Wat gaat de tijd toch ontzettend snel, ik zit nu alweer een paar dagen in Maleisië!
De tocht van Hat Yai naar mijn eerste bestemming in Maleisië, Georgetown, gaat eigenlijk heel voorspoedig. Bij de grensovergang vindt nog wel een zeer nauwkeurige paspoortcheck en bagagecontrole plaats maar daarna kan ik mijn reis weer snel voortzetten.
Zo bijzonder is dat altijd, als je ergens een grens overgaat en een nieuw land binnenkomt, zie je meteen al grote verschillen. Ook het verschil tussen Thailand en Maleisië is groot, zowel qua landschap als qua inwoners en cultuur. Maar ook de treinen zijn bijvoorbeeld net een tikje moderner. Wat ik tot nu toe ervaren heb, is dat de meeste Maleisiërs heel open zijn en erg graag een praatje maken.
In de trein word ik gelijk al aangesproken door een studente en we hebben een gezellig gesprek over het land, de cultuur en de grote culturele verschillen tussen Maleisië en Nederland. Zo is ze oprecht enorm verbaasd dat ik wel samenwoon maar niet getrouwd ben! Voor haarzelf ziet ze het ook erg somber in. Ze is al wel 23 jaar en heeft nog steeds geen vriend, zou dat ooit nog goed komen?
Georgetown is een grote stad gelegen op het eiland Penang. Het authentieke eilandgevoel ontbreekt echter aangezien het eiland niet ver van de kust afligt en ook nog eens verbonden is met het vaste land door een enorme brug. Maar om toch een beetje de eilandvibes op te kunnen snuiven neem ik de veerboot (vooral ook uit praktisch oogpunt, de brug ligt een heel stuk verderop, maar dat geheel terzijde).
Wauw, wat vind ik Georgetown een geweldige stad! Een groot gedeelte van het centrum van de stad staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO en niet voor niets! Veel panden hebben een Brits koloniale oorsprong en hebben een bijzondere bouwstijl. Ook het guesthouse waar ik verblijf staat op deze werelderfgoedlijst en er mag dus niets groots gebeuren aan de stijl en indeling van het pand. Het is dus oud! En ook lawaaierig, krakkemikkig, beschimmeld en de kamers bestaan uit vierkante hokken zonder raam. Maar ondanks dat ademt het zo veel sfeer uit en vind ik het toch een hele fijne plek om een paar dagen te verblijven. Overal zijn gezellige zitjes en kun je lekker een kopje thee drinken, en in tegenstelling tot in veel andere hotels heb ik een heerlijk zacht bed. Maar veel ben ik niet in het guesthouse te vinden, want de stad is zeker het bekijken waard.
Na mijn lange trip vanuit Thailand ben ik de eerste dag vrij moe maar toch duik ik het nachtleven van Georgetown in. Dat was eigenlijk niet helemaal het plan maar op straat word ik gelijk door allerlei mensen aangesproken. Ik beland bij een bijzonder gezelschap met mensen van over de hele wereld en met een drankje erbij worden wijze en minder wijze levenslessen uitgewisseld. Een leuk sfeertje, iedereen zit op plastic stoeltjes op straat bij kleine barretjes en winkeltjes die soms alleen maar uit een koelkast met drank bestaan.
De volgende dag ga ik Georgetown bij daglicht bekijken. De stad staat bekend om zijn street art. Overal in de stad vind je de meest prachtige kunstwerken aangebracht op gevels en muren van de oude panden. Veel creaties zijn werkelijk geweldig mooi, heel realistisch. Soms wordt het effect nog eens versterkt doordat gebruik is gemaakt van de details van het gebouw, zoals een deur of een raam. Ik vermaak me echt uren met deze zelf uitgestippelde kunsttour door de hele stad. Mijn route brengt me ook door de wijk little India waar ik de meest kleurrijke tempel bekijk die ik ooit heb gezien. Enorm kitscherig, maar tegelijkertijd ook weer heel mooi.
Georgetown is echt een multiculturele stad waarbij Chinezen en Indiërs naast natuurlijk de Maleisiërs een belangrijke plaats innemen. Heel interessant om de verschillen in gebruiken zo dicht naast elkaar te kunnen ervaren. De culturen zijn namelijk zo uitgesproken, alles ligt letterlijk en figuurlijk op straat; de kraampjes, het eten, de kleding, de tempels, de mensen zelf. Het is een bizarre en prachtige mengelmoes van kleuren, geuren en ervaringen.
Mijn kunstroute brengt me ook nog langs het Food Museum. Buiten staat een enorme bak met plastic eten. Het ziet er niet uit natuurlijk, maar ik ben toch wel nieuwsgierig geworden naar dit museum. Binnen is het museum nog erger dat ik al verwachtte. Er wordt wat informatie gegeven over de eetgewoonten van de drie meest vertegenwoordigde bevolkingsgroepen van Maleisië (Chinezen, Indiërs en Maleisiërs) maar afgezien daarvan bestaat het museum vooral uit belachelijk uitvergroot plastic eten waarmee je op de foto moet. Zo vinden tenminste alle andere museumbezoekers (voornamelijk locals). Ze zijn echt enorm luidruchtig en nemen de meest idiote poses aan met een gigantische kippenpoot, een soeplepel of een megacitroen.
