terug zodat zijn huis er nu een beetje onverzorgd bijligt :-).
Halverwege het plein ligt de plaatselijke kathedraal... eerder een bescheiden kerkje die we in schiften even binnengaan. Het meest opvallende is het orgel. De rest is weinig spectaculair buiten dat het oud oogt. Zowat midden het plein staat een bronzen soldaat in het rond te zwaaien. Het blijkt om Meneer Carvalho Araùjo te gaan die tijdens de eerste wereldoorlog bevel voerde over een mijnenveger die door den Duitsch getorpedeerd werd vlak bij de Azoren en met man en muis verging. Zo kom je ook op een plein te staan zie...
We vervolgen onze wandeling en het valt op dat veel mooie herenhuizen voorzien zijn van een wapenschild boven de voordeur. Wat ook opvalt is het vele jong volk die hier rondloopt. Vila Real bezit blijkbaar een goed beklante universiteit en dat is er aan te zien. Voorbij het stadshuis komen we aan het lokale oudheidkundige museum. We lopen naar de ietwat verstopte ingang en besluiten om het er op te wagen. Ik blijf nog even beneden wachten met Fidel en Ingrid neemt info over het feit of er een klein, lief en welopgevoed hondje zou binnen mogen. De oude man antwoordt in behoorlijk frans dat de algemene regel is dat er geen honden binnen mogen. We doen dan ook demi tour en lopen verder. We willen al niet meer si.
We lopen rond het plaatselijke kerkhof met belachelijk opzichtige grafmonumenten erin. We wandelen boven de plek waar de beide rivieren tezamen vloeien. Een belangrijk wisjedatje is het feit, dat Vila Real, als eerste stad in Portugal van elektriciteit werd voorzien. Er zijn tal van wandelweggetjes uitgestippeld naar de rivier beneden maar dit wordt een té grote aanslag op onze dierbare kuiten en we zullen dit later wel eens doen... De goed voorziene dame in het toeristen buro wees ons op een plek op de kaart waar je de restaurants kon vinden. De middag begint goed te naderen en onze kelen staan droog. We lopen ons verder te ergeren waarom het zo moeilijk is om regelmatig eens een vlak stukje in de weg in te bouwen. Ik denk niet dat we al één meter op vlakke grond gelopen hebben. Fidel loopt al meer achter mij aan dan mooi naast mij zoals hij dat zo goed kan. We volgen ons plan en komen plots voor een met lint afgespannen micro straatje. Niet getreurd, we nemen het volgende steegje en dalen verder af. Plots blijkt de straat weer afgespannen met tweekleurig lint. We zien brandweermannen druk in de weer om hun slangen en ander gerief op te ruimen. Plots valt onze euro. Hier is brand geweest en we leggen de link met het avontuur van gisterenavond op de camping. We trekken onze stoute schoenen aan en spelen ramptoeristje. Inderdaad, een oud kot is blijkbaar in de vlammen opgegaan. Het lijkt zelfs dat het vervallen pand niet bewoond was maar dat kunnen we niet met zekerheid zeggen. Even verder op staat een cameraman en een fijn dametje, wellicht een journaliste verslag uit te brengen. Het mysterie van gisterenavond is hierbij opgelost. In vogelvlucht van het huisje naar de camping zal het niet meer dan 500m geweest zijn. Aantrekkelijke restaurantje vinden we hier evenwel niet.
Ondertussen zijn onze kelen nog droger en onze blazen nog voller. We moeten dringend iets vinden om even te lossen. Even verder vinden we een cafetaria en bestellen we een frisse pint in bevroren glazen. Onnodig te zeggen dat het smaakte. Na een kwartierke repos trekken we ons zelf weer in gang en lopen terug omhoog naar het marktplein waar we een paar restaurantjes gezien hadden. We gaan vanmiddag warm eten, dan eten we vanavond een broodje en hebben we tijd om ons luifeltje op te bergen want morgen trekken we een beetje verder oostwaarts.
We nemen plaats op het terras van een restaurantje pal voor het stadhuis. De kaart is beperkt maar dat heb ik het liefst. Ik vertrouw geen restaurants waar de menukaart 15 bladzijden beslaat. We kiezen voor een spuitwatertje voor de dorst en een tweepersoonsgerecht waarvan we alleen het woord entrecotas en patatas begrijpen. Het wordt weer een verrassing... De ober brengt ons nog twee schaaltjes met lokale specialiteiten. Het ene een soort ronde bitterballetjes en het andere schaaltje de lokale gerookte hesp. Niet slecht maar ook niet om er morgen speciaal voor terug te komen. Waar ik wel wil voor terug komen was de hoofschotel. Man, dat heb ik nog nooit gezien. De ober brengt een plateau met een stuk vlees om U tegen te zeggen. Het mooi gebakken entrecootje weegt zeker 800 gram en ligt naar ons te lachen tussen de pellepatatjes en gestoofde groentjes. Er is ook een schoteltje basmati rijst (die ik graag helemaal voor Ingrid laat... Ik kan dat niet rieken...bah).
Het vleesje is supermals, perfect gebakken en gekruid. Een meesterwerkje van de chef. Dit vond Fidel ook want hij kreeg de vetrandjes. We eten alles met veel smaak op en laten alles even zakken. We laten ons verleiden tot een dessertje, we zijn hier nu toch... en ik probeer de chocolade mouse en Ingrid de créme brulée bij wijze van test of ze dit vermag na haar gal operatie... jaja... Poefdikke vragen we de rekening. Alles inbegrepen betalen we 33 euro... In Belgie waren we hiervoor zeker het drievoudige kwijt. Met lood in de kuiten en knoesels staan we op en willen we richting camping. Het is ondertussen bijna 15.00u en ik hoor mijn ligzetel al van verre roepen. Straatje in, straatje uit... bergje op, bergje af, bereiken we de camping en smijten we ons alle drie in onze zetel. Fidel drinkt eerst nog een halve crémedoos water uit en slaapt na drie tellen als een roos. Ik volg zijn voorbeeld (allee ik drink uit een glas wel te verstaan). Ik wordt wakker van de warmte. Ik lig blijkbaar ondertussen in de volle zon en begin op een kreeft te trekken. Zoals gezegd, morgen reizen we een beetje verder in deze prachtige Douro vallei. Morgen meer. gegroet doei!!!
Geschreven door Ingridfranky.onderweg