Stilte. Alleen wat gerommel van onweer in de verte en soms een donkere wolk boven de kam. Zoemende insecten. Gesmispel van zacht stromend water. Een suizende wind. Het bad staat klaar: een koud bergmeer Ibón Bajo de Vallibierna, waarin we ook de was doen.
Deze plek is niet te vergelijken met de camping gisteren. Die was wél goed verzorgd: met warme douches en een uitgebreide winkel. Maar in het restaurant konden we pas om 21.30 u een tafel reserveren, zo druk was het zaterdagavond. Dat hebben we maar niet gedaan. Egbert heeft op tijd zijn rust nodig.
Het terras van het restaurant is vanmorgen nog niet open wanneer we er in alle vroegte ons ontbijt eten. Op een stoel, aan een tafel!
Op het eerste deel van onze route rijdt in de zomer regelmatig een bus om wandelaars 700 m hoogteverschil te besparen. Daar maken wij (uiteraard) geen gebruik van. In het smalle dal diep onder ons, stroomt woest de Rio de Valllibierna. Na 4 u klimmen (10 km verder) komen we bij het eindpunt van de bus. Hier staat de zelfvoorzienende hut Refugio Puente de Coronas, waar de rivier (nog) speels kabbelend langs stroomt. Een mooie plek voor een pauze.
We willen bij waterstroompjes, hoger op de berg, onze tent neerzetten. Maar het lijkt idyllischer dan het is. Steekvliegen hebben Egbert al te pakken, dus lopen we vérder door.
Bij het meertje Ibón Bajo de Vallibierna is met moeite een vlakke plek te vinden. We wachten niet tot de avond en zetten gelijk, buiten zicht, de tent op.
Zes uur lopen, op niet te moeilijke paden en op tijd kunnen stoppen. Dat helpt weer om bij te komen van gisteren!
Geschreven door Eg.en.Mech.weg