Ik vind het moeilijk om niet gewoon keihard in lachen uit te barsten, zo hilarisch ziet het er allemaal uit. In iedere hoek staat wel een museummedewerker verscholen die naar voren komt stuiven zodra je een voorwerp van wat dichterbij wil bekijken. Dan moet je dus op de foto! En dus ga ik op de foto! Met een mega Spaanse peper, een enorme roti en een reuze-ijsje. Tegen het einde van de route wordt er nog wel een serieuze noot(!) toegevoegd en wordt er uit de doeken gedaan hoeveel suiker en zout er in bepaalde voedingsmiddelen zit en word je gewezen op de gevolgen van voedsel- en waterverspilling. De meeste andere bezoekers rennen hier vooral hard aan voorbij omdat ze veel te enthousiast met het volgende reuze gebakken ei op de foto willen.. Al bij al een bizarre en vooral hele grappige ervaring!
In mijn reisgidsje lees ik dat het de moeite waard is om tegen zonsondergang een nabijgelegen heuveltop te bezoeken omdat je dan een mooie zonsondergang boven de stad te zien krijgt. Lijkt me een prima idee maar de heuveltop ligt een flink eind buiten de stad, een beetje te ver om te gaan lopen. Ik neem dus de bus, maar achteraf gezien was ik nog sneller geweest als ik toch was gaan lopen. Het is zo ontzettend druk in de stad dat het ongeveer twee uur duurt om een afstand van maar liefst acht kilometer af te leggen. En ondertussen verstrijkt de tijd en komt de zonsondergang steeds dichterbij. Aargh, rij nou door! Eenmaal aangekomen bij de voet van de heuvel wacht me nog een leuke verrassing. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zelf de heuvel opklimt, nee, daar moet een leuke attractie voor ingezet worden! Namelijk een prachtig kabeltreintje die je voor Maleisische begrippen veel te veel geld naar de top van de heuvel brengt. En het is druk, de rij is eindeloos en ik zie het zomaar gebeuren dat ik het hele zonsondergangsmoment keihard ga missen. Het wordt namelijk al schemerig...
En dan kan ik eindelijk een treintje in wat voor mijn gevoel tergend langzaam en met heel veel tussenstops naar boven klimt. Maar ik ben net op tijd, de zon is nog niet onder! Het uitzicht over de stad is mooi en ook wel de moeite waard, maar helaas is het wel vrij heiig. Van een duidelijk zichtbare zonsondergang is dus niet echt sprake maar toch leuk om die enorme stad en het eiland van bovenaf te zien.
Naast genieten van het uitzicht is het de bedoeling dat je op de top van de heuvel nog deelneemt aan allerlei vrolijke toeristische activiteiten. Zo is er een lovetunnel met veel hartjes, glitters en knipperende lampjes en een bar waar de muziek echt veel te hard staat.
Ajj... tijd om weer terug naar beneden te gaan! Maar helaas, het volgende treintje komt pas over een uur. Dan maar weer genieten van het uitzicht. Als het helemaal donker is, is het uitzicht over de stad trouwens ook heel mooi, met al die lichtjes. In de verte zie ik de hemel oplichten door de bliksem.
Na al deze belevenissen is het de volgende dag tijd om het lekker rustig aan te doen. Beetje uitslapen, beetje rondkijken en bij verschillende tentjes lekker wat eten en drinken. Het is best moeilijk om niet veel te veel te eten hier. Er zijn zoveel lekkere gerechtjes en lokale specialiteiten, ik wil echt alles proeven! Maar als ik bij een sushitentje kom, moet ik toch ook wel een paar sushi's eten, dat kan ik echt niet weerstaan. Ook kom ik nog langs een enorm groot en modern 'winkelcentrum' waar eigenlijk nauwelijks winkels te vinden zijn. Het zijn vooral veel hele blinkende hallen, trappen en gekleurde lampen met hier en daar wat eettentjes en allerlei rare fratsen. Zoals een gigantisch videoscherm in het dak waarop het lijkt of er een dinosaurus over het winkelcentrum loopt, een mini Madame Tussauds met bekende acteurs en actrices, allerlei kinderattracties en vooral heel veel meer dino's. Dus..
In de avond kom ik toevallig langs een kattencafé. Het was me al eerder opgevallen dat hier in Georgetown katten erg leuk gevonden worden. Er is veel kunst met katten te vinden en in enkele winkeltjes worden alleen maar spullen verkocht in kattenthema. Ik vind katten ook erg leuk, dus dat komt goed uit! Het kattencafé is het thuis van een stuk of tien katten die daar vooral heerlijk liggen te slapen. Een mooie rustige plek waar ik een beetje bijkom van alle rariteiten van Georgetown. En natuurlijk is het vooral erg fijn om wat lieve katten te kunnen knuffelen, want ik mis onze vier poekertjes wel!
Die avond ga ik op tijd naar bed (althans, ik doe een poging), want de volgende ochtend moet ik vroeg op. Ik neem de bus naar de Cameron Highlands. Een hoogvlakte waar het heerlijk koel is en waar onder andere theeplantages en aardbeienkassen te vinden zijn. Maar daarover later meer!;)
Geschreven door Reizendrijst