Zondag de 9e gaan we terug naar Bali. We pakken de boot naar Kuta. Kuta is een stadje in het zuiden van Bali, vlak bij het vliegveld. We komen rond een uur of 16:00u bij ons hotel aan. Deze dag was het prachtig mooi weer. Verschrikkelijk warm en een strak blauwe lucht. Zelfs ook op Gili. Maar ja we moesten nou eenmaal door dus we hadden er niet zoveel aan.

Kuta is een toeristisch plaatsje. Echt veel te toeristisch. Je hebt er honderden souvenirshops die allemaal hetzelfde verkopen en nog eens tientallen restaurants, kroegen, clubs, winkels, etc. Als je een rondje loopt wordt je door alles en iedereen aangesproken omdat ze je wat willen aansmeren zoals bv: Massaa? (Massage), Motorbike? Taxi? Nog eens Massaaa. En sommige dan Mushroom??? (Paddo’s). Nou ga zo maar door. Best irritant is dat wel hoor. Ook probeert elke maar dan ook echt elke eigenaar van een souvenirshop je naar binnen te lokken. Zelfs als je aan de andere kant van de weg loopt beginnen ze te roepen. Verschrikkelijk.

We verblijven in een mooi hotel met 2 zwembaden in Kuta. De eerste avond gaan we een paar biertjes drinken in een barretje. Daarna zijn we voor souvenirs gaan kijken en hebben we gegeten bij de Pizzahut. De dag daarop hebben we de hele dag bij het zwembad gelegen. Eindelijk hadden we een dag het weer waar we voor gekomen zijn. ’s Middags gaan we weer een sappie doen bij een paar tentjes en daarna zijn we met de taxi naar een Indisch restaurant gegaan. Voor de laatste keer hier m’n favoriete Aziatische voedsel eten. Rowie vond het ook erg lekker. Verder hebben we ’s avonds niet zoveel meer gedaan.

Kuta is trouwens de vaste vakantieplaats voor Australiërs. Nu geldt dit op zich voor heel Bali maar bij Kuta is het, het ergst. 9 van de 10 blanken hier op Bali komt uit Australië. Van jong tot oud. Niet eens zoveel backpackers maar ook erg veel gezinnen. Bali ligt natuurlijk dichtbij Australië, het is maar een paar uurtjes vliegen. En naast dat het een prima vakantiebestemming is, is het ook nog eens erg goedkoop. Bijna iedereen in ons hotel komt dan ook uit Australië. Je herkent het accent heel erg snel, althans ik dan. Mooi accent vind ik het wel. Overal op straat wordt je ook aangesproken met: hey boss of hey mate. Of als je een vrouw bent: hey darling. De locals hebben natuurlijk dat taaltje van ze overgenomen. Lachen.

De laatste dag liggen we weer aan het zwembad. Ook nemen we nog een massage en eten en drinken we wat voor we naar het vliegveld gaan. Bij een restaurantje hebben we kipsaté op. Echt leuk je krijgt je satéstokjes dan op een soort minibbqtje. Erg lekker en ook maar 4 euro. Daarna zijn we naar het vliegveld gegaan voor de laatste reis van de reis.

Bij deze ook gelijk het slotwoord mbt Indonesië:

Ik vind Indonesië een bijzonder leuk land. Er is veel te zien en te doen en de locals zijn erg vriendelijk, vooral op Bali. Het voedsel is vaak erg goedkoop. Het weer heeft helaas niet altijd mee gezeten. Op Java hebben we best wel wat regen gehad en op Bali ging het zowat iedere middag regenen. Maar goed we hebben op Bali bijna iedere ochtend zon gehad. Helaas heb je in 3 weken veel te weinig tijd om alles te zien. 3 weken had niet eens genoeg geweest om alles op Bali te zien. Maar goed we hebben we hoop gezien en gedaan.

Java en Bali verschillen trouwens enorm. Op Java gelooft men vooral in de Islam en op Bali gelooft men vooral in het Hindoeïsme. Dit merk je heel erg als je op z’n eiland bent. Op Java hebben we bv maar op 1 plek een biertje kunnen drinken, in Yogjakarta. Verder viel er niets te halen, niet bij restaurants en niet bij supermarkten. Op Bali hebben we eigenlijk elke dag wel een biertje gedronken. Naast dat is Bali ook 1 en al cultuur. Overal tempels, mensen met sarong en hoofdband, op straat versieringen en offers voor hun god. Over het algemeen vond ik Bali wel vrij toeristisch maar dat was te verwachten.

Geschreven door Giellah