Met een traan nemen we afscheid van Rhoon. Snel nog wat diesel in de tank (was toch iets meer dan verwacht) en op naar buiten. We hebben een flinke tocht in het vooruitzicht. We schatten een ruime 200 mijl. Dat wordt dus een nachtje doorhalen. Vanuit de Oude Maas de Nieuwe Maas op. Het weer klaart snel op en is een groot contrast met gisteren. Nederland likt haar wonden van de storm Poly.
We varen met de vrachtschepen mee richting zee. We passeren de waterkering en even later draaien we naar rechts de zee op en kiezen onze positie. De wind staat gunstig en daardoor wordt de gennaker gezet en komt er een flink tempo in. Daar moeten we van profiteren want we weten dat later op de dag de wind zal inkakken.
Rond 18:00 uur is de wind zover terug gevallen dat we besluiten de motor aan te zetten. Onder behoorlijke boothelling besluit ik mijn kookkunsten te laten zien. Resultaat is een pasta aioli met gebakken garnalen zonder aioli. Hoe dan ook, smaken doet het altijd.
Jån roept me naar buiten. Hij ziet iets vreemds uit het water opkomen. Groot, zwart en ogenschijnlijk gevaarlijk. Het verhaal van de aanvallende orca’s komt in mij op en ik schiet mijn gebedje. Het blijkt mee te vallen. Het is maar een onderzeeër. Zijn we weer zoals in 2017 in een “fire zone”terecht gekomen? Is het Poetin die de Nederlandse Nord Stream leiding in kaart gaat brengen? Hoe dan ook, wel indrukwekkend als zo’n onderzeeër voor je neus opdoemt.
Zodra Poetin ons heeft gespot maakt hij zich uit de voeten. Gelijk heeft hij. Onderschat de Vic’s Blue niet.
We passeren Texel, zwaaien naar Nancy en Herre en draaien richting stuurboord. De duisternis begint in te vallen en ik begin aan mijn eerste slaapje. Om 2 uur meld ik me bij Jån en wissel ‘m af.
Ik heb m’n handen vol aan het zoeken van 3 kardinaaltonnen die ik letterlijk en figuurlijk moet omzeilen. Het blijft speuren in het donker en het knipperen van de lampjes tellen. Maar het lukt en tegen de tijd dat Jån zich weer meldt zijn we die ellende ook voorbij. Ik ga voor de tweede keer onder zeil.
Twee uur later gaat de wekker. 6 uur en het zonnetje schijnt volop. Het wordt een prachtige dag. Ik meld me bij Jån en we nemen onder het genot van een ontbijt de dag door. We moeten nog een behoorlijk aantal mijl tot Cuxhaven. Dat wordt toch een latertje.
We naderen een windmolenpark. Mag je daar nou doorheen of moet je daar juist van wegblijven. In 2019 werden we nog de Belgische kustwacht gesommeerd om “5 kabels” afstand te nemen. We moesten eerst opzoeken hoeveel dat was in mijlen. Tijdens de passsage van het park geschiedt wat we eerder hebben ervaren. “Vic’s Blue, Vic’s Blue, channel 06”. De marifoon roept ons op. En jawel, het is de kustwacht die aangeeft dat we meer afstand moeten nemen. Dat doen we dan maar. Dus ook hier wil men graag privacy. En dan gebeurt wat je niet verwacht. De wind valt weg, het dilemma is compleet. Volgens drs P. Is Cuxhaven ook een mooie stad maar op deze manier ook iets te ver weg. We zetten de motor bij en overleggen hoe nu verder. Het blijft rekenen over de nog aanwezige diesel. Jån kijkt in het kijkglas. Met een rood lampje lijkt er meer in te zitten dan met een wit lampje. We kiezen voor het rode lampje maar zeker voelen we ons hier niet bij. Het rekenen na al die uren wakker zijn lukt ook niet meer zo lekker.
We besluiten niet door te gaan naar Cuxhaven maar te overnachten op Waddeneiland Norderney. Bijzonder eiland. De kustlijn staat vol met moderne appartementen maar ik begrijp van Jån dat Hitler ook een rol heeft gespeeld op dit eiland. Moeten we hier wel willen übernachten? We gaan ervoor, een alternatief is er niet.
Eerste klus wordt de diesel regelen want we willen morgen vroeg vertrekken. Maar die tankstelle has zu gemacht. Met een fiets van de Duitse buurman mag Jån een kannetje diesel gaan halen. Ik ben benieuwd of die zijn fiets terugkrijgt.
Ik ga ondertussen douchen en bij terugkomst op de boot heeft Jån alle aandacht al naar zich toe getrokken. De Vic’s Blue is het kleine café in de haven geworden. De gehele potpourri komt voorbij en het applaus is er dan ook naar.
We eten een goed maaltje, nemen nog een pilsje en een schrobbeler en doen het licht uit. We zijn 36 uur in touw geweest en het is goed zo. Morgen weer een dag. En dan toch naar Cuxhaven want het is een mooie stad.
A domani
Geschreven door Dicks.zeilverslag