We ontbijten vroeg, want om 7.25 uur worden we verwacht bij de ingang van ons hotel. Tijdens het ontbijt worden we al getrakteerd op een groep capucijn aapjes. Op de rand van het dak kijken ze of er nog wat te halen valt in de ontbijtruimte. Maar echt verder naar binnen komen ze niet.
Diego A. is onze gids en komt in een auto aan en zegt loop maar naar de parkeerplaats bij de ingang, daar wachten we op jullie (is maar 200 meter hoor).
We zijn met 7 mensen en gaan in de rij voor het controleren van de tassen.
Dit keer zijn we voorbereid, we hebben geen plastic drankflessen. We hebben ook geen eten bij ons, dus we kunnen naar binnen.
Het is erg druk met mensen die een gids hebben, maar ook met die geen gids hebben.
Diego begint met een eigenlijk best interessant verhaal. Costa Rica vormt een soort smalle brug tussen Noord-en Zuid-Amerika, waardoor zich hier een heel grote concentratie dieren bevinden. In het kleine Costa Rica ( ongeveer Nederland en België) komt maar liefst 5% van de flora en fauna van de hele wereld voor.
We staan na 3 stappen al stil. Wat is hier te zien?
Een spinnetje, wel een mooie , met een fluoriserend iets op zijn rug, maar ach heel bijzonder vind ik het niet. We stoppen steeds om iets te zien wat we al hebben gezien.
Beetje saai zo. En het is nog vroeg, maar zo heel erg warm al.
Dan zien we een beestje rommelen in de aarde, het is donkerharig en heeft een lange staart. Een neusbeer! Een Coati. Hadden we wel al eens vanuit de auto langs de weg gezien, maar nog niet op de foto. Het is een jong mannetje legt de gids uit.
Ze zijn altijd met de hele familie op pad. Als mannetjes opgroeien worden ze op een bepaald moment uit de groep gezet. Ze moeten nu voor zich zelf gaan zorgen.
Ondertussen is de Coati waar we naar kijken flink naar iets lekkers aan het zoeken. Hij wordt steeds onrustiger en dan springt hij boven op iets. Is het een muis of een salamander?
Hij loopt zelfs zo tussen de mensen door. Dus we kunnen hem goed zien.
Het enige wat we deze vakantie nu nog niet hebben gezien zijn een slang en een quetzal.
We lopen verder door het park. We zien nog een luiaard (3 tenen, zijn iets zeldzamer dan die met 2 tenen).
Dan staan we heel lang te kijken/zoeken naar een vogel die lijkt op een berg blaadjes. Het is een Pauraque of Cuyeo (nachtzwaluw-achtige). Het ene moment zag ik hem en toen kon ik hem niet meer terugvinden. Hij/zij zit op z’n nest op de grond.
Maar dan wordt het spannend. Want de Coati komt eraan en die zoekt een lekker hapje (bv eitjes van deze vogel).
Ik sta klaar met de camera. En daar komt de Coati! Met zijn neus over de grond. De vogel vliegt op en valt voor ons neer. Op deze manier leidt de vogel de aanvaller af van het nest. De neusbeer loopt gewoon door.
Wij lopen ook weer door.
Na 20 minuten komen we bij een restaurant helemaal door tralies omheind om de dieren weg te houden. De mensen die er zitten, zitten dus in een kooi.
We lopen verder en gaan dan richting strand. Playa Manuel Antonio, gelegen in een schitterende baai.
Sommige mensen komen alleen voor dit mooie strand.
Hier nemen we afscheid van Diego en de rest van de groep. We lopen naar het strandje om foto’s te maken.
Er is nog een ander mooi strand, Playa Espadilla Sur (zuid) op een paar minuten lopen. Dit is eigenlijk het verlengde van het openbare strand (Playa Espadilla) waar we de afgelopen 2 dagen zijn geweest.
Op aanraden van onze gids gaan we daar naartoe. Onderweg genieten we nog van een groep aapjes, Kapucijn aapjes. Ze klimmen en slingeren in de bomen. Ze vlooien elkaar.
Echt heel leuk om te zien.
Het is inderdaad veel rustiger en ontzettend mooi op het andere strand,
maar we vinden Playa Manuel Antonio toch wat idyllischer en de zee wat rustiger om in te zwemmen. We lopen terug naar het andere strandje.
We gaan in de schaduw van een boom zitten. We liggen echt nooit zo in de zon. Alleen maar onder een parasol of afdakje, we smeren met factor 50 en toch heb ik hier en daar een klein rood plekje.
We gaan even de zee in, heerlijk!
Alhoewel het van ons wat frisser zou mogen zijn, qua temperatuur is het heerlijk.
Als we eruit komen zien we net een aap richting onze tassen gaan.
De andere mensen zitten wel klaar met hun fototoestel, maar doen niets.
Oma José rent (best nog een stukje) over het strand en dan gaat hij weg.
We hebben niets wat een aap kan gebruiken, maar voor hetzelfde geld slepen ze je tas mee. Even later gaan ze mensen iets verderop lastig vallen. Die mensen gooien met kokosnoten, slaan met stokken. Beetje overdreven.
Maar wat blijkt, ze hebben eten bij zich. Ze staan scheldend met hun pakje alufolie in de hand te eten. Domme Amerikanen.
Na een tijdje gaan we er weer vandoor.
Het is inmiddels zo’n 35 graden, we lopen op te lossen.
Inmiddels loopt Fred niet goed meer.
Hij strompelt richting uitgang. We kopen een souveniertje en gaan in een gezellig restaurant zitten. Even bijkomen zeg.
Voor Fred is de wandeling vermoeiend, voor ons samen de warmte.
We lopen hierna naar ons hotel en gaan in een van de cabañas liggen bij het zwembad.
Mijn koudbloedige vrienden zijn er ook en de leuke aapjes slingeren ook weer voorbij. Een hele familie capucijn aapjes (ook wel Whiteface monkeys) spelen en eten rondom en in een bananenboom bij het zwembad. Even later trekt er een grote groep doodshoofd aapjes voorbij. Zo leuk om dat allemaal voor je neus te zien gebeuren tijdens het lekker lezen, muziek luisteren en verhaaltje schrijven.
Op weg naar ons restaurantje zagen we een Duits echtpaar foto’s maken van iets op de lichtreclame van ons hotel. Het bleek een grote kikker te zijn. Wij hebben natuurlijk ook gelijk foto’s gemaakt. De Duitse vrouw was echter nog niet klaar. Ze wilde toch iets dichterbij een foto nemen, ging op het randje staan bij de heg en het volgende moment viel ze door heg heen. Zij gillen, ik gillen. En allemaal lachen. Maar de kikker staat op de foto.
Geschreven door Fred-jose-op-vakantie.geniet