Deze morgen vertrokken we in ons familiehotelletje in Meridá richting Campeche. Het was een hele warme dag: 36*C en geen wolkje aan de lucht. We reden 2 uur naar de archeologische vindplaats van Uxmal. Gelukkig vonden we een plekje in de schaduw om onze auto te parkeren. We zetten onze mondmaskertjes weer even op om onze tickets te kopen, eenmaal in de site mogen we ze gelukkig afzetten. Mondmaskers zijn hier in de winkels nog verplicht, en ze kijken er verrassend genoeg best wel streng op toe. Samen met Chichén Itzá is Uxmal de belangrijkste archeologische vindplaats van Yucatán. Uxmal is ook zeer pittoresk door het heuvelachtige landschap en de bosrijke omgeving (yes, toch een beetje schaduw). Direct voorbij de ingang stonden we al perplex door de 35 meter hoge Piramide van de Waarzegger. We wandelden verder langs het Nonnenhuis waar vele vogels en vleermuizen tegenwoordig huizen. Op de vier gebouwen centraal gebouwd rond een groot plein zagen we versierde friezen met slangen, maskers van de regengod Chaac en symbolen. We wandelden verder de trapjes af naar het Balspelveld, een sport waar je een bal in een ring moest gooien en je de bal alleen mocht aanraken met ellebogen, heupen en knie. We klommen de berg op en kregen een mooi uitzicht op de site, adembenemend. Wat een machtig gevoel, zo’n grote gebouwen, zo oud; hoe bouwden de mensen dit vroeger?
Tijdens onze wandeling rondom Uxmal, kregen we gezelschap van leguanen of iets wat er op lijkt. De hitte jaagde ons weg en bracht ons terug in de auto, hoppakee wellie weg, naar onze volgende stop.
Na een lange tocht over de 180 snelweg (dezelfde snelweg als de voorbije dagen), zagen we de zee verschijnen. We kwamen toe in een moderne stad aan het water, met vele visrestaurantjes aan de kade. Hier wordt echter niet veel gezwommen, want de olie-exporteurs hier in deze stad zouden al hun afval in het water dumpen! π‘ We baanden ons een weg door de kleine straatjes met vrolijk gekleurde huisjes, en zochten naar ons blauwe hotel, het Smurfenhotel zoals Arthur het noemt. In hotel Castelmar, authentiek en gezellig hotelletje, konden we een verfrissende duik nemen in het zwembadje. Twee straten verder konden we kiezen tussen verschillende restaurantjes om iets te eten onder de versiering van lichtjes en slingers. Dit voelde echt als vakantie!
Toen onze buikjes rond gegeten waren, wandelden we verder naar het centrale plein van Campeche, waar we plots verrast werden door een enorme lichtshow. Heel mooi!
In ons hotel speelden we nog een spelletje Boggos, iets met skeletten, toepasselijk spelletjes dus want hier in Mexico hebben ze wel iets met skeletten; zelfs op de begraafplaatsen staan tekeningen van skeletten.
Tijd om te gaan slapen in ons Koninklijk bedje, slaapwel!
Geschreven door MACtravelling