Anderhalve week voorbij en weer zoveel meegemaakt! Hopelijk vergeet ik niks, want het was weer heel bijzonder allemaal.
In Bundaberg hebben we onze nieuwe vrienden Marty en Carolien opgezocht en kennisgemaakt met Teun, ook een Nederlander. 2 nachten samen gekampeerd op verschillende gratis campings. Deze hebben als je geluk hebt een wc, maar daar houdt het qua voorzieningen wel op. Gezellig back to basic dus! Kampvuurtje erbij en veel meer heb je niet nodig. In de nacht van 11 op 12 augustus was het ook nog 'shooting star shower night', de nacht waar je de meeste vallende sterren ziet. Waar kun je dit nou beter doen dan in de bush bush waar het pikdonker is?
Na 2 dagen samen door te hebben gebracht, was het tijd om voorlopig afscheid te nemen. Anne en ik gingen naar Fraser Island, het grootste zandstrand ter wereld. De campervan-bezitters konden niet mee omdat je alleen met een 4x4 op dit eiland kan. Dat kan onze ruige Jeep natuurlijk wel aan. Zou je zeggen. Ware het niet dat het kreng binnen 5 minuten op Fraser aan de kook raakte. Op Fraser zijn alleen zandwegen die zeer moeilijk begaanbaar zijn, en de rest van de tijd rijd je over het strand. Het grootste gedeelte van het strand is prima begaanbaar met hard zand. Onze auto raakte al aan de kook van het eerste gedeelte door mul zand en een moeilijke zandweg. Gelukkig waren we op de veerboot al een groepje Engelsen tegengekomen, en het toevak wilde dat 1 van hen automonteur was. Deze redder heeft ons koelsysteem van bubbels ontdaan en sindsdien loopt het beestje weer als gesmeerd!
We konden de weg vervolgen naar onze kampeerplaats. Geweldig om over het strand te rijden met de weidse branding naast je en zand zo ver het oog reikt. Samen met de Engelsen hebben we een camping gezocht en zijn we aan onze drankvoorraad begonnen. Al met al lagen we toch braaf voor 12 uur in bed. Het wordt hier al om 6 uur donker dus de avonden zijn heel lang, en dus beginnen we ook eerder met 'het avondprogramma.' De Engelse automonteur had pas ontslag genomen op een boot die meerdaagse tours verzorgde en zat dus nog in het irritante ochtendritme van vroeg opstaan en mensen wekken. Wij waren dus om half 7 fris en fruitig wakker om na een heerlijk Engels ontbijt te vertrekken naar het binnenland van Fraser. Gigantisch gave routes gevolgd die je echt niet kunt doen met een normale auto. Stijle stukjes, hobbels en kuilen! Megavet om te rijden dus. Het eindpunt was Lake McKenzie, een meer met kristalhelder water en wit zand. Een plaatje uit een reisgids. Daarna wouden we doorrijden naar het noorden, maar helaas konden we niet langs een rotspartij vanwege het hoogtij. De volgende dag om 6 uur opgestaan, prachtige zonsopgang gezien en naar een scheepswrak gereden die hier is aangespoeld in 1936. Dit wrak is voor een deel weggezakt in het zand. Toch indrukwekkend om te zien! Vanwege het opkomende tij moesten we ook vrij snel weer terug, en omdat we het zuidelijke gedeelte al hadden gezien besloten we maar weer terug te gaan naar het vasteland. Terwijl ik aan het rijden was vloog overigens ook nog de oplader van mijn telefoon in de fik. Gigantisch stinken en roken, met als gevolg dat ik mijn telefoon niet meer kon opladen en hij was afgeschreven. Eenmaal op het vasteland hebben we samen met de Engelsen nog een nachtje gekampeerd op het strand, waarna we vervolgens zijn doorgereden naar Noosa. Eindelijk weer even in een hostel met douche, want inmiddels hadden we 6 dagen geen douche gehad. Teun en Marty waren ook in Noosa, en zoals echte backpackers dat doen hebben we de 2e nacht niet betaald voor het hostel, maar zijn we lekker aso op het parkeerterrein ernaast gaan staan, om wel gebruik te maken van hun faciliteiten. We hebben het hostel overigens wel gesponsord door aardig wat dollars uit te geven in hun bar :)
Noosa is overigens een geweldig stadje, maar wel gericht op de rijkelui. Dure, exclusieve winkels en sjieke hotels. Na dit tripje hebben we een flink eind gereden met nachtelijke stop op een gratis overnachtingsplek. Kamperen was daar verboden op het gras, dus hebben we maar de tent op de parkeerplaats opgezet. 'S ochtends vroeg bruut wakker gemaakt door meerdere trucks die rondom ons tentje pauzeerden voor hun rust. Ook weer een ervaring!
