We vertrekken vanuit Lakka met weinig wind naar Corfu stad, zo'n 25 mijl noordelijk. Het laatste gedeelte gaat het lekker aan de wind. We ankeren in de baai van Garitsas. Een grote baai vlak voor de stad met uitzicht op een enorme vesting, gebouwd door de Venetianen rond 1550. Met de rubberboot zijn we in een paar minuten in de haven.
Lopend door mooie schaduwrijke parken in het deel Spaniada genoemd, zien we op een lange stenen muur een apart soort hagedis met een wat bredere kop en lange poten (we denken een hardoen); bij het naderen vlucht ie in een boom. Geweldig wat een oerbeesten zijn het toch. Vlakbij is een cricketwedstrijd gaande, zomaar midden in de stad; een relikwie van de tijd dat Corfu een Brits protectoraat was tussen 1814 en 1864.
Iets verderop ligt een rond 1820 gebouwd klassiek paleis van St Michael en St Joris, nu een overheidsgebouw en museum. In de tuin worden foto's gemaakt van een doopplechtigheid, een gelukkige familie. Het is weekend, de terrassen zitten vol en de Grieken genieten ervan!
Door de hele stad zie je sierlijke huizen met Venetiaanse balkons en luiken, maar ook met Franse en Engelse invloeden. Iedereen heeft hier al eens overheerst. Er zijn brede marmeren straten, maar ook kleine steegjes, vaak met waslijnen overspannen.
Indruk maakt de Agios Spyridon, de heiligste plek van het eiland. De kerk zit vol gelovigen in plechtige sfeer al zingend en biddend; men staat te wachten in een lange rij om de sarcofaag van de heilige Spyridon te zien, de schutspatroon van het eiland.
Buiten worden kaarsen aangestoken in alle maten en wordt de icoon gekust!!
In de baai is het met een koel briesje goed toeven: zwemmen, lezen, wat klussen aan de boot zoals het vervangen van een lekkende douchekop van de buitendouche etc. Na de boodschappen en voldoende water getapt te hebben bij een openbaar tappunt aan de wal, varen we rondom Corfustad noordelijk langs wel 5 grote cruiseschepen! Die lagen er de dag ervoor nog niet! Dat gaat druk worden!! Zijn wij even op tijd weg.
We zeilen langs de groene hellingen van de berg Pantokrátor, begroeid met cipressen en olijfbomen, naar het aardige kustplaatsje Kalámi. Dit plaatsje dankt zijn bekendheid vooral aan de in Engeland wereldberoemde Britse schrijver Lawrence Durrell, wiens naam óns overigens niets zegt. Zijn witte huis aan de baai is nu een taverna. We ankeren in de baai dichtbij de kant voor de rotsen met mooi helder water en een klein strandje. Paul brengt 2 lange lijnen naar de wal om te zorgen dat we op de plek blijven. We wandelen in de mooie omgeving o.a. naar het piepkleine vissersdorpje Kouluri in de volgende baai en komen bij op een heerlijk terrasje.
We verlaten het eiland Corfu en zeilen langs de Albanese kust, waar we maar 2 km van verwijderd zijn, naar het zuiden richting het vasteland van Griekenland. Door de ruime wind kunnen we de gennaker, het kleurige nylon voorzeil hijsen. Wel een gedoe met al die extra lijnen die geen andere lijnen mogen kruisen, maar als ie dan staat is het altijd weer een feestje!
We arriveren nog nét op tijd in het schattige plaatsje Platarías om Peter en Ellen uit te zwaaien. Zij verbleven er hun laatste nacht in Griekenland en rijden op de motor naar Igoumenitsa om daar de nachtboot naar Venetië te nemen. Hopelijk laten ze er de kade heel.
In Platarías houden we een rust- en klusdagje. Nu is er weer een luik in de kajuit waarvan de hendel het begeeft; door de UV inwerking wordt kunststof broos. Met gereedschap en wat ringetjes en schroefjes uit eigen voorraad krijgt Paul de boel weer min of meer werkend. Zo’n luik moet op zee wél goed dicht kunnen, want er wil wel eens een golf overkomen.
Platarias heeft een heerlijk relaxed langgerekt zandstrand met schaduw van platanen dus hét moment voor een strandwandeling, een duik en een boek.
Verder zuidelijk zeilen we met een lekker half windje langs de Sivotaeilanden naar het mooie Parga, gelegen in een schitterende omgeving met een strategisch fort uit de 14de eeuw midden tussen twee baaien. Vanaf het fort hebben we een betoverend uitzicht over de stad en de baaien aan weerszijden van het fort. Parga is bezet geweest door Noormannen, Russen, Venetiërs en Engelsen. Tussen 1800 en 1807 probeerde de Turkse Ali Pasha, die we al vaker in kwalijke rollen voorbij zagen komen, de stad te veroveren, maar vergeefs. Toen de stad eenmaal in Britse handen was, verkochten deze Parga nota bene aan diezelfde Ali Pasha op voorwaarde dat deze de andere Britse gebieden in de omgeving met rust zou laten. Een schandelijke episode in de Britse koloniale geschiedenis. De Engelse dandy/dichter Lord Byron, goed bevriend met Alia Pasha, zou hierin een dubieuze rol gespeeld hebben. De 4000 inwoners van de stad vluchtten naar Corfu met medeneming van de botten van hun voorouders(!) Pas in 1913 kwam de stad onder Grieks bestuur.
Eenmaal terug bij ons bijbootje blijkt één van de drijvers half leeg te zijn. Met veel moeite komen we toch nog min of meer droog bij de geankerde Lysander, zo’n 400 meter verderop.
We weten nog nét op tijd de buitenboordmotor van het bootje te hijsen, deze gaat al bijna kopje onder! Op zoek naar de oorzaak blijkt een oude plakker het in de hitte begeven te hebben; eronder zat een forse scheur. Exit bijbootje.
Verder gaat het naar Preveza, onze thuishaven, waar we schoon schip gaan maken en spullen verhuizen naar de camper. Ook bestellen we hier het bijbootje plechtig ter containere.
Bedankt Rooie kameraad!
Onze RIB bijboot, die een aantal weken geleden zo jammerlijk openbarstte, blijkt alweer gerepareerd, dus Pim en Jonna, die vrijdag de boot voor zes weken overnemen, zitten gelukkig niet zonder bijboot. Zonder bijboot ben je altijd op drukke en lawaaierige havens aangewezen, terwijl er niets rustgevender is dan lekker in een baai achter je anker te zwieren, mits het goed is ingegraven natuurlijk.
Vanaf komend weekend zijn we voor zes weken weer landrotten; benieuwd hoe dat weer gaat bevallen. We hebben in 10,5 week zo’n 1150 mijl gevaren. Wat een gewèldige zeiltocht!
Geschreven door Paulenmarijkeoppad