De Uber brengt ons naar het startpunt van de tour met Nai Nami (straattaal voor ‘Nairobi met ons’). Daar pikt Mrembe ons op en ook Kissmart en Cheddaz (aka Cheddarcheese) voegen zich bij ons. Ze vertellen ons dat we nu in Uptown zijn en zometeen naar Downtown gaan, de plek waar zij zijn opgegroeid. De jonge mannen van Nai Nami (ze zijn nu met 9) zijn namelijk allemaal op straat opgegroeid, sommigen vanaf hun 5e, anderen vanaf hun 7e of 9e. Terwijl we lopen vertellen de jongens hun verhaal. Allemaal even indrukwekkend. De overeenkomst lijkt wel te zijn dat er bij geen van de jongens een vader in beeld was. Zo vertelt Mrembe me dat de fabriek waar zijn moeder werkte, werd opgedoekt en ze daardoor hun ‘huis’ kwijt raakten. Mrembe en zijn broertje werden door hun moeder naar 2 verschillende opvanghuizen gebracht, maar helaas werd die waar Mrembe zat opgeheven. Zo kwam hij op straat terecht en leert te overleven door allerlei criminele activiteiten. Hij verliest verschillende vrienden doordat ze worden doodgeschoten door de politie of mishandeld door de mechanics. Dit gebeurt overigens nog steeds hier op straat. Uiteindelijk vindt hij, door puur toeval, zijn moeder weer terug en ook heeft hij nog steeds goed contact met z’n broertje. Gelukkig komt hij in contact met de andere mannen van Nai Nami en sindsdien is hij onderdeel van het team. Ook de verhalen van de andere jongens zijn zo indrukwekkend! Kissmart is op straat beland door huiselijkgeweld en Cheddaz doordat zijn moeder aan de drank ging na het overlijden van zijn vader.
In Downtown zien we meteen een groot verschil met Uptown. Daar was alles netjes en lag er geen rotzooi op straat, hier is het een grote puinhoop. Het is vies (extra omdat het vannacht heeft geregend), de verharde straat is op veel plaatsen weg en het is een gekrioel van mensen. We lopen langs het busstation (dat is gewoon door verschillende straten, ik zie geen enkele duidelijk halte 😂) en door OTC (old town Centre of trade centre). In deze straten hadden we met z’n 2en niet kunnen lopen, maar met de jongens om ons heen voelen we ons geen moment onveilig. Het is zo uniek!! Op een gegeven moment komen we bij de rivier en laten de jongens zien waar ze vroeger sliepen.. onder de brug. Je kunt het je gewoon bijna niet voorstellen. Soms sliepen ze ook door slimme manieren in hotels langs het water. Eigenlijk zijn het gewoon golfplaten hutjes van maximaal 4m2. ‘s Nachts braken ze dan in, in die hutjes en namen wat spullen mee. De volgende dag gingen ze zich bij de eigenaar aanbieden als nachtbewaker, zodat ze daar konden slapen.
Ndee (aka Typhoon, die naam heeft ie van een Nederlander gekregen omdat hij op de Nederlandse rapper Typhoon lijkt) en Donga lopen ook nog een stuk met ons mee. Ook zij hebben weer de meest indrukwekkende verhalen. Donga geeft ons een rondleiding door een markt. Ik heb nog nooit zoveel kraampjes bij elkaar gezien.. mensen zitten uit leer slippers te knippen, anderen maken er inkepingen in om de bandjes doorheen te halen en weer anderen maken de bandjes met de kraaltjes. Het ruikt ontzettend sterk naar leer en lijm en misschien nog wel andere dingen haha..
Als afsluiting van de tour gaan we lunchen. We eten 2 typisch Keniaanse gerechten: Swahili-rijst en aardappelpuree met bonen en kool. Erg lekker! We kletsen vooral met Donga over hoe het bedrijf is begonnen en ook over dat ze zelf een school hebben opgestart. Daarna nemen we afscheid van deze geweldige mannen. Zoveel respect!! We houden zeker contact, want hier kunnen we ook wel wat mee in onze lessen.
Een Uber brengt ons naar het Nationaal Museum. Leuk, maar niet bijzonder. We hadden meer verwacht van een Nationaal museum.
‘s Avonds eten we bij Mercado, een Mexicaans restaurant. Er is ook een salsa-avond, maar we vinden het wel prima en kijken is ook leuk 😉
Geschreven door Jeroen-en-maartje-op-avontuur