We hoeven pas laat uit te checken bij het hotel, dus we lopen ’s ochtends nog even een stukje door Toulouse om een broodje te halen. Als we terug naar het hotel lopen, komen we langs een drukbezochte groentemarkt. Vanwege de markt is de stoep wat smaller geworden, waardoor we op een gegeven moment vlak langs mensen in een rij moeten lopen die buiten een gebouw staan te wachten. Iedereen in de rij staat met een mondkapje op, wat inmiddels wel weer opvalt. Als ik kijk waarvoor ze in de rij staan, blijkt het een rij te zijn voor de coronavaccinaties. Zo gek, het lijkt echt even of we tussen twee verschillende werelden in staan: links met mondkapjes op in de vaccinatierij, rechts de markt waar iedereen (vooral veel ouderen) zonder mondkapjes gezellig samen de paprika’s en tomaten staan te keuren. Wij lopen tussen deze werelden door, naar de auto en richting de Dordogne om verder van onze vakantie te genieten!
Als we door de Dordogne rijden, zien we regelmatig (vervallen) Châteaus langs de route. We dachten dat we pas over een paar dagen veel Châteaus tegen zouden komen in de Loirestreek, maar hier konden ze er blijkbaar ook wat van! Omdat het uitstapje naar Carcassonne erg leuk was, zoek ik onderweg of er hier in de buurt ook een leuk Château is om te bezoeken. Er zijn er meerdere, maar er is er één die er echt uit springt volgens de beoordelingen: Château Milandes. Dit ligt ook nog eens op de route, dus dat is mooi! Als we kaartjes halen bij de kassa, blijkt dat er bijna een roofvogelshow begint. We zijn benieuwd, dus gaan op de tribune zitten. De show is erg leuk, er worden verschillende roofvogels bij gehaald die van verzorger naar verzorger vliegen. Ook laten ze zien hoe deze vogels jagen door een elektrisch karretje door het gras te laten rijden als “prooi”, of door een “prooi” aan een touw rond te slingeren en uiteindelijk op te gooien. Ik probeer daar foto’s van te maken, maar dat gaat gewoon véél te snel dus dat lukt helaas niet. Het is in ieder geval erg leuk!
Maar éigenlijk kwamen we natuurlijk om het kasteel met de tuin te bekijken. De tuin is ontzettend groot en leuk om een stuk doorheen te lopen. Daarna gaan we het kasteel in. Helaas mogen we in het kasteel geen foto’s maken, dus het blijft bij heel veel tekst 😉 Bij de rij voor het kasteel staan foto’s van hoe het kasteel er zo’n 20 jaar geleden (toen de huidige eigenaren het kochten) van buiten uit zag toen het nog niet opgeknapt was, en foto’s van het eindresultaat na de renovatie. Het kasteel is gebouwd in 1489, in opdracht van François de Caumont. De familie Caumont woonde namelijk in kasteel Castelnaud, maar François wilde een romantischer kasteel voor zijn vrouw, Claude de Cardaillac. Het kasteel Milandes is dan ook een kasteel geworden dat een vrouwelijke uitstraling heeft met veel licht en kamers die aan de vallei grenzen. Uiteindelijk werd dit de permanente woonplek van de familie Caumont. Tot in de 16e eeuw werd hier in vrede geleefd, totdat de familie zich bekeerde tot het protestantisme. In 1572 is een van de afstammelingen van François, Jacques, met zijn ouders bij een bruiloft wanneer de hele familie wordt vermoord vanwege hun bekering tot het protestantisme. Jacques overleeft de aanslag en gaat met zijn oom Geoffrey en tante Marguerite mee naar kasteel Milandes, waar zij inmiddels wonen. Omdat de dochter van Geoffrey en Marguerite is onterfd, omdat ze met een Christen getrouwd is, erft Jacques kasteel Milandes. Hij woont hier tot zijn dood in 1652. Lange tijd heeft het kasteel daarna leeggestaan, waardoor er geen onderhoud werd uitgevoerd. In 1900 wordt het kasteel gekocht door Charles Claverie, die het kasteel tussen 1900 en 1914 renoveert en er zelfs een wijnmakerij en boerderij bij laat maken als investering. In 1908 krijgt Jules Vacherot, de landschapsarchitect van Parijs, de opdracht om een tuin in Franse stijl omgeven door een park in Engelse stijl te maken.
Het is leuk om de verre geschiedenis van het kasteel te kennen (daar gaat het eerste deel van de audiotour door het kasteel over), maar eigenlijk maakt het verhaal vanaf ongeveer de tweede helft van de vorige eeuw echt indruk op ons. In 1947 wordt het kasteel gekocht door Josephine Baker. Wij hadden eerlijk gezegd nog nooit van haar gehoord, maar we kunnen wel zeggen dat het helemaal terecht is dat een groot deel van het kasteel haar verhaal vertelt. In 2012 heeft het kasteel zelfs de titel “Maison des Illustres” gekregen, een Franse erfgoedclassificatie als eerbetoon aan een van de meest uitzonderlijke vrouwen van de 20e eeuw.
