Battambang
Van de eerste naar de tweede stad in het land, dat moet niet zo’n grote overgang zijn zou je denken. Toch was het dat wel. Battambang is een gezellig provinciestadje. En omdat deze bestemming tussen twee stedentrips inzit, hebben we gekozen voor een mini resort in de rijstvelden net buiten de stad. De kamers zijn net kleine centerparcs huisjes, in moderne Cambodjaanse stijl. Verder een grote tuin en een prachtig zwembad.
Wat een genot om hier wakker te worden, fluitende vogels en tsjilpende krekels. Dan lekker ontspannen ontbijten aan de rand van het zwembad. Vervolgens op pad. We hebben veel gedaan hier.
De eerste dag hadden we 2 scootertjes gehuurd om de omgeving mee te verkennen. De eerste bestemming was een tempel op een heuvel. Je klimt omhoog via een trap met een slang als leuning. In 358 treden ben je boven. De lucht is dik en warm, de vochtigheid is hoog. Zweten dus als je de trap oploopt. En gelukkig was het niet helemaal boven dat Heleen ineens bedacht dat de sleutel nog in de scooter zat. Gauw ben ik naar beneden gewandeld en heb niet alleen de sleutel, maar ook 2 cola meegenomen van de stalletjes beneden. Dat was welkom toen ik Heleen weer bijgehaald had.
De tempel was prachtig, al had deze net als veel tempels hier, last van de tijd. Toch wordt er veel gedaan aan restauratiewerk. Hier was men in de eerste fase van restauratie: voorkomen dat het minder wordt en houden wat je hebt. Stutwerk voorkomt erger. Verder rondom overal losse stenen die je kunt gebruiken om het weer op te bouwen.
Verder hadden we vanaf de heuvel een prachtig uitzicht over de velden. We zien een wat bredere onverharde weg door de rijstvelden lopen en daar gaan we opaf. Eerst langs een irrigatiekanaal, daar meer modder dan verwacht en we hebben de broekspijpen al besmeurd voor we goed en wel op pad zijn. De 10 kilometer door de rijstvelden is prachtig. Niet alleen de weidse blikken, ook het leven van de boeren hier en de wind om de kop maken het tot een genot.
Via een lus gaan we in noordelijke richting, eerst nog even tanken. Tanken doe je bij een van de vele privé winkeltjes. Die hebben hele stellingen voor de deur staan met literflessen cola, gevuld met benzine. Je koopt 1 fles en de bewoner tankt dat voor je in je scooter. We waren niet alleen, er waren ook wat opgeschoten jongelui met zijn 3en op de brommer. Ze vroegen zich af waarom wij 2 scooters hebben, nog lang niet de limiet van wat op 1 scooter kan. Ai, de wolken worden wel heel erg donker. Laten we terug gaan. Dat doen we en terug hebben we 90 km op de teller. Hup zo het zwembad in!
Gisteren was een fietsdag, we hebben fietsen van het hotel en gaan op pad. Eerst naar het dorp om daar een route te fietsen die je langs Frans koloniale gebouwen brengt. Fietsen is anders dan op de scooter, de trapinspanning moet je afstemmen op de rijwind. Zweten ga je toch, maar die rijwind maakt het te doen. Truuk is om de warmtevorming door het fietsen in balans te houden met de verdamping van het zweet.
Onderweg eten we ons broodje onder een paar grote bomen aan de rivier, de schaduw van de bomen en het heerlijke briesje maakte het dat je daar prima zat. Toch gingen we vlot weer door, nu naar de bamboe trein.
Dat was helemaal een ervaring. Op een oude, door de Fransen aangelegd, enkel spoortje rijden nu bamboe treintjes. De treintjes bestaan uit 4 onderdelen: een bamboe platform waar je op zit, een motortje voor de aandrijving en 2 assen met wielen.
Daar gaan we kedeng kedeng. Flink trillend en heen en weer schuddend vanwege de verzakte spoorbaan scheren we over de spoordijk. Links en rechts rijstvelden, koeien en een pagode.
Als de treintjes elkaar tegenkomen op dit enkelspoor, dan wordt de minst beladen trein even gedemonteerd en aan de andere kant van de tegenligger weer op het spoor in elkaar gezet. 2 minuten werk. Superleuk was dit!
Daarna even terug naar ons mini resort voor een duik in het zwembad en door naar de stad. We hebben een kookcursus. We gaan Khmer koken. Eerst naar de markt om ingrediënten te kopen. Hier op de markt is van alles te koop. Van levende vis die vanuit wasteiltjes verkocht werd, tot kippenpoten (inderdaad de poten zelf), schildpad, krekels, slakken, krabben, rupsen en veel groente. We zijn de enigen in de kookklas en Toot de chef loods ons vaardig en met heldere uitleg door de receptuur en bereiding van het eten. Het meeste doen we zelf en wat niet vlot genoeg gaat doet Toot even. Na 2 uur staat er een heerlijk maal op tafel, waar we zelf van gaan genieten. We hebben Amok gemaakt, kip Lok Lak, mini loempia’s en een overheerlijk bananen toetje.
Daarna snel op de fiets naar huis waarbij we de strijd met het schemer verliezen. Een stukje moet in het donker. We gebruiken de zaklamp als verlichting voor de fiets, gelukkig is het niet ongebruikelijk om hier zonder licht te rijden en is iedereen voorzichtig en opmerkzaam. Veilig komen we aan in het mini resort.
Geschreven door Heleen-en-jan.reisblog