De afdaling biedt een weids uitzicht, je kunt voortdurend een breed nevelig dal zien. Met Spaanse of Franse dorpjes: hier loopt de grens.
Op de heuvels groeit weinig anders dan afgegraasd gras. Dat het pad geleidelijk neerwaarts loopt merken we vooral wanneer een mountain biker ons in razende vaart passeert.
Het eerste plaatsje wat we in het dal tegenkomen heeft een oude kern. Met daar omheen veel nieuwe (vakantie) woningen. Het is leuk om de verschillende technieken te zien, die gebruikt zijn voor het stenen stapelen.
Een bordje waarschuwt voor blije schoolgaande kinderen. In gedachte huppelt Mecheline ook even, maar niet (meer) naar school!
Er is geen andere manier om in Puigcerdà te komen dan via het asfalt, met een gekanaliseerde beek ernaast.
Het oude centrum van deze stad ligt op een heuvel. Dat betekent heel veel treden klimmen naar het oude gedeelte, óf met een (gratis) liftje omhoog.
Het is een drukte van belang want de bewoners vieren een zomerfeest met muziek, dans en praalwagens door de smalle straatjes.
We steken het dal verder over. Ook de vólgende dorpjes zijn een levendige mengelmoes. Oude gebouwen staan (soms ongebruikt) mooi te wezen. Een voormalig boerenhof wordt gerenoveerd en door meerdere mensen bewoond.
Het pad volgen is wél opletten geblazen, want er is bijna geen markering te vinden.
Als we weer klimmen en terug kijken kunnen we de hele route van vandaag zien.
Eind van de dag vinden we een redelijk vlakke plek naast het pad, om onze bivak te maken. Vanuit het dal klinkt vaag nog muziek. Het feest is nog niet ten einde!
Geschreven door Eg.en.Mech.weg