Melbourne part II: iedere dag een ander plan

Nieuw-Zeeland, Lindis Pass

DEEL 2 -
(Excuses voor de spelfouten in vorig bericht, ivm ongeduldig thuisfront geen tijd gehad om na te lezen)
*
Het ontwaken de volgende ochtend kwam met veel gekreun en gesteun, en na het besef van de dag ervoor met een hoop gegniffel.
We stierven alledrie van de honger, en besloten ons voordeel te doen met de bizar lage prijzen die je hier voor sushi betaald - het werd een sushi ontbijt. Na wat rollen avocado, tonijn, en zalm konden we weer rustig ademhalen, en david kon zijn hoofd alweer bijna los van zijn romp bewegen na een nacht op de hotelkamervloer.

We hadden nog twee dagen voor Jorrit terug naar Sydney zou vliegen, en spendeerden deze op het strand, in de stad en met het bezoeken van de pinguins die iedere avond hun kopje laten zien op de pier aan het strand. Over het algemeen beviel Melbourne ons beter dan Sydney, het heet niet voor niets het Europa van Australië, want waar Sydney groot en druk is, heeft Melbourne talloze steegjes en verborgen plekjes met koffietentjes en eettentjes met nieuwe concepten. Het enige minpunt was de kust. De stranden in Sydney zijn parelwit met helderblauw water, in Melbourne zou je vergeten dat je in Australië zit, met donker zand en troebel water: met recht Europa dus.
Toch was het de eerste stad in Australië waar we ons een beetje thuis voelden, door de kleine straatjes met de vele horeca-gelegenheden voelde de stad niet groot aan en leek het makkelijker om nieuwe mensen te leren kennen.

Het plan van mij en David was inmiddels alweer drie keer veranderd. Oud en Nieuw zat eraan te komen, en dat was een goede avond om wat geld te verdienen. Een aantal dagen daarvoor hadden de jongens, voor wie we in Sydney op het food&wine festival werkten, laten vallen dat ze nog mensen zochten voor Rhythm & Alps, een vierdaags festival in een vallei in Nieuw Zeeland. Hoewel dit ons fantastisch leek, lagen de prijzen voor een vliegticket ivm de feestdagen idioot hoog. We waren er nog niet helemaal uit. Bovendien moesten we opschieten als we onze 88 dagen farmwerk nog wilden voltooien, we hadden er pas 6 dagen opzitten en met een aantal vrije dagen per week kon dat nog wel eens lang duren. Als we onze 88 dagen niet hadden voltooid, konden we nooit meer terug naar Australië met een werkvisum. Ja, dat moesten we eerst maar eens regelen, en als dat betekende dat we met oud en nieuw op de farm zaten, dan was dat maar zo.

Op maandag 7 december zaten we in een cafeetje, duf van de besluiteloosheid en met dikke vraagtekens boven ons hoofd. Uit verveling besloot ik nog maar eens voor vliegtickets te kijken, en toen ik voor een enkele reis keek, zag ik er een goed ticket tussen zitten. Plots fris van de nieuwe energie tikte ik David aan. "Maar dan hebben we helemaal geen geld meer?" zei hij nog wijselijk. Dat was waar, maar aan de andere kant wilden we Nieuw-Zeeland graag zien en als we het nu niet deden, deden we het waarschijnlijk nooit meer. Met het werken op het festival konden we tenminste onze kosten nog terug verdienen, als we later gingen niet. "Fuck it" zei David, "Boek het maar!"
En zo hadden we weer een nieuw plan. Of we ooit een goed ticket zouden vinden om ook weer terug naar Australië te komen was de vraag, maar we gingen in ieder geval naar Nieuw-Zeeland!

