We verlaten het nevelige Tam Coc om verder te trekken naar Hanoi. Onze Rice Fields resort was rustig en aangenaam. We werden er steeds bediend door zeer vriendelijke jonge mensen, maar waarvan sommigen een lichte handicap vertoonden. Het was er wel goedkoop, een fles wijn kostte amper een dikke 3 €. En dus ging onze kassier deze morgen met licht gemoed de rekening betalen met de Mastercard. Groot was de verbazing toen bleek dat we voor tientallen miljoenen dong hadden geconsumeerd. Voor een euro krijg je wel 26000 Dong, maar het was duidelijk dat er iets niet klopte. Gelukkig kon onze attente kassier alles tijdig rechtzetten! Er was simpelweg een nulletje teveel ingegeven bij het betalen met de card.
We zijn hier heel dicht bij de Chinese grens en moeten slechts enkele honderden meters omrijden om de grensrivier te zien. Maar zoals verwacht is de grens goed afgesloten met prikkeldraad. De vele grensarbeiders bereiken China via een brug waar het soms heel druk kan zijn.
Op weg naar Hanoi is er een belangrijke stop voor de Perfume pagode. Pagodes zijn plaatsen waar men Boeddha vereert, en niet noodzakelijk de gebouwen met de vele gekrulde daken. Om deze pagode te bereiken moest er ook eerst bootje gevaren worden. Dus terug met opgetrokken knieën in een roeibootje voor 45 minuten. Het hoogseizoen voor deze pagode is gelukkig voorbij. Voor de Vietnamezen is de Perfume Pagode een echt bedevaartsoord tijdens de maanden januari en februari, maart is al heel wat kalmer en de rest van het jaar is er bijna niets meer. Na aankomst is het eerst een gezapige wandeling langs de vele, vele kraampjes en restaurantjes. Het leuke was dat we heel wat typische Vietnamese gewoontes en tradities konden gadeslaan. Koekjes werden ter plaatse gebakken, brood kwam warm uit de oven, kastanjes werden effenaf geroosterd, de garnalenpellen werden nog eens geroosterd en gemalen, en ik zal Gaia maar niet kwaad maken door te vertellen hoe men hier dieren behandelde.
Met de kabelbaan stegen we tot bijna aan de ingang van de grot waarin het heiligdom van Boeddha zich bevond. En nog steeds winkeltjes om o.a. een gift voor Boeddha te kopen. Hier kon men ook de typische vietnamese pijpen kopen om tabak te roken. Te voet daalden we de berg weer af, via grote en kleine trappen, en langs nog een heilig tempeltje, en met de boot en een elektrisch wagentje terug naar ons busje, op naar Hanoi.
Wie denkt dat zo een boottochtje stil en rustig is,heeft het verkeerd voor. Vietnamezen houden van karaoke en hier men kan makkelijk een box met microfoon huren en al zingend naar Boeddha varen. Spijtig genoeg moeten alle omliggende boten het gezang ook aanhoren.
Voor Catherine en Evelyne loopt de vakantie op zijn eind en het is hun afscheidsavond. We hebben dit op passende wijze gevierd in de straten van Hanoi, maar de details zal ik verder besparen.
Geschreven door Frans.annemie