En daar zitten we dan aan onze ontbijttafel met een kop koffie.
Tja het is bewolkt maar waar blijft die regen nou.
Na een heerlijke nacht en 10 uur slaap, zitten we lekker te niksen...uh te relaxen... huh..routes maken en blog bijwerken..op de achtergrond hoor ik de fontein kletteren die onder ons op een piepklein pleintje staat. En het gegalm van allerlei geluiden versterkt door de gevels in de nauwe straatjes... 😁
Eerst eens gegoogled op onze verblijfplaats Joigny. In het centrum zie je middeleeuwse (heren)huizen met houtgravures en onze plek ligt in het département en aan de rivier Yonne, ongeveer 30 kilometer boven Auxerre. Het is een mooi stadje, ommuurd en omgeven door de steile hellingen van de appellatie Bourgogne Cote Saint-Jacques, vernoemd naar de heilige Sint Jacobus. Hoe kan het ook anders 😉
Bekend om zijn wijnen die eeuwen geleden al gedronken werden door vorstenhuizen. Ik las over de Phylloxera ramp. Hoe de druifluis (Phylloxera) bijna alle Europese wijngaarden verwoestte eind 2e helft 1880. Lees verder als je een echte wijntijger bent, zoals Illja Gort dat zo mooi zegt.....
Want nog steeds is de Phylloxera niet ongevaarlijk. Ze kan vrij snel muteren en het is niet helemaal denkbeeldig dat ze ooit weer zal toeslaan. Reden te meer om je glas niet te laten staan!
'Hoe de Amerikanen een grote ramp veroorzaakten en ze uiteindelijk ons ook weer redden'
Een ramp was het in 1880. Geen wijnstok bleef onberoerd. Wijnboeren en wijnhuizen gingen massaal failliet, hun klanten dorstig achterlatend. Wanhopig werd gezocht naar een manier om dit monster te temmen. Het duurde meer dan twintig jaar totdat een oplossing werd gevonden.
De druifluis, oftewel Phylloxera Vastatrix is slechts 1 milimeter groot. Het is dan ook niet de grootte die het beestje zo gevaarlijk maakt, maar zijn vermogen om in zeer korte tijd enorme hoeveelheden nakomelingen te produceren, tot miljoenen in een seizoen, en dat van een enkele “moederluis”.
Het probleem met de druifluis begon in de tweede helft van de 19de eeuw. Vanaf 1863 kwamen er signalen uit de Rhône dat het niet zo goed ging met de wijngaarden. Wijnstokken stierven af, stuk na stuk, wijngaard voor wijngaard. Het probleem breidde zich als een olievlek uit over de Europese wijngaarden. Pas na jaren van onderzoek kwam men erachter dat het een klein druifluisje was dat die problemen veroorzaakte. Druifluis is misschien niet zo’n goede benoeming. Want hij zit niet op de druif, maar vooral op de wortelstok. Hij bijt kleine wondjes in de stok waardoor de wortelstok sap verliest en geen water en mineralen meer kan opnemen. Via de wondjes dringen schimmels en andere infectieziekten binnen en sterft de plant.
De druifluis bleek meegevoerd op Amerikaanse wijnstokken naar Engeland. Binnen enkele jaren had hij al grote delen van de Europse wijngaarden verwoest. Maar wat kon men tegen dit monstertje doen? Hoe het te verslaan? Wanhopige wijnboeren probeerden van alles. Sommigen probeerden hem uit te roken. Anderen rooiden hun wijnstokken en plantten nieuwe aan, die vervolgens ook stierven. Anderen kwamen zelfs op het idee om koeienurine over de planten te sprenkelen, of tabakspoeder te strooien. Er zijn zelfs verhalen bekend van wijnboeren die in zwavelzuur opgeloste botten over hun wijngaard strooiden. Maar niets hielp…
Na meer dan twintig jaar en 2,5 miljoen hectare aan verwoestte wijngaarden kwam eindelijk de oplossing. Amerikaanse wijnstokken bleken resistent tegen het luisje. Overal in Europa begonnen wijnboeren met het enten van hun Europese druivenrassen op Amerikaanse wortelstokken.
Slechts enkele Europese regio's als de Portugese Colares (ligt op zand), het Griekse eiland Santorini (afgelegen) en het Spaanse eiland Tenerife (vulkanische wijngaarden) ontsprongen de nootlottige dans van de druifluis.
Geschreven door Bikepackers.ontour