Vandaag trekken we met z’n vijven (vake, Koen C., Katlijn, oom Johan en ikzelf) richting het zuiden van Lombok. Een ander eilandgevoel, andere tradities – en dat voelen we al meteen.
Aardewerk en herinneringen
Onze eerste stop is een winkeltje vol aardewerk: potten, schalen, en andere souvenirs liggen er uitgestald. We kopen allemaal een klein stukje als oleh-oleh (souvenir) voor thuis. Vake is nieuwsgierig naar het productieproces, dus rijden we nog wat verder het dorp in op zoek naar een pottenbakkerij. Na enig zoeken vinden we een kleine werkplaats die één soort pot maakt, enkel voor de lokale markt. Niet spectaculair, dus trekken we verder.
Handgeweven tradities
Onze volgende halte is een dorpje met een coöperatie waar vrouwen hun eigen stoffen weven. We krijgen een luidruchtige gids mee, die vooral de vrouwen van het gezelschap in bescherming lijkt te nemen. Het weven is volledig handwerk en behoorlijk arbeidsintensief. Katlijn probeert het ook, maar na twee rijen blijkt al hoe traag het gaat.
Tussen het weven door horen we bijzondere verhalen – zoals dat van een 127-jarige man met zijn negende vrouw – en zien we grappige dingen zoals "kippenhotels" langs de weg.
Kuta-strand en bountylandschappen
Daarna rijden we verder naar het Kuta-strand, vlakbij het internationale MotoGP-circuit van Mandalika. Sinds de komst van de nieuwe luchthaven zijn hier flink wat hotels bijgekomen. We eten iets kleins en verkennen het strand. De mensen leven hier letterlijk op het strand – hun boten liggen maar een paar meter verderop in het water.
Onze chauffeur kent nóg een mooi strand en neemt ons mee naar een plek die zo uit een Bounty-reclame lijkt te komen. Geen drukte, weinig hotels – maar wel veel toeristen die komen surfen of chillen op strandstoelen. Ik ben benieuwd hoe dit eruitziet over tien jaar.
Authentiek Sasak-leven
We zetten onze tocht verder naar het Sade-dorp, een traditioneel Sasak-dorp. De huizen zijn lemen hutten met daken van olifantengras – een nachtmerrie voor de brandveiligheid, eerlijk gezegd. De Sasak spreken hier hun eigen taal, en sommige dorpelingen verstaan zelfs geen Indonesisch. Er zijn nog maar weinig van deze dorpen op Lombok, dus het is belangrijk dat deze unieke cultuur bewaard blijft. Toch lijkt het alsof er vandaag meer volk op het strand was dan in dit dorp…
Grootse moskee in een kleine stad
Op de terugweg stelt onze chauffeur voor om te stoppen bij de grote moskee van Mataram. Van buiten al indrukwekkend, met een minaret van meer dan 140 meter hoog. We krijgen een sarong aangereikt; Katlijn krijgt zelfs een volledig pak met kapje. De moskee is zo groot dat er een roltrap is naar de gebedsruimte, waar maar liefst 3.000 mensen tegelijk kunnen bidden. Van daaruit kijk je tot helemaal in de nok van het gebouw – prachtig én indrukwekkend, zeker voor een relatief kleine stad als Mataram.
Schildpadden en zee-egels
Ondertussen hebben de thuisblijvers genoten van de zee bij het hotel. Ze zagen zelfs een schildpad vlak voor het strand – jaloersmakend! Minder leuk was het voor Lander, die op een zee-egel trapte. Pijnlijk, maar gelukkig was het personeel er snel bij om de stekels te verwijderen.
Afsluiten in twee smaken
’s Avonds besluiten we om in twee groepen te gaan eten: een meer westerse en een meer Indonesische ploeg. Beide groepen eten uitstekend, maar ik moet toegeven: de seafood bucket was absoluut een voltreffer.
Geschreven door Ceyssens.zijn.weg