Terug in Préveza, onze “thuishaven”. Wat leuk om elkaar weer te zien en wat fijn dat Pim, Jonna, die i.v.m werk al een weekje eerder terugvloog, Thom en Judith een mooie tijd hebben gehad met Lysander. Pim heeft zelfs een aantal dingen aan boord verbeterd en onderhoud gepleegd. Super. Een echte bootjesman! Dan een borrel bij ons op het strand met ondergaande zon en een heerlijke maaltijd vlakbij in taverna Panos. Met de camper gaat het de volgende dag naar het vliegveld en het busstation dichtbij. Pim vliegt naar huis en Thom en Judith nemen de bus richting ferry naar Corfu. Wij ruimen de camper uit en de boot in, in de volle hete zon; we zijn een zonnesteek nabij, maar gelukkig is er water in de buurt. Helaas gaat de bijboot weer op dezelfde plaats lek als aan het begin van onze reis. Tijd om het lek “professioneel” te laten maken is er niet, dus laten we de pomp maar aan boord liggen. Met een keer of drie per dag bijpompen houden we de boel voorlopig drijvend.
De eerste vaarmijlen is het weer even wennen op het woelige stukje zee naar Lefkas, maar eenmaal door het Lefkaskanaal zijn de golven weg en de zeebenen er weer. Vlak om de hoek bij het vaste land vinden we een mooi ankerplekje. Heerlijk om weer op het water te zijn. We varen verder, halve wind naar Nidri (Lefkas), omdat we daar een missie hebben. We gaan op zoek naar de zeilmaker om een plekje op de buiskap te laten repareren. Paul maakt een zitje op het SUP board en we varen als in een soort kano rond, Sit Down Paddling i.p.v. Stand Up Paddling... Heel gaaf. We hebben, en Paul zeker, een rijk kano- en kajakverleden. We zien in Tranquil bay voor het eerst dat er kwallen zijn, een onsmakelijk ogende bruine soort, waarvan we na opzoeken op internet begrijpen dat ze niet heel gevaarlijk zijn, maar met zwemmen zijn we toch maar extra voorzichtig. Vorig jaar hebben we (in het water) geen kwal gezien.
We zeilen zuidoostelijk, naar het eiland Meganisi, langs Scorpios, waar Jacky Kennedy’s badhuisje nog steeds te zien is, belegerd door toeristen in huurmotorbootjes en ankeren in de baai van Abelike. En daar zien we ook Louis en Mirjam weer, nu met familie aan boord, waar we later een gezellige avond mee hebben. Leuk! Wij varen met ons bijbootje, dat we overigens nog steeds moeten oppompen en dat lukt zelfs tijdens het varen, (pomproeien) in ruim 20 min naar het plaatsje Vathi Meganisi. Nostalgisch want daar lagen we vorig jaar nadat we vertrokken als eerste plaats na Préveza. Het is een leuk, rustig stadje en het is mooi om het even terug te zien. We varen terug uit de baai, maar zo halverwege trekt de wind aan en komen de golven binnen en dan zijn we nog niet eens op zee. Dit komt niet goed! We surfen op de golven terug en vragen aan een restauranthouder of het oké en veilig is dat we de bijboot laten liggen en deze de volgende morgen komen ophalen. Dat is het. We lopen naar onze baai, waar Louis’ schoonzoon Jeroen ons na de maaltijd weer aan boord van onze boot brengt. Wat fijn! De volgende ochtend halen we ons bootje op.... even pompen en weer veilig terug over een gladde zee. Gelukt!!!
Van Louis krijgen we de tip om eens in Episkopi, op de noordpunt van het eiland Kalamos te gaan kijken. Na een kalme zeiltocht van wél een mijl of zes (we zijn écht aan het onthaasten) komen we in een schattig haventje, dat met de lokale visserskaïks en zes jachten helemaal vol is. Én, geen havenmeester met bonnenboekje te bekennen! ‘s Avonds eten we heerlijk bij een taverna op het strand met uitzicht op de ondergaande zon. ‘s Morgens nog een wandeling door het vrijwel uitgestorven dorpje met schattige huisjes en dan gaan we verder, naar het volgende eiland, Kastos.
De wind is wat van slag; hij komt afwisselend uit alle windstreken en we blijven maar zeilen bijstellen. Als we eenmaal in een leuk baaitje ankeren op het eiland Kastos trekt de zuidoostenwind stevig aan en liggen we aan lagerwal. Voor de zekerheid varen we met de bijboot nog maar een tweede anker uit op een meter of veertig windwaarts.
De rotsen aan de wal lijken in laagjes wel gesmolten en weer gestold in de meest bizarre welvingen. Op het strand lopen de geiten vrij rond en er lijken hier zowaar geen kwallen te zitten, dus maar weer een welverdiende duik!
We varen zo’n 10 mijl westelijk in een paar lange slagen en uiteindelijk halve wind naar het eiland Atokos. Vorig jaar voeren we hier langs, maar was het erg druk! Nu valt dat reuze mee. We ankeren in One house bay, de naam zegt het al, met één huis dat af en toe bewoond is door een vissersfamilie én met wilde varkens op het strand. We varen met onze bijboot naar Cliff Bay, schitterende geërodeerde rotsen en we varen spontaan een grot in! Fantastisch!! De wind trekt weer aan, maar we zijn net op tijd terug. We leren het wel!