Dit was een leuke ontwikkeling, maar de nood om werk te vinden was nu nog groter, we moesten geld verdienen én onze 88 dagen volmaken!
Het vinden van een farm was verre van gemakkelijk, en we besloten nog maar eens wat nummers te bellen die we online vonden. Zoals altijd nam er geen één op, maar dit keer ontvingen we wel een sms. "We hebben niemand meer nodig, stond er, "maar je kunt altijd de volgende nummers proberen". Vervolgens kwam er een gigantische waslijst met zo'n 20 telefoonnummers per staat. Dat zag er goed uit. We hadden afgesproken dat we nooit meer piece-werk zouden doen, (betaald per emmer in plaats van per uur) maar omdat we inmiddels zo radeloos waren zouden we alles met twee handen aannemen. We konden onze oren dan ook niet geloven toen we een hostel aan de telefoon kregen waarbij we direct konden beginnen, en alle banen 21 dollar per uur betaald kregen. "Tot morgen!" zeiden we, en we hadden wéér een nieuw plan.

De volgende ochtend konden we niet wachten om weg te rijden. We gingen geld verdienen én we gingen naar Nieuw-Zeeland!
Dat maakte het werk wel van korte duur, maar als het beviel zouden we na Nieuw-Zeeland gewoon weer teruggaan naar het hostel in Echuca, zo'n vier uur boven Melbourne.
We waren nog geen uur onderweg, de stemming zat er goed in, toen ik een steelse blik op de accumeter wierp. Deze stond verdacht laag. We reden naar het eerstvolgende rustpunt, en uiteraard, de auto startte niet meer. We konden wel door de grond zakken, precies hetzelfde probleem hadden we een maand geleden gehad, de alternator laadde de accu niet meer op.
Toen de wegenwacht weer ter plekke was, werden we naar de garage gesleept. Daar werd geconstateerd dat Ollie (onze auto) ziek was. De motor had een olielek, de wind tijdens het rijden zorgde ervoor dat er olie in de alternator terecht kwam en daar kunnen ze nou nét niet tegen.
Een goede oplossing was er niet: het lek herstellen zou zo'n 1500 dollar kosten, maar zonder dat herstel zou de nieuwe alternator het uiteindelijk ook weer begeven.
De garage raadde ons de reparatie af, en adviseerde om met de nieuwe alternator zo weinig mogelijk te rijden, en eenmaal terug in Sydney te auto te verkopen. Zo gezegd, zo gedaan. Na een nacht te hebben gebivakkeerd op de parkeerplaats naast de garage waren we opnieuw 500 dollar lichter en reden we met geknepen billetjes zo snel mogelijk naar het hostel, terwijl de uitlaat onze laatste dollars uitpufte.

De arrivé maakte veel goed. Wat working hostels en farmwerk betrof hadden we slechts één andere ervaring ter referentie, en dat was de ranzige bende die het hostel in Bundaberg voor moest stellen. Echuca Backpackers was geen resort, maar het rook er fris, de badkamers waren oud maar proper en er werd iedere dag schoongemaakt in plaats van nooit. Tevreden gooiden we onszelf op twee bovenste stapelbedden en wachtten tot we aan het werk konden.
De volgende ochtend was het zover. Om 04:00 ging de wekker, om 05:00 reden alle hostelauto's weg en om 06:00 startten we onze eerste dag onkruid wieden op de tomatenfarm. Ik was ingedeeld in de witte stationwagon. Deze bestond uit de duitse ploeg Sophia, de teamleader, Hannes, de onschuld zelve, en Jörg, een doorgewinterde reiziger die om ongeveer alle grapjes in een deuk lag en een hoofd als een toepasselijke tomaat kreeg. Ik besloot dat Jörg en ik vrienden werden en dat hij mijn gebabbel de komende dagen aan zou moeten horen.
De enige andere in de auto was Bonnie, de droogste Taiwanees die je in je leven zult ontmoeten. "Why you choose my bed?" Was het eerste dat ze me vroeg. Blijkbaar sliep ik boven haar. Op de farm pakte ze vervolgens elke gelegenheid aan om te nietsnutten, maar in tegenstelling tot de anderen deed ze niet opeens haar best als de teamleader in de buurt kwam. "I'm tired, I go sleep" zei ze dan, en ging midden in een tomatenplant zitten.
Bonnie werd door haar luie gedrag al snel vervangen door Miae, een klein koreaans propje die een perfecte Engelse woordenschat had, maar doordat ze praatte met de snelheid van het licht en na iedere zin een korte giechel-hik produceerde was ze nauwelijks te verstaan.
Het wieden zelf was een eitje, in tegenstelling tot het zucchini picking konden we gewoon rechtop blijven staan, en met een zogenaamde "hoe" schraapte je het onkruid tussen de plantjes vandaan. Het gereedschap kwam uit Nederland, en de sticker op de stok las dan ook trots: "Dutch Hoe". Het kan niet lang duren voordat iemand deze grap gaat maken dacht ik, maar dat bleek nog tegen te vallen. Na twee dagen hield ik het niet meer en zei tegen mijn team "Guys, seems I'm not the only Dutch hoe here but no one seems to notice". Ze keken me even aan, en gingen toen in het duits bespreken wat ik bedoelde, nog altijd niet snappend dat Nederlanders Duitsers prima begrijpen als ze Duits praten. Ik sloeg een hand voor mijn ogen en ging op zoek naar Jörg, wetend dat hij om deze grap de komende twee uur stikkend in het tomatenveld zou liggen.

