Ribe

Denemarken, Husum-Ballum

Aangezien ze vandaag kans op regen voorspellen, passen we de dagplanni g er op aan. Eerst gaan we Ribe, de oudste stad van Denemarken, te voet bezoeken. Daarna kunnen we nog een toer van 30km fietsen vanuit Ribe naar de Waddenzee.

Door de ligging aan de zee en een rivier was Ribe eeuwenlang een belangrijke handelspost van de Vikingen en de Friezen.
Met zijn geplaveide straatjes, scheve vakwerkhuizen uit de 16e eeuw en het middeleeuwse stadsplein loopt het stadje over van historische charme. Het wordt ook wel het tweede Brugge genoemd.

De kathedraal in het stadscentrum is het meest prominente bouwwerk van Ribe. Je ziet dat de kerk in een kuil staat. Hoe kan dat?
De eerste oorzaak zit hem in de slechte hygiëne van die tijd. De inwoners van Ribe moesten het doen zonder riolering en vuilniswagens, en gooiden hun afval en de inhoud van hun piespot gewoon uit het raam. Als je op straat liep, kon je dus maar beter in het midden van de straat lopen, en niet vlak langs de huizen. Niet voor niets is in de oudste straatjes het midden van de straat opgehoogd, terwijl langs de huizen een goot loopt. Door al dat afval kwam de stad steeds hoger te liggen en steeg dus steeds verder boven het oude plein uit. In feite staan de huidige huizen op zo’n 2 meter afval. Het is een zompige laag en dat zorgt ervoor dat veel huizen zijn scheefgezakt. Zonder de zorgvuldig aangelegde waterwegen in en om de stad, die de bodem vochtig houden, zou dat nog veel erger zijn. Als de grond uitdroogt, krimpt hij namelijk in elkaar, net zoals een druif uitdroogt tot een rozijn. Er zou geen gebouw overeind blijven staan.
Aan de tweede oorzaak waardoor de Domkerk nu in een kuil staat, zit een luchtje. Tot 1805 werden de inwoners van Ribe namelijk in en om de kerk begraven. Hoe rijker je was, hoe dichter je bij het altaar kon liggen. Daar komt de uitdrukking stinkend rijk vandaan: als je zo rijk was dat je een graf bij het altaar kon kopen, konden de kerkgangers je goed ruiken.
Door al die stoffelijke overschotten werd de grond rondom de kerk op een gegeven moment wel erg zompig. De graven op het plein zijn toen geruimd en er kwam een kerkhof aan de rand van Ribe. De graven in de kerk gingen wel heel erg ruiken toen men de kerk voor de kerkgangers ging verwarmen. Ook die zijn toen allemaal geruimd. Een deel van de grafstenen ligt nog in de vloer, een ander deel staat langs de wanden. Zowel in als buiten de kerk is dus een laag grond weggehaald.

Achter het altaar is volop ruimte voor moderne kunst.

In de kerk was het vechten tegen instorting. Oorspronkelijk had de kerk één middenpad en een laag plafond van hout. Met de komst van de gotische bouwstijl konden de plafonds hoger worden gemaakt, maar daarmee liep de druk op de buitenmuren ook op: die begonnen naar buiten te wijken. Om dat tegen te gaan, werden tegen de buitenmuren van de kerk kapellen gebouwd. Steeds als iemand iets wilde schenken aan de kerk, werd gevraagd om zo’n kapel, zodat de muren verder gestut konden worden. Later werden de tussenmuren ter gelegenheid van een koninklijke bruiloft doorgebroken, zodat de kerk behalve een middenpad ook twee zijgangen kreeg.

Het verhaal van de kattenkoppen: Voordat je de stad in loopt, hou nog even halt bij de deur met de kattenkoppen aan de zijkant van de kerk. Hier zit een mooi verhaal aan vast:
Er waren eens twee broers waren in Ribe: een rijke en een arme. De rijke broer was koopman. Hij wilde zijn arme broer graag helpen, maar hem zomaar geld geven zou een belediging zijn. Daarom stelde hij voor: “Geef mij iets dat je bezit, dan neem ik het mee op mijn koopvaardijschip en verkoop het voor je. De opbrengst is voor jou.”

Eerst beweerde de arme broer dat hij niets bezat. Maar na een beetje aandringen kwam hij met zijn kat op de proppen. En zo ging de rijke broer op reis met de kat. Onderweg sloeg het noodlot toe: het schip verging en de enige overlevenden waren de rijke broer en de kat.
Ze strandden op een eiland waar zoveel muizen zaten, dat mensen bij het eten naast hun bord en bestek een houten hamer hadden liggen. Zodra het eten op tafel kwam, bestormden muizen de tafel. Dan werd er zo driftig met de houten hamers geslagen, dat je geen gesprek meer kon voeren. De kat was een meester in het vangen van muizen en leverde de rijke broer dan ook goed geld op toen hij hem aan de eilandbewoners verkocht – genoeg om weer naar huis te kunnen gaan en zijn arme broer een welvarend leven te bieden.

Bovendien adviseerde de rijke broer hem om nog 5 katten te kopen en die weer door hem te laten verkopen. Dat gebeurde en uiteindelijk waren beide broers rijk. De broer die arm was geweest, schonk uit dankbaarheid een deur met een kattenkop erin aan de kerk. Om de kattenkop liet hij de muizen afbeelden en onder aan de deur de vijf andere katten.

