Op maandag zijn alle musea in Hongarije gesloten. We beginnen vandaag aan het Nationaal Museum dus hier zijn we vlug weg.
Van Kálvin tér gaat het naar de Vrijheidsbrug, een zeer druk stadsdeel. Vlak ervoor is de Centrale Markthal een must, Boedapest op zijn best. Hier wordt handel gedreven: fruit, groenten, vlees, drank en alle mogelijke souvenirs …meer kijkers dan kopers!
We steken de feeërieke brug over en bezoeken de Gellértrotskapel, uitgehouwen in de rotsen van de Gellértheuvel. Enkele monniken zijn er nog altijd actief.
Daarna beklimmen we de 235 m hoge heuvel tot aan het Vrijheidsmonument, te bereiken langs steile paden en trappen. Gelukkig staan er enkele banken onderweg. Goed voor éenmaal!
De citadel was gesloten wegens werken. Het Vrijheidsbeeld is monumentaal en heerst vanop deze heuvel over heel Boedapest.
In de afdaling komen we langs het Gellértmonument. De heilige Gellért trok op verzoek van koning Stefan (zie Heldenplein) rond in Hongarije om de bevolking te kerstenen. De man meende het goed maar er waren er ook met heel andere intenties. Enkele hardliners bonden hem aan een rotsblok en rolden de arme man de heuvel af de Donau in.
Wij kwamen gewoon (moe maar tevreden!) beneden aan de Elisabethbrug en vonden aan overkant van de Donau de “Véndiák” een authentiek Hongaars restaurant dat alles kon bieden wat ons vermoeide hartje lustte.
Goedkoop? Dat kun je tegenwoordig in Boedapest wel vergeten of je moet aan de kraampjes eten. In een normaal restaurant betaal je minstens evenveel als in België en men rekent automatisch 15% service, maar die is dan ook meestal goed!
Geschreven door Herman.campert