Onze vriendin Bonnie was verbannen naar een andere farm, en kwam in het team te zitten bij David en Alfie. David en Alfie waren inmiddels ook billematen geworden, en als ik 's ochtends om 04:00 de slaapkamerdeur uitliep om alvast eten klaar te zetten voor de zombie die David 's ochtends was, stond Alfie al klaar en vroeg me of zijn vriendje David al wakker was.
Bonnie bleek erg goed bij het duo te passen. Per auto werd één backpacker als chauffeur aangewezen, en als David daar zijn voordeel mee deed om zijn donuts te oefenen, de auto gierend to stilstand te brengen en alle andere meiden aan het gillen waren, veegde Bonnie met een stalen gezicht het haar uit haar gezicht en zei "you crazy, klootzak".

De dagen op de tomatenvelden waren lang en heel, heel erg heet. Rond een uurtje of 12 draaiden de rollen van Jörg en mij om, vanaf 's ochtends vroeg was ik aan het dansen, zingen en hem de oren van het hoofd aan het kletsen, maar wanneer de temperatuur de 30+ graden bereikte, voelde ik mijn hersenen letterlijk smelten en kon ik niet veel meer dan naast doorwerken heel erg focussen om niet om te vallen. Het was niet alleen de warmte, maar ook de lange broek en lange mouwen die je aanmoest als je niet graag huidkanker wilde krijgen van de onbeschermde zon die boven Australië brandt, maar Jörg leek hier geen last van te hebben. Dit tot zijn grote pret, want dan hoorde ik de hele dag "Ha! Was ist loss beau? A little hot?" maar meer dan mijn middelvinger omhoog houden kon ik niet.
We werkten tussen de 8 en 11 uur per dag, en na het werk was er altijd nét genoeg tijd om te kunnen douchen en eten voordat je in slaap stortte, en nét niet genoeg tijd om erover na te denken dat je de volgende dag weer aan de bak moest. De sfeer in het hostel was goed, en vooral de ritjes in de auto na een lange dag werk waren gezellig. Het Duitse trio in de auto bezorgde Miae en mijzelf vaak rillingen, als we het bijvoorbeeld over Disney films hadden en ze opeens keihard "Hakuna Matata" in het Duits gingen zingen. We dachten eerst dat ze ruzie aan het maken waren, maar het bleek dan toch een Duitse kinderliedje te zijn.