Water als bescherming
Ribe ligt 5 kilometer van zee en de rivier die door de stad loopt, splitst zich aan de ene kant in drieën en komt aan de andere kant van de stad weer bij elkaar. Bij een wandeling door Ribe kom je dus regelmatig water tegen.

Het water in en om Ribe heeft een beschermende functie. In 1400 werd namelijk besloten dat Ribe geen stadsmuur zou krijgen ter verdediging van de stad, maar een gracht. Daarnaast zorgt het water ervoor dat de bodem onder de stad niet uitdroogt. De gevels van Ribe staan al niet zo recht, maar zonder genoeg water in de bodem zouden ze zo erg verzakken dat ze niet overeind zouden blijven. Om dit te voorkomen, is de rivier gesplitst in een gedeelte waar het water doorstroomt, zodat de vissen erin stroomopwaarts kunnen zwemmen, en een gedeelte dat stilstaat om de stad heen, om de bodem vochtig te houden.

Koopmanshuizen
In de Middeleeuwen was Ribe een van de belangrijkste handelsplaatsen in Denemarken. De Deense kooplieden zakten met hun schepen ook af naar de Lage Landen. Als ze daar hun waar hadden verkocht en geen vracht hadden om mee terug te nemen, kochten ze als ballast vaak natuursteen in België. Zo komt het dat veel oude grafstenen en -kisten die je hier tegenkomt gemaakt zijn van Belgisch natuursteen.

Dat je van al die handel behoorlijk rijk kon worden, blijkt al uit het kattenverhaal dat we bij de Domkerk van Ribe te horen kregen. Maar je ziet het ook aan de statige panden die je hier en daar tegenkomt in de stad. Sommige zijn qua bouw eigenlijk meer geschikt als landhuis, met een flink stuk land eromheen. Toch staan ze in het volgebouwde Ribe, puur omdat mensen die veel geld hadden, dat ook graag wilden laten zien.

Ook de kleinere huizen van Ribe mogen er zijn. Veel ervan zijn gebouwd met vakwerk: een houten ‘skelet’ dat zorgt voor stevigheid, waarna de vakken werden dichtgemetseld. Omdat de stenen geen functie hadden voor de stevigheid van het huis, kon de metselaar een beetje opscheppen met zijn vakmanschap door allerlei patronen te maken. Het dragende hout mocht natuurlijk niet nat worden, want dan zou het gaan rotten. Daarom hangt de eerste verdieping er vaak wat overheen, als een afdak. Ook in het hout van de vakwerkhuizen zijn bepaalde patronen gebruikt, waaraan je periodes kunt herkennen. In de tijd van de heksenvervolging werden er bijvoorbeeld kruisjes in aangebracht, om het kwaad af te weren.

Vakwerk in Ribe
De voordeuren van Ribe zijn een verhaal apart. Inwoners mogen er niets aan veranderen. Als de deur er zo slecht aan toe is dat hij vervangen moet worden, moet er een nieuwe deur komen die er precies hetzelfde uitziet als de oude. Als de oude deur schots en scheef is door het verzakken van de grond, moet de nieuwe deur dus ook schots en scheef zijn.

In de middeleeuwen telde Ribe nog tien kerken en vier kloosters. Naast de Domkirke is de Sint-Catharinakerk (Sct. Catharinæ Kirke) nu echter het enige overgebleven religieuze bouwwerk in de stad. Bij de kerk hoort een klooster.

Na de cultuur gaan we wat luchtigers doen: onze eerste trol in Denemarken zoeken. Er bestaat zelfs een landkaart met kruisjes waar je in dit land alle trollen kan vinden. In Ribe is het Lomme Ulrik. Hij is gemaakt door kunstenaar Thomas Dambo. Lomme Ulrik is meer dan 2 meter hoog en weegt bijna 500 kilo. Lomme Ulrik reist door het land om zakwol te verzamelen. Zijn moeder wil de wol gebruiken om een trui voor Lomme Ulrik te breien. Daarom wil Lomme Ulrik dat je zakwol in het glas doet dat hij vasthoudt.

Dan is het tijd om op onze fiets te springen. We volgen Panoramaroute 403: Vikingen en de Waddenzee. Onderweg komen we aan een route die gaat naar Mandø. Afhankelijk van het getij kan je de route berijden. Wij proberen 1km. Maar gezien we hier niet op voorbereid zijn, keren we braaf terug (voordat we het eiland niet meer af kunnen door her getijde).

Mandø (ongeveer uitgesproken als: Mèn-eu) is een Deens waddeneiland, en is het kleinste bewoonde waddeneiland van Denemarken. Het eiland beslaat 8 km² en er wonen enkele tientallen mensen. Toerisme en veeteelt zijn de belangrijkste economische activiteiten.
Het omdijkte eiland is bereikbaar via twee wegen die bij hoogwater niet toegankelijk zijn. Alleen aan de westzijde bevindt zich een duinenrij, de rest van de zeewering bestaat uit een dijk. Op het eiland zijn een winkel, een natuurvoorlichtingscentrum, een café, een kerk en een kleine camping gevestigd.

De dag eindigen we met boodschappen. Weer een nieuwe winkel: Føtex. Helemaal goedgekeurd!

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

War een geschiedenis verhaal. Weer mooie foto´s. Vooral die van onze puber Niels en geconcentreerde Jan. Tof ,fof, tof. XXX

Moeke 2024-08-15 06:39:08
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.