Josephine Baker wordt in 1906 geboren in Saint Louis in Amerika als dochter van een gekleurde vrouw en een vader van waarschijnlijk Spaanse afkomst. Josephine heeft haar vader nooit gekend en is ook nooit door hem erkend. Ze leeft met haar moeder, broer en twee zusjes in armoede. Op jonge leeftijd plaatst haar moeder Josephine bij een “witte” familie om daar te werken en geld te verdienen. Ze houdt van dansen en krijgt al snel de kans om op het toneel te staan, eigenlijk als kleedster maar als ze invalt voor een zieke danseres wordt ze ontdekt. De eerste jaren treedt ze vooral op in Amerika, maar mag in 1925 naar Parijs om op te treden. Na een paar honderd optredens in Parijs en in het buitenland, breekt ze met haar huidige werkgever en gaat voor de Folies Bergère werken, waar ze een van de hoofdrollen krijgt. Vanaf 1930 stort ze zich op een zangcarrière en wordt bekend met het nummer “J’ai deux amours”, waarmee ze veel geld verdient. Ze houdt dit geld niet voor zichzelf, maar doneert onder andere aan goede doelen, ziekenhuizen en scholen. Ze is enorm succesvol en tekent steeds meer contracten. Ze trouwt met een Joods Franse man, en neemt zijn nationaliteit over in 1938. Ze gaan al snel weer uit elkaar, maar haar man en zijn familie hebben dankzij haar nog wel de kans om aan het begin van de oorlog naar Amerika te vluchten. Zelf gaat Josephine in het verzet, ze is een dekmantel voor kapitein Abtey, het hoofd van de militaire contraspionage in Parijs. Doordat ze zich vanwege haar carrière vrij kan verplaatsen, kan ze vluchtelingen helpen het land te verlaten. Op officiële avondfeesten is ze informant en koerier, en in haar muziek kon ze gecodeerde berichten verzenden. Pas in 1961 ontvangt ze, in Chateau Milandes, de medaille ‘Legioen van Eer’. Ze gebruikt elke gelegenheid en haar bekendheid om racisme te bestrijden.
In 1947 trouwt ze met Jo Bouillon, een dirigent. Ze hebben samen een droom om een “Global Village, de hoofdstad van universele broederschap” te beginnen. Ze adopteren in een korte periode 12 kinderen van verschillende nationaliteiten en religie, om aan de wereld te laten zien dat verschillende achtergronden in vrede samen kunnen leven. Ze maken samen van Chateau Milandes een paradijs voor hun kinderen, die de “Regenboogstam” worden genoemd. In de jaren 50 heeft de familie een geweldige tijd samen. Jo Bouillon is verantwoordelijk voor het toeristencomplex van Milandes, Josephine regelt de rest. Helaas blijft het geluk niet hangen voor de familie. Door haar moeilijke leven, heeft Josephine de neiging om veel geld te besteden. Daarnaast wordt zij veelvuldig opgelicht door aannemers die gebruik maken van haar naïviteit, en haar zo rekeningen dubbel laten betalen. Jo Bouillon en Josephine gaan uit elkaar, en Josephine blijft achter met schulden.
In 1968 wordt het Chateau op de veiling verkocht aan de hoogste bieder. Ze hoort dat de nieuwe eigenaar het gebouw zal gebruiken als belegging. Ze sluit zichzelf op in de keuken uit protest. Wanneer ze na een aantal dagen even naar buiten loopt, wordt ze buitengesloten en na een nacht vóór het kasteel door te brengen wordt ze in shocktoestand naar het ziekenhuis gebracht. Deze gebeurtenis is een grote aanslag geweest op haar gezondheid.
Om haar schulden te betalen, gaat ze weer het toneel op. In 1975 viert ze haar 54-jarige carrière en het Rode Kruis bal in Monaco zorgt ervoor dat Josephine haar status van ster weer terugkrijgt. Haar show in het Bebino Theater in Parijs is een grote hit. Het laat haar hele leven als artiest zien, met zowel de goede als de slechte tijden. Helaas is Josephine zelf uitgeput. Na een aantal optredens, wordt ze bewusteloos in haar appartement in Parijs gevonden. Ze wordt naar het ziekenhuis gebracht, maar overlijdt daar op 12 april 1975 aan een hersenbloeding. Haar oudste kind is op dat moment 21 jaar. Een aantal kinderen verhuist naar Argentinië, waar Jo Bouillon inmiddels woont. Anderen blijven in Parijs en wonen samen met de nicht van Jo Bouillon. Regelmatig keren de 11 kinderen (1 kind, Moïse is inmiddels overleden) nog terug naar het kasteel Milandes om hun moeder te herinneren.
“Not everyone has the same colour, the same language, or the same customs, but they have the same heart, the same blood, and the same need for love.” ~ Josephine Baker
Nou, jullie kunnen je vast voorstellen dat dit verhaal een grote indruk op ons heeft gemaakt! Na ons bezoek rijden we door naar de camping, wat nog ongeveer een half uurtje rijden is. Uiteraard zien we onderweg nog hier en daar een Château. We halen nog even snel wat boodschappen, en na het koken en eten spelen we buiten op de veranda een aantal spelletjes “Keer op Keer”. Mét citronellakaars erbij, die we bij de supermarkt hebben gevonden. Ook in dit gebied is het ’s avonds en ’s ochtends erg koud, dus de warme truien en lange sokken komen weer uit de koffer. Morgen gaan we poging 2 doen om te kanoën. Het is dan niet in de Gorges du Verdon, maar de Dordogne is vast ook prachtig om te kanoën!
Geschreven door RickenCarmen