De temperaturen in Echuca stegen nog steeds, en toen de meter de 40 graden bereikte besloot de farm dat ze toch liever geen doden wilden hebben die dag, dus we waren vrij. Aan de ene kant fijn, maar zo schoot het natuurlijk nooit op met onze farmdagen. We spendeerden de dag aan de rivier en doken daarna nog even de airco van de bibliotheek in om de computers te gebruiken. Op Facebook waren David en ik allebei uitgenodigd voor een evenement. Sam, een van de jongens voor wie we op het NZ-festival zouden werken, wilde na het festival een 4-daagse hike door de bergen van Nieuw-Zeeland doen. Dat leek ons uiteraard supernice, maar we wisten niet hoeveel de overnachtingen gingen kostten, en we hadden ook nog steeds geen retourticket geboekt. We besloten het nog even open te laten.
Daarna viel mijn oog op een artikel. Ik opende het en staarde met open mond naar het scherm. David ging ervanuit dat het weer zo'n filmpje was van een baby otter met een baby platypus met een baby koala maar dit was bijna nog belangrijker.
Als working holiday visa-houder mag je tegenwoordig 1 jaar lang in Australië werken, je betaalt belasting en bouwt een pensioen op, maar zodra je het land verlaat krijg je op je eerste 18.000 dollar elke cent terug, een van de redenen waarom zoveel mensen hier gaan werken. Vanaf volgend financieel jaar (dat is vanaf 1 juli in Australië) betalen backpackers 35 cent per dollar, en deze krijgen ze nièt meer terug. David en ik wisten niet meer hoe we het hadden of wat we met deze informatie moesten, een tweede jaar in Australië was dus eigenlijk geen optie meer...maar dat betekende dus ook dat we helemaal geen farmwerk meer hoefden te doen! Je raadt het al... We vormden voor de honderdste keer deze reis een nieuw plan.

Toen we in Amsterdam ons wereld-vliegticket boekten, moesten we uiteraard precieze data doorgeven. Het is echter een flexibel ticket, dus voor 50 euro kunnen we iedere vlucht wijzigen. Onze vlucht van Sydney naar Azie, Bangkok, hadden we willekeurig op 21 februari gezet. Wat we niet wisten, is dat we minimaal 6 maanden in het land moeten zijn om onze belasting terug te krijgen. We besloten dus om wat langer hier te blijven en nog wat geld te verdienen. Het mooie was echter dat we geen farmwerk meer hoefden te doen, dus we konden een normale baan vinden, de auto verkopen en een tijdelijke kamer zoeken! Als we dan een paar maanden gewerkt hadden, konden we zelfs het noorden van Australie te bezoeken, want hoewel dat nu benauwd en vochtig is, is het er vanaf begin april heerlijk warm en droog. De enige hamvraag was... Wilden we wonen in Melbourne of Sydney?

We kwamen er niet uit. In Melbourne voelden we ons meer thuis, in Sydney waren de stranden en het weer beter. In Melbourne konden we makkelijker geld sparen, in Sydney kon David makkelijker bij de Apple store werken. Het was een onmogelijke keuze.

Onze trip naar Nieuw-Zeeland kwam nu erg dichtbij. Kerst was voorbij gevlogen als een saaie zondag, want zonder kou, sneeuw en vooral familie vonden we er maar niks aan. We gebruikten de dag dan ook om de lange trip van Echuca terug naar Sydney te maken.
We wisten nog steeds niet of we het ons konden veroorloven met de hike trip mee te gaan, en besloten Sam eens te bellen voor wat info. David zat ongeveer een uur aan de telefoon, en zijn ogen werden steeds groter, zijn glimlach steeds breder. Ongeduldig zat ik op mijn stoel te wippen, tevergeefs proberend via een soort gebarentaal los te peuteren waar het over ging. Toen hij eindelijk ophing vertelde hij het goede nieuws:
Als we de 28e in Queenstown aankwamen, werden we opgehaald van het vliegveld en naar Wanaka gebracht. Daar was voor het hele team een huis afgehuurd voor vijf nachten lang. Op 2 januari checkten we uit, dan gingen we naar een vriend van Sam en bleven daar een nacht slapen. Op 3 januari begon de hike tour. We namen genoeg eten mee voor 4 dagen, en sliepen op de route in gratis cottages. We zouden rivieren doorsteken, warme dalen doorlopen, 2500m hoge bergen beklimmen waar we sneeuw zouden zien. Op 7 januari keerden we terug en sliepen we opnieuw bij Sam's vriend. Op 8 januari ging iedereen weer zijn eigen weg. Ik kon mijn oren niet geloven, niet alleen gingen we naar Nieuw-Zeeland, we gingen de mooiste plekken bezoeken, en het kostte ons helemaal NIETS! Ik was zelfs zo blij dat ik even helemaal accepteerde dat hiken een gezellig woord is voor heel ver lopen.
Het was zaterdagavond, en we vlogen maandagochtend, dus dat betekende dat we precies 1 dag hadden om ruimbagage bij te boeken, hikeschoenen en thermo kleding te kopen voor als het koud werd. Last minute, heerlijk geregeld natuurlijk weer.

