Gisteren hadden we ons voorgenomen om er een rustige dag van te maken, maar helemaal niks doen op vakantie vinden we toch een beetje saai. Het lijkt ons leuk om naar de botanische tuin te gaan. De buschauffeur van gisteren had dit aanbevolen, dus we gaan een kijkje nemen.
We lopen naar de bushalte. Welke buslijn hebben we nodig? Op de plattegrond in het bushokje kunnen we het niet helemaal ontdekken. Als de eerstvolgende bus arriveert, vragen we het aan de buschauffeur. We kopen een dagkaart, waarmee we dus de rest van de dag met de bus kunnen reizen. Het kost €5 per persoon. Volgens de buschauffeur moeten we eerst naar het oude centrum gaan en daar overstappen naar de volgende bus.
Bij het oude centrum zien we dat lijn 31 naar de botanische tuin gaat. Op het bord zien we ook dat deze bus pas over een half uur rijdt. We hebben nog tijd om een klein rondje te lopen door het oude centrum. Ik maak nog wat foto’s en daarna lopen we weer terug naar de bushalte. De bus komt er al aan.
De botanische tuin bestaat uit allerlei kleine tuintjes met een thema. Er is een kruidentuin, een sculptuur tuin, een bloementuin en een groot deel met palmbomen. Het klinkt misschien heel mooi, maar we vonden het eigenlijk niet zo interessant als we hadden gehoopt. De tuin is wel heel ruim opgezet met veel hoogteverschillen en er zijn een hoop uitzichtpunten. Helemaal bovenin kan je met een gondel naar het dorpje Monte. Het lijkt ons leuk om daar te gaan kijken.
Met de gondel gaan we langzaam naar boven. Het is erg hoog en er is een mooi uitzicht. Als we uitstappen, moeten we nog een stijle weg naar boven lopen. Daar is een tropische tuin en wat restaurants. Gezien we de botanische tuin niet heel interessant vonden, slaan we dit over. Verderop zien we een bordje met een slee staan. De buschauffeur had hier ook over verteld en dat verhaal valt ineens op z’n plek. We lopen er naartoe.
Er staan een hoop houten sleeën in de straat. Mannetjes met witte kleding en aparte rubberen schoenen staan klaar voor vertrek. Een voor een stappen de mensen uit de rij in een slee en vertrekken met de mannetjes de straat uit. We zien de mannen hard rennen achter de slee. Het ziet er grappig uit. Zoiets hebben we nog nooit gezien!
We kopen een kaartje en nemen plaats in de slee. De mannen beginnen hard te rennen en sleeën met ons de straat uit. We gaan de bocht om en sleeën 2 kilometer naar beneden. Het gaat best wel hard! We moeten er wel om lachen.
Als we zijn uitgestapt, proberen we onze weg naar het centrum van Funchal weer terug te vinden. In de verte zien we de grote kerk al. We moeten best wel een stuk lopen en de straten lopen stijl naar beneden. Terwijl we naar beneden lopen, kijken we of we een bushalte kunnen vinden. Helaas rijden de bussen in deze straten niet in het weekend. Dan maar verder lopen.
Als we in het centrum aankomen, zoeken we een terras op om even uit te rusten. We eten en drinken wat en gaan dan terug naar het hotel. Dit kan gelukkig wel weer met de bus.
In het hotel nemen we een paar uur rust. S’avonds vertrekken we weer naar het oude centrum om te dineren. Op internet heb ik een Italiaans restaurant gevonden, genaamd La Pasta. Het is een klein restaurantje en volgens het internet moet het eten erg lekker zijn. Er staan veel lekkere gerechten op de kaart, maar we bestellen allebei risotto. Bram eentje met bacon en kip en ik eentje met champignons en ui. Heel erg lekker!
Geschreven door Michelles.reisdagboek