We vertrekken om 2.00 uur 's nachts uit Rethimnon, vrolijk uitgezwaaid door een aangeschoten jonge Brit, op weg naar Santorini met ruim 80 mijl voor de boeg. Het voelt alsof je van de aarde afvaart. Wat fijn dat de maan ons bijschijnt. We zeilen grotendeels halve wind met een stevige bries en kunnen allebei tussendoor nog even rusten. De laatste 10 mijl draait de wind en gaat de motor aan. Santorini in zicht!!
Santorini, door de Grieken Thira genoemd, is de grootste slapende vulkaan ter wereld, vijf keer groter dan de Krakatau bij Java. Rond 1450 BC kwam de grote uitbarsting waar het zijn huidige vorm, een hoefijzervorminge steile krater aan te danken heeft. Er zijn wetenschappelijke ontwikkelingen die erop wijzen dat als Atlantis ooit bestaan heeft, het hier op de zeebodem zou kunnen liggen.
We proberen aan te leggen in het zuiden van Santorini, in Vlichada Marina. Het is er druk met heen en weer varende catamarans, maar we vinden een plek naast een vergeten boot. De havenmeester is niet te vinden...Een paar uur later wordt er geroepen dat we absoluut weg moeten. Er moeten nog 25 grote catamarans in met dagtoeristen en dat zien we later ook gebeuren. "Maar we liggen niemand in de weg" roepen we nog. We worden zo ongeveer uit de haven verjaagd.
Santorini is een parel van een eiland waarvan de foto's voor alle Griekenlandkalenders worden gebruikt, maar waar het voornamelijk om de commercie draait en waar je als een enkele tourzeiler niet welkom bent. Wat een teleurstelling!!
Inmiddels schemert het al en hebben we geen andere keus dan voor anker te gaan in de flink deinende baai. Paul gaat voor we gaan slapen nog op handen en voeten naar voren om het anker te controleren....verliest toch zijn evenwicht en scharniert daarbij zijn schouder andersom. Pijnlijk. We slapen slecht.
De volgende dag maken we via de zuidwestkaap een prachtige zeiltocht door de indrukwekkende vulkaanbaai, waar een viertal gigantische cruiseschepen hun menselijke lading lost. Het zal wel polonaise lopen zijn in de smalle straten van het stadje. Voor ons reden genoeg om op zee te blijven. Jammer, maar we hadden een vriendelijker onthaal verwacht. In het midden van de krater duikt een school kleine dolfijnen op in deze meer dan 100 m diepe baai. Geweldig! Vanwege deze diepte zit ankeren er niet in; dat wisten we van te voren. We varen dus door naar het eiland IOS, het eiland waar Homerus begraven zou zijn, zo'n 30 mijl noordelijk!
We worden gastvrij onthaald, zoals we van de Grieken gewend zijn. Wat een rust heerst hier nog. Pas in juni wordt het drukker en luidruchtiger vooral met rugzaktoeristen. Wij krijgen een miljoenenjacht als buurman naast ons. Je kijkt je ogen uit. Wat een personeel voor 4 mensen!
Paul's schouder blijft erg pijnlijk dus gaan we, het zekere voor het onzekere nemend, naar het plaatselijke ziekenhuisje waar we heel prettig, zorgvuldig en kosteloos (!) worden geholpen.
Er wordt een röntgenfoto gemaakt die wordt bestudeerd door in totaal 4 mensen; de diagnose: opgerekte schouderbanden. Met een mitella, pijnstillers en de boodschap de rechterarm niet teveel belasten zou het binnen 10 dagen weer goed moeten zijn. Wel lastig op een zeilboot, waar je altijd minstens één hand nodig hebt om je vast te houden, maar het had erger kunnen zijn.
Gelukkig doen de benen het nog goed. We maken een mooie wandeltocht naar het plaatsje IOS op de top van de heuvel, door een wirwar van witte steegjes, over witte trapjes langs witblauwe koepelkerkjes en leuke winkeltjes met als toegift een super uitzicht op de haven. En zowaar een keer tijd voor een boek! Na Kreta lijkt het al weer vakantie.
De wind wordt noordwest, gunstig om oostelijk naar het eiland Amorgos te gaan en met alleen de fok op heb ik het alleen goed in de hand en hoeft het voor Paul’s schouder weinig belastend te zijn. We varen voor het eerst samen op met een andere boot, toch niet helemaal alleen, want zo rustig is het hier nog op de Cycladen. Het is wel opletten voor de grote veerboten, die enorme golven veroorzaken.
We meren netjes aan bij het einde van de kade in de haven van Katapola, een mooie natuurlijke haven. Een relaxed havenstadje, waar de mensen opvallend vriendelijk zijn. De plaatselijke timmerman repareert wat aan de houten vloer in de kajuit, die niet lekker meer past, werkt daar een half uur aan en wil daarvoor geen geld. “het was maar 10 min” en hij is bijna beledigd als we hem perse willen betalen. Ongelofelijk!
Amorgos is een langgerekt ruig en woest eiland; de oorspronkelijke bewoners staan dan ook te boek als puinslagers en piraten. Er werden veel films opgenomen, waaronder The big blue.
We maken een mooie wandeltocht naar het oude Minoa via een pad hoog op een heuvel, waar nog wat resten van de tempel en het gymnasium te zien zijn. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan. Rondom de grote paarse distels zien we af en toe een hagedis en eentje die nog wil poseren ook.
Met de blitse Suzuki Jimny met open dak crossen we het eiland rond.
Als eerste naar het Byzantijnse klooster Moni Panagias Chozoviotissas.
Een prachtig wit klooster in een soort adobestijl dat op 180 m boven de vijftig tinten blauwe zee tegen de enorme rotsen lijkt te zijn geplakt in een adembenemend landschap! Wow!
We ontmoeten één van de 3 monniken die er nog zijn. Heel bijzonder.
De weg naar beneden leidt naar een paar kleine paradijselijke strandjes.
We rijden naar het meest zuidelijke puntje, Kalotaritissa beach en bezoeken de hoofdstad Chora, met de typische Cycladische huisjes en windmolens met leuke terrasjes. Op de terugweg stoppen we voor 3 Engelsen die tevergeefs hebben gewacht op bus en taxi; ze zeggen wel 3 keer “Bless you” en “you saved our knees” en persen zich achterin de Suzuki. Daarna worden we door hen uitgenodigd voor een borrel op het terras van hun pension, schuin tegenover onze boot, heel gezellig!
Bij terugkomst zien we tot onze schrik dat Lysander nog met maar aan één achterlijn aan de kade ligt en naar het ondiepe afgedreven is. Er lag een mega RIB naast ons met 5 stoere gasten uit Athene die met tv opnames bezig zijn en een net uitgekomen Yamaha waterscooter met 300PK(!) uitproberen, een soort promotiefilm. Zouden zij er met onze lijn vandoor zijn gegaan? Wie doet dat nou! Als het hard was gaan waaien....Het zal ook wel per ongeluk zijn. We gaan ankerop, want verderop aan de kade is er nog een plaatsje en is het dieper. Pffftt. Daar komen we weer goed mee weg en gelukkig hebben we lijnen genoeg.
De volgende dag gaan we met de Jimny het noordelijke deel van het eiland verkennen door schitterend berglandschap naar twee mooie oorspronkelijke plaatsjes Langada en Tholaria om uit te komen op het mooie zandstrand van Egiali voor een heerlijke frisse duik.
We varen morgen hopelijk rustig verder richting het noordwesten. Daar liggen wat kleine eilandjes, die we willen bekijken. De windvoorspelling lijkt goed.
Geschreven door Paulenmarijkeoppad