We vliegen vandaag vanaf Schiphol naar Bangkok. Van hieruit willen we Cambodja bezoeken, één van de laatste landen in Azië die we nog niet bezochten. En we hebben nu eenmaal ons hart in dit werelddeel verloren. Het is een totaal andere wereld die ons blijft boeien en intrigeren.
En zoals twee jaar geleden bij onze reis naar Sri Lanka, gingen onze vrienden Marten en Denise ons weer vergezellen, maar door omstandigheden is dat niet het geval.
Cambodja ligt in Zuidoost-Azië en grenst aan de landen Laos, Thailand en Vietnam. Daarnaast grenst Cambodja ook aan de Golf van Thailand en de Zuid-Chinese Zee. Cambodja is een arm land, en mede door alle oorlogen heeft de economie een flinke klap gehad. Voor 1970 kon het land nog in eigen behoefte voorzien, maar er is zoveel landbouw vernield dat dat niet meer mogelijk is. Landbouw is nog steeds de belangrijkste activiteit en rijst, rubber en maïs zijn de belangrijkste gewassen. Er is bijna geen industrie en de industrieën die er zijn produceren voornamelijk voor binnenlandse consumptie. Het toerisme is de laatste jaren de snelst groeiende sector in de Cambodjaanse economie. De naam van het land is zo vaak veranderd dat het af en toe een beetje verwarrend is. De Cambodjanen zelf noemen hun land Kampuchea, deze naam is afgeleid van het woord Kambu-ja. Dat betekent letterlijk: zij die geboren zijn door Kambu. Kambu is volgens een mythe de grondlegger van Cambodja. Deze mythe gaat zover terug als de 10e eeuw. Het Portugese woord Camboxa en het Franse Cambodge, waarvan wij de naam Cambodja hebben overgenomen, stammen direct af van Kambu-ja.
Cambodja was samen met Vietnam en Laos ook tot 1954 een Franse kolonie , beter bekend als Indochina.

Het grootste deel van de bevolking is aangewezen op de rijstbouw. De boeren heten rijstbouwers. Mannen en vrouwen werken dagenlang op het land, met hun bontgekleurde hoofddoeken (Krama) die hen tegen de hitte en het stof beschermt. In de oogsttijd worden de boeren vaak geholpen door de buren. Naast hard werken wordt het dagelijkse leven ook beheerst door diverse facetten van het Boeddhisme. Het geloof in geesten vormt een essentiële aanvulling. Muziek en dans vergezellen vrijwel alle sociale en religieuze ceremonies variërend van huwelijksrituelen, boeddhistische herdenkingen en volkscultuur tot hofdansen en voorstellingen van het Koninklijke Ballet. In Cambodja vindt je veel verfijnde handwerkkunst zoals weven, het smeden van goud en zilver, keramiek en het maken van beelden in marmer, hout en steen. Krama is de traditionele hoofddoek. De Apsara-dans is ter ere van Indra (de oppergod). Waarschijnlijk is deze dans een van de oudste dansvormen ter wereld. Het is afkomstig uit de eerste helft van de 9de eeuw. De dansers ontstaan uit het schuim dat vrijkomt bij het draaien of karnen van de wereldzee, een legende van Vishnu. Demonen draaien een reuzenslang in het rond. De apsara`s zijn de hemelse boodschappers tussen de vorst en de goden. Kleng Ek is een Cambodjaanse vlieger die lijkt op een menselijke insect en is voorzien van een muzikale zoemer. Bij festivals is de Kleng Ek vaak te zien. Angkor Wat is het meest geliefde symbool van de culturele identiteit van de Khmers. Het koninkrijk Angkor en het daarbij behorende tempelcomplex ontstonden in de periode van de 9e tot de 12e eeuw. De vlag van Cambodja is voornamelijk rood met blauw. Blauw is de kleur van de koning, rood staat voor het volk en zijn vastberadenheid om voor de koning te vechten. De tempel Angkor Wat is het symbool voor de grootheid en de traditie van het land. De huidige vlag werd in 1993 ingevoerd.

Ter voorbereiding (buiten het internet natuurlijk) lazen we het boek " Eerst doodden ze mijn vader" van Loung Ung en zagen de met 3 Oscars bekroonde film "The Killing Fields". Indrukwekkend en hard, maar een must als je dit land bezoeken wilt en niet blind wil zijn voor de geschiedenis.

Geschreven door RobertB