De volgende dag hebben we Carolien opgezocht bij het huis van haar broer in Mullumbimbi. In dit stadje begon het hippiegedoe al, heel apart. Na een uurtje door dit stadje te hebben gelopen gingen we door naar het nabijgelegen bekende Byron Bay, surfplek bij uitstek! Ook weer een zeer bovengemiddelde dreadlocksdichtheid. De hippiehoofdstad van Australië. We zijn op het strand gaan liggen vanwaar we de hippies goed konden observeren. Mensen met rare kleren van alle kleuren van de regenboog, mensen die in hun uppie gitaar spelen, wietrokers, mediterende hippies, hippies die schaamteloos collecteren voor hun drugs. Heel amusant om te zien. De winkels zijn gevuld uitsluitend organische producten die een klein kapitaal kosten. De restaurants serveren ook bijna alleen organisch, biologisch, ecologisch verantwoorde gerechten. Natuurlijk met een ruime keuze voor hen die vegetarisch of veganistisch zijn, en dat zijn er nogal wat! Zelfs de menukaarten zijn gemaakt van gerecycled papier. Het is of je teruggaat naar de jaren 70. Graffiti op de muren, mensen die zich afzetten tegen de voor ons normale manier van leven. Ze dragen kleding met regenbogen of veel rafels. Wijduitlopende broeken. Hebben piercings en tattoo's. Echt oprecht een hele andere wereld. Ondanks dat het zo anders was, hing er wel een aangename ontspannen sfeer. Die mensen zijn gigantisch relaxed en zen. 's Avonds nog uitgeweest in een toko waar juist alle hippies komen en weer onze ogen uitgekeken. Dit alles bedoel ik niet negatief, maar het is gewoon heel bijzonder om te zien.
Anne heeft nog een surfles genomen waar ze helemaal lyrisch over was, omdat ze bij elke golf kon staan.
Vervolgens naar Nimbin gegaan. Ook een soort Byron, maar dan meer landinwaarts en minder commercieel. Het staat bekend om z'n cannabis gedoogbeleid en veelvuldig gebruik. Toen wij s avonds het dorp in gingen, was er een straatfeest aan de gang. Een bandje met bij elkaar geraapte instrumenten wist het publiek van zo'n 60 man aan het dansen te krijgen. Deze mensen hier waren gemiddeld van ouder dan in Byron maar zo ook nog vager en gedrogeerder. Iedereen zat hier zwaar te trippen, en velen niet alleen van de wiet. Wederom weer heeeerlijk mensen gekeken en hoe ontzettend apart sommigen zijn. Uiteindelijk maar weer terug gegaan naar de camping, omdat Anne door iemand was gewaarschuwd voor criminaliteit in dit dorpje. Toen we wegliepen kwam er gelijk een auto achter ons aangereden met een man daarin met wie we eerder hadden gesproken. Heel opdringerig boodt hij ons een lift aan, en zei dat we ook wel bij hem thuis konden slapen. Vage knakker! Vriendelijk doch duidelijkheid dit aanbod afgewezen en terug naar de tent. Bij elke auto die eraan kwam gingen onze reflexen aan, bang dat die man ons volgde. Voordat we zijn gaan slapen hebben we nog wel even ons scherpste keukenmes in de tent gelegd, just in case. Ik kan er nog heel lang over doorgaan hoe bijzonder al die hippiedorpjes zijn met hun subculturen, maar je moet er zelf geweest zijn om het te ervaren denk ik!
Het gedeelte 'bushturkeys' in de titel moet ik ook nog even uitleggen, want deze beesten drijven ons tot complete waanzin! Elke ochtend om 6 uur komt het eerste monster ons wakker maken. Ze pikken de anti-aanbaklaag uit onze degelijke pannen, slopen de vuilniszak en verspreiden de inhoud, slopen onze theedoos, lopen over tafels en zonnebrillen, pikken in paprika, banen en aardaopels en het zijn gewoon de grootste rotbeesten in Australië! Je kunt ze ook niet wegjagen want ze blijven mamar terugkomen. Sinds al deze incidenten is het onze diepste wens om gestoofde bushturkeyschotel te eten.
Anne's laatste week is aangebroken, ze gaat donderdag weer naar huis. We gaan voor die tijd nog familie opzoeken in Sydney en naar de Blue Mountains (national park). Nog 2 dingen waar we allemaal heel erg naar uit kijken! En nu... genieten van onze zaterdagavond!!!
Geschreven door Lindasreis