2-daagse cruise op de Mekong
Vroeg op en we hoefden niet te ontbijten. Het busje van de cruise organisatie stond al voor toen we op de afgesproken tijd beneden kwamen. Onderweg nog even de 3 andere passagiers oppikken en door naar de steiger. We waren nog maar goed en wel aan boord en de trossen gingen los. De kapitein wilde geen tijd verliezen, voor zonsondergang moesten we in Pakbeng zijn, want varen in het donker is veel te gevaarlijk. Al met al een tochtje van 160 kilometer, en…. we moesten stroomopwaarts varen en dat gaat natuurlijk langzamer.
Als eerste werd het Franse ontbijt geserveerd, inclusief een bak hete zwarte koffie. Beetje wakker worden terwijl het landschap aan je voorbijglijdt. Mooi begin van de dag. 'Ja graag, nog een bakkie!' zeiden we in koor toen ze ons vroegen. Heel warm was het nog niet zo vroeg, dat kwam later pas. Zeker onder de 25 graden en dan die vaarwind, brrr. Voor de dames was er daarom een dekentje beschikbaar. Mannen hadden dat niet nodig. En omdat het nog niet zo warm was, kon het dak van de cruiseboot ook open.
De boot is een typische Mekong boot, gemaakt om op de rivier te varen. Rank en slank, weinig weerstand en stabiel. Een meter of 40 lang en een meter of 6 breed, 200 dieselpk’s onder dek. Die deden heel gemoedelijk en zonder rumoer hun werk, dat was fijn. Er waren 10 tafeltjes gemaakt voor 4, en voorin achter kapitein waren er 4 loungeplekken. De 3 Britten zaten links en wij rechts op de 2 loungeplekken, op rechts zat je heerlijk in de schaduw ;-).
Het heeft iets onthaastends, voor zover dat nog kon na 6 weken vakantie, zo lekker op je loungeplek hangen en dat afwisselende landschap te aanschouwen. Het was overal groen en bleef maar veranderen. Soms was het woud wild en gevarieerd, soms was er 1 soort die domineerde. Ook zagen we kleinschalige landbouw, vaak veldjes voor bergrijst. En verderop stroomopwaarts aan het einde van de 2e dag (140 km) kwamen we in een breed deltagebied en daar waren sawa’s met rijst en zagen we ook grote bananenplantages. Verder veel kleine bootjes voor 1 of 2 personen om te vissen de de familie te vervoeren. Een handvol vrachtschepen gezien in 2 dagen.
Regelmatig kwamen we langs groepjes paalwoningen, soms een paar en soms tientallen. Geplakt tegen de bergen en een beetje verscholen in het groen. Bij 1 van die zijn we er nog uit geweest. Ongedwongen en met interesse van beide kanten hebben we door het dorpje gewandeld, hier woonden zo’n 200 Laotianen. Alle huisjes van bamboe, op hardhouten palen. Op 1 van de foto’s is het schuurtje voor de rijst te zien. Leuk detail daarbij zijn de schijven rondom de palen. Die zijn er om de muizen buiten te houden. En hup de boot weer in, wat een heerlijk ruimte zo met zijn 5en in een schip voor 40.
Het was intrigerend om te zien hoe de kapitein de Mekong bevoer. Het is duidelijk geen simpel riviertje om op te varen. Er zijn veel rotspartijen en je moet goed weten waar je wel en niet kunt varen. Verder heel veel draaikolken, neringen (even opgezocht, van de gladde stukken water in een omgeving met golven) en wervelingen. Ook verschilde de stroming over de breedte van de rivier. De kapitein had zijn autostuur, ja echt, bijna niet stil. Altijd oplettend laverend. Soms een boomstam ontwijkend, altijd op zoek naar de ideale lijn. En we hebben de kapitein niet van zijn plaats gezien, 10 uur varen. Alleen even pauze als wij aan wal gingen, beide dagen 1 keer. Petje af dus voor deze man.
En ook zijn vrouw krijgt de complimenten. Zij heeft op beide dagen heerlijk en uitgebreid voor ons gekookt. Lekker laotiaans eten en ook nu is het eten weer anders dan de afgelopen week of zelfs de vakantie. Wat eet je hier gevarieerd zeg. Het enige wat we vaker aten waren loempia’s en dan nog waren die altijd anders.
Onderweg sliepen we in een eenvoudige guesthouse in Pakbeng, de enige plek met gemetselde huisjes langs deze 300 km Mekong. We sliepen samen onder 1 dak met veel vleermuizen. Die vlogen uit tegen zonsondergang toen wij op het terras zaten. Grappig gezicht, aan alle kanten kwamen ze onder de dakpannen vandaan en zo de lucht in. De nacht was hier echt nacht, superdonker.
Aan het einde van de 2e dag kwamen we aan in Huay Xay en zijn we de grens naar Thailand overgegaan. Dit keer lag de grens voor de variatie op een brug, nou ja, net ervoor en net erachter. Je moest verplicht met de bus over de brug. En wat een verademing was de grenswacht bij Thailand. Hij maakte een praatje en had lol in zijn werk. En deze keer geen valse argumenten om je wat extra dollars uit de broekzak te troggelen zoals bij Laos en Cambodja. Met een grote grijns zette hij de stempels in ons paspoort en wenste ons een fijn verblijf in Thailand.
Geschreven door Heleen-en-jan.reisblog