Vanmorgen om kwart voor acht stonden we op. Onze reis machine begint op toeren te komen. In een half uurtje zijn we klaar voor vertrek. Eerst nog ontbijten. Om kwart over acht zitten we aan tafel. Vandaag zitten met ons een oud militair met zijn Nederlandse vrouw aan tafel. Zij kwam al op zevenjarige leeftijd naar Canada. De andere gasten komen uit Halifax. Zij ontvluchten een paar dagen de stad. Vandaag heeft de kok apple pancakes gemaakt. Vooraf is er scone, lemoncakes en toasted raisinbread. Anneke is niet zo gek op de pancake, maar ik vind hem erg lekker. Na nog een extra kop koffie gaan we de auto inpakken. Om negen uur rijden we weg in de richting van Wolfville. Het eerste stuk van 128 kilometer pakken we de snelweg. Met een gangetje van 100 km tuffen we richting Wolfville. We besluiten eerst richting Blomidon te rijden en nemen afslag 12. Onderweg kiezen we er toch voor om naar Scot’s Bay te gaan, want we willen naar het uiterste puntje van het schiereiland. Na wat zoeken komen we aan op een parkeerplaats waar de Cape Split Trailhead begint. Het is een trail van 6 km naar het uiterste puntje. Na een uur en twintig minuten staan we op het uiterste puntje van het schiereiland van het uitzicht te genieten. Het is overigens best druk, overal zitten zonnebadende en picknickende mensen. Na het fotograferen gaan we weer 6 km terug naar de parkeerplaats. Om drie uur komen we aan bij de auto.
We drinken een colaatje en maken een boterham klaar. Ik verwissel mijn natte shirt voor een droog exemplaar. We kiezen nu voor Blomidon Provincial park. Eigenwijs als we zijn pakken we dit keer een gravelroad. Lekker stuivend gaan we naar Blomidon. We melden ons bij het parkoffice en horen dat we vrij rond kunnen rijden. We rijden terug naar de eerste parkeerplaats. Een beetje stram stap ik uit de auto. De ruim twaalf kilometer naar Cape Split hebben zijn werk gedaan. Gelukkig is het nu niet ver naar de rode cliffen en het strand. Het is wel een glibberige en natte tocht. Anneke spoelt aan de waterlijn haar slippers af in het Minas Basin. Rustig lopen we daarna weer terug. Net naast de eerste trap komt een stroompje op het strand uit. Prima geschikt om het rode slik van onze schoenen te spoelen. Hierna klimmen we terug naar de auto en gaan richting Wolfville. We proberen nog een paar keer om dichter bij het water te komen, maar dat moeten we staken. Toch maar naar de Blomidon Inn in Wolfville. Inchecken doen we om half zes en daarna gaan we even lekker luieren voordat we om acht uur gaan dineren. De Beldertjes nemen het ervan vanavond.
Ons diner bestaat uit seafood chowder, zalm schotel en een lekker flesje witte wijn van Grand pre. Het is overheerlijk, dat hadden we ook wel verdiend na al het wandelen.
Geschreven door Anneke-en-leen.op.reis