We gaan straks met Gerard en Leslie naar Tomar, een stadje dat zo'n 15-16 km verderop ligt. Eerst lopen we een rondje door "ons" dorp, want we vertrekken pas rond 11.30 uur. En omdat dit dorpje niet al te groot is hebben we ook nog tijd voor een kop koffie met iets lekkers erbij! En om te ontdekken hoe het dorp onkruidvrij wordt gehouden: ze zijn volop met een soort bosmaaier in de weer... De man met het stuk plastic zorgt ervoor dat er geen onkruid en andere dingen wegspat tegen voetgangers of geparkeerde auto's. Leslie komt nog ff bij ons zitten en we verbazen ons erover hoeveel mensen ze hier al kent: ze zwaait naar bijna iedereen!
Voordat we naar Tomar rijden, nemen Gerard en Leslie ons eerst mee naar een Nederlandse camping hier: een heel erg mooie, groene camping met appartementen en studio's, gerund door een stel uit Den Haag. Op Campy, de app waar wij altijd zoeken naar een slaapplek, krijgt deze camping 4,8 van de 5 sterren!
Dan rijden we naar Tomar, waar we eerst het Convent van Christus bezoeken. Dat is een klooster dat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Even een stukje geschiedenis: Het Convent werd in 1160 gesticht door de Orde van de Tempeliers, het was hun hoofdkwartier in Portugal. De Tempeliers hebben de Portugezen geholpen in de strijd om de grenzen van de christelijke koninkrijken van Portugal te verdedigen. Toen paus Clemens V in 1314 de orde liet vervolgen en opheffen, deed Portugal niet mee, de orde bleef in Portugal bestaan onder de naam Orde van Christus. Prins Hendrik de Zeevaarder (1394-1460) was een van de beroemdste grootmeesters van de orde. Hij investeerde de inkomsten van de orde in ontdekkingsreizen. Het embleem van de Orde van Christus, een vierkant rood kruis op een witte ondergrond, stond op de zeilen van hun schepen. De Templar Charola of Rotunda, Ronde Kerk, van het Convent werd gebouwd in de 12de eeuw; model hiervoor stond de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. In de 16de eeuw werd het Convent flink uitgebreid om de macht en rijkdom van de Orde van Christus uit te drukken. Door de lange bouwperiode en de latere uitbreidingen zijn in het Convent veel bouwstijlen te bewonderen, waaronder de barokstijl, de Byzantijnse stijl, de flamboyant-gotische stijl, de manuelstijl, en de renaissancestijl. Ongelofelijk, hoe goed alles bewaard is gebleven (of is gerestaureerd): we kijken onze ogen uit. En het is zeker mooi omdat er ook hier sprake is van een mengelmoes van de christelijke en Moorse stijl, zoals bv ook in Cordoba en het Alhambra te zien is.
Gerard en Leslie nemen ons ook nog even mee naar het aquaduct, een mooi en ingenieus, 6 km lang bouwwerk, dat vroeger het klooster voorzag van stromend water.
Vervolgens lopen we de stad is en ook daar wijst Gerard ons op vanalles dat hier te zien is: mooie oude straatjes, een synagoge, een kerk, en veel cafeetjes. Die zijn heerlijk om even uit te rusten en wat te drinken, want we lopen veel en het is warm!
Dan is het tijd om op zoek te gaan naar een restaurantje. Dat valt nog niet mee (veel eettentjes zijn dicht op dinsdag of gaan pas heel laat open), maar we vinden een Indiaas restaurant met heerlijke gerechten en zeer vriendelijke bediening. We keren voldaan én met een doggy-bag huiswaarts.....
Geschreven door Marias.reizen