Vanmorgen nemen we afscheid van Blandine en de kleine schattige Victoria. Als 'trouwe klanten' krijgen we nog een pot zelfgewonnen honing mee. De man van Blandine is landbouwer, imker en ze fokken ook paarden. De honing komt van een veld met zonnebloemen. We leren dat die hier gekweekt worden om olie te persen uit de zaden of als veevoeder (vergelijkbaar met maïs die daarvoor gehakseld wordt). Blandine waarschuwt ons nog om voorzichtig te zijn op de baan, want in de namiddag worden er hevige onweders voorspeld.
De gps kiest kleine slingerende wegen voor onze rit van vandaag. We wijken er na een tijdje toch vanaf om te kunnen tanken in Corbigny. Daar is het net marktdag. Ideaal om wat lekkers in te slaan voor de lunch straks. Het wordt een halve gebraden kip met gebakken aardappeltjes. Nog wat groenten uit de supermarkt erbij en we hebben alles aan boord voor een heerlijke picknick.
We rijden door richting Apremont-sur-Allier omdat daar en mooie tuin te bewonderen zou zijn. Onderweg passeren we ook langs een meer, de ideale plek om halt te houden voor de lunch.
Ons volgende tussenstopje is bij een sluis op het Canal Lateral à la Loire. We zien er net een boot het hoogteverschil overbruggen en gaan het schouwpel even bekijken.
Daarna hoeven we niet ver meer te rijden om aan te komen bij het 'Parc Floral'.
Het blijkt een mooi domein met een prachtig aangelegde tuin in Engelse stijl en met de nodige 'folies'. Er is een waterval geceëerd, een Japanse brug, een Turks geïnspireerd torentje,...
Het is een warme dag en we profiteren even mee van de watersproeiers die het gras benevelen. Zalig om zo wat verkoeiling te vinden!
Met ons ticket bezoeken we ook nog even de tentoonstelling bij het naburige kasteel en de remparts.
Daarna willen we al even een kijkje gaan nemen bij de enclave uit Noorderwijk die in de buurt van Moulins neergestreken is voor de touretappe van morgen. Onderweg stoppen we nog in het kuuroord Bourbon l' Archambault om te tanken. Bij de plaatselijke bakker kopen we quiches, flantaart en brood.
En nu gaan we dus op zoek naar de busjes en caravannetjes van café De Welkom. We weten dat ze in de omgeving van het dorpje Gipcy langs de kant van de D11 staan maar dat is best een lange weg. We beproeven ons geluk eerst in de foute richting maar uiteindelijk vinden we onze Belgische vrienden. We worden hartelijk onthaald door Bart Ceelen (waarmee Bart vroeger vaak chauffeur was voor huwelijken) en zijn vrouw Greet. We drinken samen een glas en spreken af voor de volgende dag. Dan passeert de Tour hier en dat willen we niet missen.
Vervolgens rijden we naar ons nieuwe logement: deze keer is het een kasteel waar we de komende 2 nachten gaan verblijven. We zijn benieuwd naar het Château du Grand Luçay en de Nederlandse eigenaars. Na een kwartiertje zijn we er al en we worden hartelijk ontvangen door de gastvrouw, haar man en de hond. Onze kamer op de eerste verdieping is heel ruim en mooi ingericht, met een moderne gerieflijke badkamer. Er is maar één probleem: onder de houten vloer hebben zich blijkbaar (vliegende) mieren genesteld. Die wilden blijkbaar ook logeren in stijl...
De eigenaars van het château zitten er erg mee verveeld en doen er alles aan om het probleem op te lossen. Intussen mogen wij in de ontbijtruimte aan tafel gaan om onze lekkernijen van de bakker op te eten en maken we al even kennis met de andere gestan: een Deens echtpaar.
Na een verfrissende douche, kruipen we onder de superzachte lakens van het grote bed.

Geschreven door Zuid-Frankrijk2020