De volgende ochtend stonden we vroeg op. Waar we ontzettend veel geluk mee hadden, is dat de tweede kerstdag-sale hier een gigantisch ding is. Een soort dolle dwaze dagen, die nog een paar dagen aanhield. Aan het einde van de dag liepen we met twee paar flink afgeprijsde hikeschoenen en twee thermoshirts terug naar de auto. Nu was het zaak om snel alles in te pakken en nog een paar uurtjes slaap mee te pikken voordat het avontuur begon!

De volgende ochtend moesten we vroeg op. We pakten een uber naar het vliegveld, en probeerden in te checken. Probeerden ja, want we wisten dat ze bij de NZ-grens streng waren, maar zó streng? We mochten het land niet in als we geen retourticket hadden, en dus moesten we ter plekke, á la minute, een ticket boeken. De enige redelijke prijs was op 12 januari, en dan vlogen we vanaf Christchurch. Hoe we daar dan weer zouden komen was een zorg voor later.
Eenmaal geland op het vliegveld was dat het halve werk. De border control bij Nieuw-Zeeland was een soort CIA en FBI bij elkaar. Toen Alex en Lisa naar Auckland vlogen voordat ze ons kwamen opzoeken, kregen ze een boete van 400 dollar omdat Alex vergeten was aan te geven dat er nog een banaan in zijn tas zat. Natuur staat op nummer 1 in NZ, en dat is te merken ook. Keurig kruisten we aan dat we schoenen meehadden waar misschien aarde onder zat, dat we recent op een farm waren geweest en nog honderd keer lazen we de lijst door. Toen we eenmaal bij de balie aankwamen, brak het zweet me uit. We hadden geen werkvisum, dus we moesten vooral niet laten vallen dat we kwamen werken. De eerste vraag was wat we kwamen doen. Waar we de afgelopen maanden geweest waren. Wat voor visum we in Australië hadden. Hoe lang we elkaar kenden. Waar we vanavond sliepen. Naar welk festival we gingen. Wat we op dat festival gingen doen. Honderd stemmetjes zeiden in mijn hoofd: niet werken, niet werken, niet werken, en dus zei ik "werken". Of we even mee wilden komen.

Een uur later stapten we de frisse lucht van Nieuw-Zeeland in. We hadden ons eruit geluld! We stapten in de auto, en vanaf de eerste meters zagen we een uitzicht dat me BIJNA de adem benam. Bijna hoor, want ik kletste wel gewoon door natuurlijk. Ons nieuwe avontuur begon nu.

Geschreven door

Al 7 reacties bij dit reisverslag

Wauww wat een avontuur (L)

Ayla 2015-12-29 12:37:15

Beautje Beautje haha moest je bijna stantepede terug naar AustraliĆ«. De foto's zijn overwelming!! Heel veel plezier met dit nieuwe avontuur. šŸ˜˜

Mama Els 2015-12-29 14:25:57

Heerlijk weer. Ben heel benieuwd hoe dat allemaal gaat. Je CAM gebruiken hoor

anja 2015-12-29 21:15:21

Pfffffff, spannend, we leven mee! Kussen

Dre 2015-12-29 21:21:06

Heel veel plezier in Nieuw-Zeeland en ben benieuwd naar jullie nieuwe avonturen:) x

Mirella 2015-12-29 21:27:15

Hahahaha ........ Beau is geen goeie James Bond.........maar kan des te beter vertellen. Ook hier Kerst een beetje minder zonder jullie twee. Laat de natuur van Zeeland bij je binnenkomen, een goed begin van het nieuwe Jaar ! xxxxx

Marlo 2016-01-02 09:49:07

Hahahaha!!! Hiken is een gezellig woord voor heel ver lopen!!! Je moet een boekje laten maken van al deze verslagen. XXX

Thessa 2016-01-10 16:01:35
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.