Na een hobbelig nachtje in de baai varen we westelijk naar het mystieke eiland van Odysseus Ithaca, waar we met lijnen aan de rotsen ankeren bij het dorp Kioni. Een fijn plekje... zwemmen, kanoën en het dorpje in! Het is er rustig terwijl de haven vol ligt met jachten, voorzien van vlaggen tot aan Australië en Zuid Afrika toe.
De bijboot hoor je inmiddels leeglopen, dus we besluiten 7 mijl zuidelijker naar Vathi Ithaca te varen, een wat grotere plaats met misschien mogelijkheden om de boot professioneel te laten plakken! Dat lukt niet, maar het lukt wel om nieuwe lijm te kopen en Paul gaat zelf aan de slag... we hopen op succes! Gezien zijn verleden met Fallerhuisjes en Airfixbouwpakketten van Spitfires en zo, waarbij voornamelijk zijn vingers aan elkaar plakten en het object niet onder de indruk was van wat voor superlijm dan ook, zijn de verwachtingen niet heel hoog gespannen. Dit lijkt een regressief project te worden.
We geven de bijboot een extra dagje rust om de lijm te laten drogen en huren een scooter om het eiland verder te verkennen. Over steile wegen gaat het langs het water met schitterende uitzichten op Kefalonia tussen de olijven en cipressen door, met de geur van maquis. We doen Frikes aan, een klein relaxed havenplaatsje en rijden naar het hoogste dorpje Anogi op 800 meter. Hier krijgen we van de ontzettend aardige waardin de sleutel van de kerk om de mooie 17de eeuwse fresco’s te bekijken. Vlakbij zien we ook de grootste monoliet Arákli van 8 m hoog. Obelix was here! Na 24 uur drogen blazen we de bijboot weer op, maar nee hoor, de lucht is inventief en ontsnapt met nog meer enthousiasme dan voorheen.
We zeilen zuidelijk om ons rondje Ithaca te vervolgen. Het gaat niet hard maar wél relaxed.
In een ondiepe baai bij het eilandje Pera Pighadi gooien we ons anker uit en voegen wij ons snel bij de vissen. Na een wat woelig nachtje gaat Paul het lek nog maar eens te lijf met transparante supertape, kruislings in lagen aangebracht, maar helaas....Genoeg over die f* bijboot’ die schrijven we af. Hij is sowieso te groot om aan boord te nemen bij een ruige zee, als slepen niet meer verantwoord is. We steken met een zalig half windje uit het zuiden over naar Eufimia op het eiland Kefalonia en ankeren daar in de baai van het plaatsje.
Tijdens onze scootertocht zagen we een prachtige baai in het noordwesten van Ithaca, de Polisbaai en daar varen we de volgende dag op af, in een aan de windse koers. We ankeren en leggen lijnen naar de wal, gewoon om een rots en Paul helpt daarmee later nog twee boten. Met zeeëgels overal is het oppassen, ook als we later nog een wandeling maken. Weer zo’n topplek!
We hebben nog een paar dagen dus het wordt even plannen voordat de boot uit het water gaat. Het volgende doel wordt Sivota, in het zuiden van Lefkas; een leuk plaatsje met douches, stroom en water voor nop bij de taverna de 12 Gods. Dat wisten we nog van de start van onze zeiltocht dit jaar met Pasen. Super aardige lui. Alles gratis maar wel verplicht eten daar op het terras aan het water; Heerlijk, geen straf! We liggen in een wat moeizame hoek tussen later aangemeerde boten om weer weg te varen, dus vanzelfsprekend komt een mannetje van de haven ons eruit slepen met een dinghy. Geweldig!
De laatste etappe zeilen we oostelijk naar het eiland Meganisi en varen we een mooie tocht langs fraaie grotten naar het noorden; een prachtige zeildag en we halen weer eens de 6 knotsen. Via de zeilmaker in Nidri, die weer puik werk heeft verricht aan de buiskap, zeilen we onze laatste zeildag met een super half windje naar onze thuishaven.
In Préveza doneren we de bijboot aan Mike, the eggman. Die loopt dagelijks met zijn brommertje met eieren, honing en olijfolie langs de boten. Hij kent wel iemand die de boot kan plakken. Hij komt met een aanhanger en neemt het bootje mee. Scheelt ons een hoop gediscussieer met de haven én kosten van opslag. Volgend voorjaar zoeken we wel weer een wat compacter bootje, dat net als die gesneuvelde rooie wél opgerold aan dek past.
Het thema is dit jaar dus wél lekkage. Eerst Lysander in mei, na een dreun van een overstekende rots onder water, dan het rooie bijbootje én de RIB die tot twee keer toe met lekkage de boel in de war gooien. Nu Lysander opgebokt op de wal ligt verschijnt er nog steeds water onder de vloer! Nee hè, zou er nu óók nog een drinkwaterzak (er liggen er twee van tweehonderd liter onder de banken) lek zijn? Maar even in de gaten houden voordat we de thuisreis met de camper weer aanvaarden.
Wij zijn hier nog even aan het werk èn aan het nagenieten bij de ondergaande zon van een paar super relaxte weken in dit mooie gebied, de Ionian.
Geschreven door Paulenmarijkeoppad