We starten deze ochtend met een excusie naar de zilvermijn. Ron had gisteren tijdens zijn avondwandeling al gezien waar de ingang was, dus dat was gemakkelijk!
We nemen de eerste tour, die van 10.00 uur. Enkele mensen hadden hetzelfde idee als wij en even na tienen vertrekken we met een klein treintje met piepkleine wagentjes de mijn in. In de wagentjes is plek voor 8 mensen, maar dan zit je wel opgevouwen! Wij delen ons wagentje met een klein gezin (wrsl uit Polen denken we): man, vrouw en dochtertje van ongeveer 10 jaar. Het treintje rijdt niet hard, maar maakt ongelofelijk veel kabaal. De oordopjes die we bij de tickets kregen zijn dus echt noodzakelijk. Voor mij althans; Ron zet gewoon zijn hoorapparaten uit....
Na een tocht van een kwartier bereiken we een centrale plaats in de mijn. Het is er koud: het blijkt er continu 6 graden te zijn. We krijgen allemaal een helm (jaja, ook bij de Noren safety first!) en dan gaan we eerst naar een feestruimte die in de mijn is gecreëerd, inclusief noodzakelijk voorzieningen zoals een bar, een keuken en toiletten.
Dan gaan we de gangen in en krijgen uitleg over de gang van zaken. Het was, zoals voor iedereen die onder de grond z'n brood moet verdienen, een hard leven en een vroege dood als gevolg van giftige gassen maar vooral ook vanwege stoflongen. Maar onze gids vertelt ook dat de mijnwerkers hier relatief goed werden behandeld: een opleiding, een goed loon, medische hulp en een stukje grond om op te boeren. Je had volgens haar bovendien aanzien als je in de mijn werkte. Dat mag ook wel! Wanneer je de mijn te lijf ging met zgn cold chiseling (gewoon met een pikhouweel) dan duurde het ontzettend lang voordat je überhaupt een gaatje in de rots had. Wat ze dus deden was een enorm vuur aanleggen (van wel zeker 7 m3 hout) dat de rots opwarmde. Dan lieten ze het vuur uitgaan en de rots afkoelen tot ong. 600 graden. Dan hakten ze in de rots totdat ze het niet meer volhielden en renden dan weg van de hete rots om zich met water af te koelen en te drinken. Intussen werd hun plek ingenomen door een andere mijnwerker die hetzelfde te werk ging. En dat allemaal diep onder de grond, brrrrr....
We gaan gangen door en trapjes op en af. Twee Aziatische vrouwen in ons gezelschap zijn dat duidelijk niet gewend en aan kreunend en steunend een wenteltrap op. We zien een lift zoals in het Lunapark op de kermis en gangetjes en schachtjes waar je niet in wil. Gelukkig hoeven we dat ook niet.
Nadat we terug in de buitenlucht zijn eten we een boterhammetje en vertrekken dan naar Oslo. Het weer is goed en de reis is voorspoedig. We parkeren op een parkeerplaats bij het Vigelandpark. Dat ligt vlak bij het museum, dat het leven en werk laat zien van Gustav Vigeland, een man die zijn leven gewijd heeft aan de beeldhouwkunst. En wat een productie had ie, enorm! In het museum staan vooral de gipsen "prototypes" die hij gemaakt heeft en die dan - in zijn latere carrière - via een ingenieus systeem door zijn steenhouwers exact werden nagemaakt. Buiten in het park staan veel beelden van hem, waaronder een enorme fontein die nu helaas niet werkte. Ook staat er een enorme obelisk, waar 3 van zijn steenhouwers 13 jaar (!) aan gewerkt hebben!
Moegeslenterd gaan we terug naar de camper. We koken ons dinertje en besluiten de nacht hier op de parkeerplaats door te brengen. En nu maar hopen dat dat mag en dat we vannacht niet wakker gemaakt worden door politie of parkeerwachters.....
Geschreven door Marias.reizen