4.000 eilanden in Laos
Op dit moment zijn we in Laos in het 4000 eilanden gebied. Het is avond en we zitten op ons balkonnetje met uitzicht, nou ja wat er van over is ‘s avonds, op de Mekong. En in dat pikkedonker hoor je soms ook nog onverlichte bootjes langskomen. Hoe navigeren die lui?
Eerst even terug naar hoe we hier kwamen. Het deed ons denken aan de tijd van de koude oorlog, waarin spionnen werden uitgewisseld. Of aan de James Bond ‘Die another day’ waar James tegen andere spionnen werd uitgewisseld. Het kwam zo: met een mini-busje vol toeristen reden we van Stung Treng in Cambodja naar Laos. We hadden allemaal een ticket tot op het Don Det eiland. Bij de grens aangekomen moesten we uitstappen. Een paar moesten die kant op (chauffeur wees), een paar wilden nog geld wisselen (chauffeur wees ergens anders heen) en wij stonden achter het busje met onze bagage.
Jullie moeten die kant op lopen zei de chauffeur, naar de grens en wees opnieuw. Op een paar honderd meter zagen we een groep grote gebouwen met frivole daklijn a la een tempel. En veel asfalt rondom de leeg ogende gebouwen. Heleen en ik begonnen te lopen naar de grens. En daar liepen we voor ons gevoel in een groot niemandsland, helemaal in ons eentje. Alsof we 2 spionnen waren die uitgewisseld werden. Geen mens te zien, zo vreemd. Met geen aanwijzing of niks, geen borden en alleen de ervaring dat het vaak wel goed komt bij zulke procedures. Nog een selfie gemaakt, alleen de camera stond de andere kant op, jammer.
We liepen maar eens door tot we een mannetje zagen en die gebaarde dat we aan de andere kant naar binnen moesten. Daar werden we uitgecheckt in Cambodja. Daarna weer over een flink stuk niemandsland wandelen naar het volgende groepje gebouwen, de grens van Laos. Dat was een moeizamer proces, hele discussies had ons groepje en ook wij met de dienstdoende beambten. Dat ging over een extra betaling van 2 dollar de man, zonder geldige reden….
Uiteraard kwam het goed en nadat we uiteraard de 2 dollar ‘lokale opcenten’ hadden betaald, geen ontkomen aan, en toen waren we ineens met stempel en goedkeuring in Laos. Vervolgens een half uurtje in de tuktuk en 10 minuutjes varen op de Mekong en we waren op Don Det. Don Det is 1 van de 4000 eilanden hier in de Mekong, een van de bekendere.
Vandaag zijn we goed begonnen met een ontbijtje met goeie cappuccino aan de boorden van de Mekong. Daarna even terug naar de kamer en vervolgens op pad. We hebben een fiets gehuurd en willen naar het zuiden van het buureiland, met Franse brug verbonden, fietsen. Daar aan het zuiden van Don Khon kun je met een bootje naar de zoetwater dolfijnen.
Eerst was het nog niet zover, het begon tropisch te regenen. Geen punt, gaan we even een bakkie doen bij de buren. Na een half uur/drie kwartier konden we weer wat zien in de verte. We trokken onze poncho’s aan en gingen op pad met onze Chinese fietsjes. Al vlot stopte de regen en konden we genietend van de rijwind onze weg vervolgen. Een mooie tocht door de rijstvelden en het bos. Het was ook meteen een geurtocht, we roken van alles onderweg, van kauwgomballengeur tot wilde basilicum en begroeiing met een soort wietgeur. Verder zagen we links en rechts nogal wat waterbuffels.
Het leek wel een mountainbike tocht, zigzaggend over het overharde weggetje, zoekend naar het beste en droge spoor. Langzaam werden onze groene fietsjes bruin van de modder. Na een drie kwartier waren we in het zuiden. Daar namen we even de tijd voor de onderhandeling voor een privé boottocht naar de zoetwaterdolfijnen en toen gingen we op pad in de longtail. Eerst een kwartiertje varen.
Bij aankomst in het gebeid waar de dolfijnen verwacht werden, ging de motor uit en dreven we in stilte op een rustig plekje. Eerst was het lastig om te ontdekken waar de Irrawaddy dolfijnen zaten. Hoorde je weer een pffffzjoeh van een opduikende dolfijn, was ie alweer weg. Na een poosje werden we er beter in en was het prachtig om zo in stilte te dobberen en de dolfijnen boven zien te komen. En ze bleven maar komen. Zo mooi, bovenkomen even een stukje van de kop te zien, pfffzjoeh te horen, dan je ziet de rug met vin en weg zijn ze weer.
We mountainbiken weer terug en zijn net voor de volgende hoosbui in onze guesthouse. Later even aan de wandel in het dorpje voor het avondeten. We hebben zonet gegeten bij de Australiër hier, die had alleen maar dingen op het menu staan die die zelf lekker vindt. Wij zijn het met hem eens qua menu en eten een goeie hamburger/pompoenburger met friet. Het water van de Mekong stroomde krachtig onder ons door, zagen we door de spleten van de steiger heen. Heerlijke dag!
Morgen terug naar het vasteland, naar Pakse.
Geschreven door Heleen-en-jan.reisblog